Behandel tijdig tegen bladluizen in wintergranen
De zachte temperaturen en kalme weersomstandigheden van de voorbije periode zijn gunstig voor bladluizen. De aantasting in de wintergranen breidde afgelopen week verder uit. Daarom adviseert het Landbouwcentrum Granen Vlaanderen om al je wintergraanpercelen grondig te controleren en op te volgen.

Op maandag 28 en dinsdag 29 oktober evalueerden de partners van het Landbouwcentrum Granen Vlaanderen de bladluisdruk. De voorbije week kon bovendien een eerste evaluatie van wintertarwe en op behandelde percelen wintergerst gebeuren. De waarnemingen gebeurden op 29 percelen – 24 percelen wintergerst en 5 percelen wintertarwe – op volgende locaties:
- West-Vlaanderen: Houtave, Houtem, Helkijn, Proven, Zuienkerke, Zwevegem
- Vlaams-Brabant: Bekkevoort, Bierbeek, Hakendover, Lennik, Steenokkerzeel, Tienen, Winksele
- Limburg: Jeuk, Heks, Herderen, Koninksem, Mielen-boven-Aalst, Nerem, Piringen, Rijkel, Ulbeek
Wintergerst
De gerstpercelen werden gezaaid tussen 20 september en 13 oktober. Op het merendeel van de percelen bevindt de gerst zich in het 2- en 3-bladstadium, met het zwaartepunt bij het 3-bladstadium. Enkele percelen zijn nog in het 1-bladstadium, terwijl op het vroegst gezaaide perceel het 5-bladstadium bereikt is.
Onbehandeld
Op de onbehandelde wintergerstpercelen is gemiddeld 14% van de plantjes bezet met minstens 1 bladluis, gaande tot zelfs 42,5% bezette planten. De populatie bladluizen breidde afgelopen week dus duidelijk verder uit. Uitgezonderd de percelen in Limburg werd overal een toename van het percentage bezette planten vastgesteld. In het waarnemingsnetwerk is op 59% van de onbehandelde gerstpercelen de behandelingsdrempel bereikt, weliswaar met regionale verschillen.
Alle niet-behandelde percelen moet je dus grondig controleren en behandelen zodra de drempel van 10% planten bezet met minstens 1 bladluis bereikt is. Is deze drempel nog niet bereikt, dan hoef je nog niet te behandelen maar moet je de populatie wel consequent opvolgen, zeker gezien de weersvoorspellingen.
Behandeld
De behandelde wintergerstpercelen in het waarnemingsnetwerk werden behandeld tussen 24 en 26 oktober. Op deze percelen worden nog bladluizen waargenomen, weliswaar in verschillende mate. De erkende middelen kunnen de teelt geen volledig najaar beschermen. Daarom moet je ook behandelde percelen na 7 à 10 dagen opnieuw controleren en opvolgen.
Wintertarwe
Het aantal geëvalueerde wintertarwepercelen is eerder beperkt, maar ook daar blijkt de algemene aanwezigheid van bladluizen. Op deze percelen werd de tarwe gezaaid tussen 12 en 17 oktober en bevindt die zich doorgaans in het 1-bladstadium, met een enkel perceel in het 2-bladstadium. Op 1 van de 5 percelen werd de interventiedrempel van 10% planten bezet met minstens 1 bladluis ook al bereikt. Ook de wintertarwe moet je net als de onbehandelde wintergerst controleren en behandelen als 10% van de planten bezet is met minstens 1 bladluis. Is minder dan 10% van de planten aangetast, volg de teelt dan verder op.