Schadecommissies zijn niet rechtsgeldig
Bart Dochy brak in de commissie Landbouw van het Vlaams Parlement een lans tot het oprichten van een rechtsgeldige schattingscommissie. Die kan ingezet worden bij de vaststelling van uitzonderlijke schade bij land- en tuinbouwers.
De voorzitter van de commissie Landbouw Dochy (cd&v), zat daarmee op de lijn van Jurgen Callaerts (N-VA), die tijdens diezelfde bijeenkomst op 13 november op de rechtsonzekerheid rond gemeentelijke schadecommissies wees.
Buitengewone schade
Callaerts wees erop dat in geval van buitengewone schade aan teelten, land- en tuinbouwers een beroep kunnen doen op de gemeente om een officiële vaststelling en schatting van de schade te laten doen. Het gaat dan meestal over schade die veroorzaakt werd door weersomstandigheden zoals hevige regenval, langdurige droogte of hagel.
Gemeenten kiezen zelf of ze die schattingscommissie bijeenroepen of niet. In positief geval gaat die commissie landbouwschade of de schattingscommissie vervolgens langs bij de land- of tuinbouwer. Daarna krijgt deze een officieel document waarmee hij of zij de schade kan aantonen bij eender welke instantie. Voor die schattingscommissie grijpt men nog steeds terug naar richtlijnen van de FOD Economie.
Jurgen Callaerts herinnerde eraan dat de federale overheid daar echter niet meer bevoegd is. Op de website van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij staat tegelijkertijd dat ‘de ambtenaren van het agentschap vanaf 2020 niet meer zullen deelnemen aan schattingscommissies’.
Uit eigen ervaring weet Jurgen Callaerts dat er ondanks die rechtsonzekerheid toch nog vaak opgeroepen wordt om die schattingscommissies bijeen te roepen. Op die manier kunnen land- en tuinbouwers een officieel document bekomen of een proces-verbaal (pv).
Voor het Vlaams Rampenfonds is dat document alvast geen vereiste meer. In de praktijk stemt het verslag van de commissie soms zelfs niet overeen met dat van de aangestelde experten van de verzekeringsmaatschappij die eigenlijk de plaats ingenomen heeft. Het pv kan echter nog wel gebruikt worden voor bijvoorbeeld het aantonen van beroepsverliezen, het aanvragen van uitstel van betaling voor VLIF-dossiers of voor eventuele andere premies van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij.
Uitgespeelde rol
Minister Jo Brouns (cd&v) bevestigde dat er de dag van vandaag in de regelgeving van het Agentschap Landbouw en Visserij geen rol is voor de schattingscommissies. Alles wat het Rampenfonds aangaat, valt onder de bevoegdheid van minister-president Diependaele.
Brouns stipte aan dat een pv van de schattingscommissie geen belang heeft in de afhandeling van eventuele terugvorderingen, uitstel van betalingen of wat dan ook in het kader van het VLIF. Ook in andere regelgeving – minister Brouns denkt specifiek aan de subsidieregelgeving rond de brede weersverzekering – is er geen rol voor de schattingscommissies.
Om die reden zal Brouns niet ingaan op de suggestie van Callaerts om een omzendbrief op te stellen naar de gemeenten toe. Callaerts stelde voor om in die omzendbrief de gemeenten een kader aan te reiken om