Startpagina Interpom

Christophe Vermeulen, CEO Belgapom: “Aardappel blijft kroonjuweel van agrovoedingsindustrie”

Christophe Vermeulen is al bijna 4 jaar de CEO van Belgapom, de federatie van de Belgische aardappelhandelaars en -verwerkers. Begin 2021 volgde hij Romain Cools op. Naar aanleiding van Interpom 2024 – een initiatief van Belgapom – maakte hij voor Landbouwleven graag tijd voor een diepte-interview.

Leestijd : 9 min

Twee jaar geleden zei u in een interview met Landbouwleven dat u uw job ‘verrassend veelzijdig’ vindt. Is dat nog steeds zo?

Het is vooral een verrassend onvoorspelbare job. De prioriteiten waarop we als federatie focussen stel ik met het bestuursorgaan van Belgapom voorop, maar de actualiteit – wetgevend werk, het soms grillige weer… – fietst daar vaak tussen. Soms zijn problemen tussen telers en afnemers het gevolg van klimatologische omstandigheden. Als je 6 weken later dan voorzien moet poten, weet je dat je ook iets later zal moeten rooien. En als er een tekort is aan pootgoed, weet je dat er veel gesneden pootgoed zal zijn, waar ook opkomstproblemen bij kunnen opduiken. Dat leidt dan weer tot contractuele problemen. In de voorbije 4 jaar heb ik geleerd dat vele hot topics in de aardappelwereld tijdelijk zijn. Toen het in het najaar van 2023 8 weken lang regende en daarna vroor, leidde dat echter tot problemen tussen telers en afnemers, onder meer rond wie het verlies zou dragen. Veel werd rechtgetrokken dankzij de gedragscode in de sector, die binnen brancheorganisatie Belpotato.be heel goed werkt. Die gedragscode zullen we op Interpom in een aangepaste versie opnieuw ondertekenen.

Duurzaamheidstransitie

Had het stikstofakkoord en de heisa daarrond een grote invloed op de aardappelsector?

Dat viel nogal mee. Bij landbouwprotesten zag je weinig aardappelboeren, maar in de plantaardige sector hebben we gelijkaardige problemen: water, nutriënten, gewasbescherming… MAP 7 is er nog steeds niet. De verduurzaming van de intensieve landbouw wordt het komende decennium dé uitdaging. Uiteraard is er Europese wetgeving die wordt omgezet, er zijn doelstellingen in de waterrichtlijn die we moeten halen tegen 2027, richtlijnen rond het wegvallen van gewasbeschermingsmiddelen… Dat zal bij de telers en landbouworganisaties een iets grotere ‘shift in denken’ vereisen dan bij de handelaars en verwerkers. Het grootste voordeel is dat de polarisering vermindert, omdat je zult moeten samenwerken aan een oplossing. Wij willen daar actief aan meewerken en in investeren en reiken de hand naar politici, natuur- en landbouwverenigingen. Ook vanuit de klantenzijde wordt vrij veel gevraagd, zoals een duurzaamheidsrapportage van de verwerkers. Vermits die voor bijna 80% afhangt van de duurzaamheid van je grondstof hameren we op een goede samenwerking tussen alle partijen om de sector te verduurzamen. Dat is trouwens het thema van Interpom: ‘Energizing a potato industry in transition’. Ik hoop dat er vanuit het beleid duidelijke keuzes worden gemaakt over de toekomst van onze intensieve landbouw en de verwerking die daarmee samenhangt. Meer dan de helft van onze akkerbouw wordt geteeld als veevoeder. Wat als dat voor een deel wegvalt? Wie heeft daar baat bij en hoe gaan we dat doen? Ik zou heel graag vanuit het beleid willen horen binnen welk frame we de puzzel moeten leggen. Dan willen we daar graag aan meewerken. Ik kijk ernaar uit om met Vlaams minister van Landbouw Jo Brouns samen te werken. Hij is heel welkom op Interpom, zodat we hem kunnen tonen hoe vibrerend interessant onze sector met zijn talrijke innovaties is.

“Ik hamer op een goede samenwerking tussen alle partijen in de keten om de aardappelsector verder te verduurzamen”, stelt Christophe Vermeulen.
“Ik hamer op een goede samenwerking tussen alle partijen in de keten om de aardappelsector verder te verduurzamen”, stelt Christophe Vermeulen. - Foto: Lucas Mertens

Hoe gaat het met het aantal leden bij Belgapom?

We tellen een 80-tal leden. Binnen de handel zijn er enkele hiaten; sommige handelaars vallen af en, net zoals bij de telers, zijn er handelaars bij die geen opvolging vinden. Daarnaast is er ook wat consolidatie binnen de sector, waardoor enkele kleine spelers – ook bij de verwerking – er onvermijdelijk tussenuit vallen. Zo werd Mydibel overgenomen door Clarebout Potatoes, die ook een minderheidsbelang verwierf in het Kempense Pomuni. Er zijn nog 6 grote frietaardappelverwerkers: Clarebout Potatoes, Agristo, Lutosa, Ecofrost, FarmFrites Belgium en Aviko Belgium. Daarvan breiden er 3 uit in Noord-Frankrijk en Agristo, en uiteraard Aviko en FarmFrites, hebben vestigingen in Nederland. De laatste jaren kwamen er bij enkele grote producenten frietlijnen bij. Zo opende Aviko 2 jaar geleden zelfs een compleet nieuwe fabriek in Poperinge. De capaciteit is dus gegroeid. De verwerkers diversifiëren ook iets meer en zetten in op specialiteiten; het draait niet alleen meer om frieten. Er wordt geëxporteerd naar 160 landen. Ook de uitbreiding van de verwerkingscapaciteit gebeurt internationaal: Agristo heeft ook een productiefaciliteit in India, er wordt gekeken naar de Verenigde Staten… Verder hebben we met Roger & Roger in Moeskroen en PepsiCo Veurne 2 grote spelers op de Europese chipsmarkt. Ook bij de verpakkers zijn er steeds meer samenwerkings verbanden; de groepen worden groter. We hebben dus iets minder leden, maar een aantal van hen zijn groter geworden. Ondanks die trend naar internationalisering blijft de sterkte van onze sector de nabijheid en knowhow van telers, verwerkers en transport, gecombineerd met het goede klimaat, de goede bodem en onze sterke havens. Vermits er nog altijd een sterke vraag is vanuit de hele wereld naar onze producten, is het logisch dat de verwerkers uitbreiden. De laatste 5 jaar ging het wel heel snel. Tijdens en na de coronacrisis werd er fors geïnvesteerd, waardoor hun omzet ook sterk groeide. De meeste van die voornamelijk familiebedrijven hebben heel wat familiekapitaal met ook een familiestrategie, wat hen soms ook flexibeler maakt dan grote multinationals. Mede door die sterke groei beschikken ze over de modernste technieken en hergebruiken ze veel water, energie…, waardoor ze naar circulariteit evolueren. We zitten nog altijd in een goede business met een stabiele vraag en een goed product. Niet voor niets noem ik de aardappel wel eens het kroonjuweel van de agrovoedingsindustrie.

Samenwerken

Eerder zei u dat u mensen wil verbinden en wil samenwerken voor de sector. Is dat dit jaar goed gelukt?

Dat verloopt goed. Veel heeft ook te maken met Belpotato.be, waar veel zaken worden besproken: gedragscode, problemen rond contracten, weers-omstandigheden… We vinden elkaar daar makkelijk en werken goed samen. Zo maken we in het kader van het Mestactieplan een charter op met de natuur- en landbouworganisaties rond duurzaam mestgebruik. In veel adviesorganen zitten we samen. Ik geloof sterk in de kracht van verbinding. Zo zat ik een tijd geleden als vertegenwoordiger van de industrie in een debat met natuur- en landbouworganisaties over water, dat werd georganiseerd door de West-Vlaamse Milieuorganisatie. Ik startte dat debat door hun de hand te reiken en te zeggen dat we onze tegenstellingen moeten trachten te overstijgen. Als je dat doet, trek je de angel weg waar die eigenlijk niet moet zitten en merk je bij je gesprekspartners een zekere openheid.

Is de aardappelteelt nog steeds winstgevend?

Zeker, het is een van dé saldobatige teelten van de laatste 15 jaar. Dit jaar steeg het aardappel-areaal nog. Tijdens de coronacrisis kwam de industrie alle contracten met de aardappelboeren na, terwijl de vraag fel was teruggelopen. Daarnaast zit je met een valorisatie van de gestegen kosten. Zo leidde het wegvallen van CIPC tot heel andere, duurdere methodes van kiemremming. De laatste 2 jaar stegen de contractprijzen tot 30% en meer. Die correctie was billijk en nodig.

De opbrengsten zullen dit jaar echter wellicht lager zijn door het natte weer in het voorjaar?

Dat zal wellicht nog meevallen. Zoals vaak zal de soep niet zo heet worden gegeten als ze wordt opgediend. Er zijn echter grote regionale en zelfs gemeentelijke verschillen. Voor Fontane bijvoorbeeld varieert de opbrengst van 29 tot 72 ton/ha. We hebben een redelijk goede zomer gehad, de oogst van de vroege en halfvroege aardappelen is goed verlopen en ook het rooien van de resterende aardappelen valt mee. We verwerken ook een deel uit het buitenland en zijn dus niet meer volledig afhankelijk van de Belgische oogst.

De sector moet zich intussen verder voorbereiden op weersextremen, qua wetgeving én teelttechnisch. Is daar al iets concreets aan gedaan?

We kunnen nog verdere stappen vooruitzetten in precisielandbouw, zoals druppelirrigatie, loonwerk en het meer delen van data. Dat is niet allemaal vanzelfsprekend voor de telers, maar je kan wel nadenken over andere efficiëntiewinsten, door bijvoorbeeld bepaalde machines in poolen aan te kopen of door de uitvloei van nutriënten in waterlopen met fosfornitraatmatten beperken. Er zijn ook voorstellen om natuurlijke bassins aan te leggen om water op te vangen en onder bepaalde voorwaarden te delen. We werken ook mee aan pilootprojecten van de provincie West-Vlaanderen en Boerenbond. Sensibilisering, bijvoorbeeld door B3W (Begeleidingsdienst voor Betere Bodem en Waterkwaliteit), is ook heel belangrijk. Het komende jaar zullen hierrond beslissingen moeten worden genomen. De vraag is ook wie het zal betalen en binnen welk kader. De industrie is bereid om daar over na te denken en om samen te werken met de landbouworganisaties en de overheid. Er moet meer op lange termijn worden gedacht en gewerkt. Ik roep de Vlaamse overheid op om een bepaalde richting te kiezen, waarbij de contouren voor de toekomst kunnen worden gelegd.

Volgens Vermeulen zetten de verwerkers de laatste jaren iets meer in op specialiteiten; het draait niet alleen meer om frieten.
Volgens Vermeulen zetten de verwerkers de laatste jaren iets meer in op specialiteiten; het draait niet alleen meer om frieten. - Foto: LBL

Strengere eisen

Intussen moet de waterkwaliteit in onze waterlopen worden verbeterd. U zei eerder dat daar een ‘maatwerkaanpak’ voor nodig is…

Voor het grote waterprobleem zijn algemene maatregelen nodig; maatwerk alleen zal niet genoeg zijn. De ‘cowboys’ concurreren zichzelf uit de markt, want ze zullen geen afnemers meer vinden voor hun product. We moeten de landbouwers wel tools aanreiken waarmee ze kunnen werken. De sector leverde al ongelooflijke inspanningen, maar het kan nog beter. Het toelaten van mestuitvoer van Vlaamse bedrijven naar Wallonië zou kunnen helpen. Ruwweg gezegd is het aardappel-areaal in België verdeeld tussen 55% in Vlaanderen en 45% in Wallonië. Dan is het niet altijd makkelijk om met andere regels te werken.

Ook het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen ligt onder vuur. Welke aandachtspunten ziet u hier?

Er moet vooral een beetje zin voor realisme zijn. We willen heel graag investeren en meewerken aan alternatieven. Als die alternatieven die ook dezelfde werking kunnen garanderen er echter nog niet zijn, pleiten we ervoor om niet zomaar middelen te verbieden. Het kind met het badwater weggooien, is geen oplossing. Je moet ook kijken naar wat je verliest. Onafhankelijke wetenschappelijke onderbouw is hierin zeer belangrijk.

Stijgend belang aardappel

Zijn er nog groeimarkten voor de aardappel?

De komende jaren gaan we met VLAM nog meer inzetten op Azië via enkele grote beurzen. De aardappel is in China en Zuidoost-Azië steeds meer gewild, ook door het feit dat er wat meer fastfood – en dus ook frietjes – worden verbruikt. Verder is Latijns-Amerika een goede markt en ik zie ook in de VS nog wat opportuniteiten, maar onze grootste groeimarkt blijft de interne Europese markt, denk aan Oost- en Zuid-Europa.

Hoe zit het met de consumptie in het binnenland?

VLAM doet geweldig werk: het binnenhalen van Europese programma’s voor aardappelpromotie, de campagne gericht op millennials, de Week van de Friet... Binnen Belgapom promoot Lucas Mertens het project Planet Potato samen met VLAM. Daarmee willen we de veelzijdigheid, nutritionele waarde en het gebruiksgemak van de aardappel – vooral voor de versmarkt – benadrukken. Er zijn veel toepassingen mogelijk, waardoor jonge mensen de aardappel nog steeds zien als een onderdeel van hun dieet. Na enkele jaren van dalende verkoopcijfers is het aandeel van verse aardappelen gestabiliseerd. Verder gaan we ook inzetten op het ontkrachten van desinformatie rond de aardappel. Zo is het géén dikmaker, dat is wetenschappelijk bewezen.

Twee jaar geleden zei u dat “we ervoor moeten zorgen dat België voor supermarkten ook een gezond klimaat is”. Is dat gelukt?

Helaas niet, dat is een ‘work in progress’. Gelukkig kwam er nieuwe wetgeving rond oneerlijke handelspraktijken bij. Die werd dit voorjaar na de landbouwprotesten nog aangescherpt in een vernieuwd koninklijk besluit, onder meer met een invoeging van het verbod op verkoop met verlies. We voeren soms keiharde onderhandelingen met de retail, die schermt met beperkte marges, maar de marges en prijsstijgingen die de consument in zijn winkelkar voelt, zijn niet de schuld van onze lokale telers. De spelers aan de retail- en versmarktzijde worden soms tegen elkaar uitgespeeld. Hopelijk zijn bepaalde praktijken, zoals promo’s met terugwerkende kracht, op de terugweg. Vaak wordt er goed samengewerkt, maar soms eisen aankopers van supermarkten zaken die écht niet door de beugel kunnen. Misschien moet er, naar analogie met de Adjucator in Groot-Brittannië, een systeem worden geïnstalleerd waarbij er vanuit een federatie en een bedrijf een klacht kan worden ingediend bij een onafhankelijke scheidsrechter.”

Vorige zomer reageerde u scherp op een rapport van Greenpeace, dat de industrialisatie van de aardappelsector aanklaagt. Vond u dat nodig?

“De aardappelboer werd in dat rapport weggezet als een slaaf van de industrie, die woekerwinsten maakt. Dat klopt niet. In 2022 werd er fors geïnvesteerd in nieuwe lijnen en capaciteit, vandaar dat de omzet en de winst veel hoger lag. Maar de contractprijzen zijn de laatste 2 jaar met 30 à 35% gestegen. De meeste telers krijgen een meer dan eerlijke prijs voor hun product en drinken op Interpom een goede pint op de samenwerking met de verwerkers. Die beconcurreren elkaar voor goede aardappelen en dus ook goede telers. De onderhandelingspositie van de teler is nog nooit zo stevig geweest. Ik sta er nog steeds voor open om met Greenpeace te praten.”

Jan Van Bavel

Sorry, the PDF couldn't be displayed

Lees ook in Interpom

Interpom breekt opnieuw records

Interpom De voorbije editie van de vakbeurs Interpom breekt opnieuw een bezoekersrecord met maar liefst 23.998 bezoekers. De aardappelsector stroomde hiermee vanuit alle hoeken van de wereld samen in Kortrijk Xpo. Ondanks de vele uitdagingen, zoals klimaatverandering, strengere wetgeving, toenemende ziektedruk en zorgen over bodem- en waterkwaliteit, heeft de aardappelsector duidelijk de wind in de zeilen, concluderen de organisatoren.
Meer artikelen bekijken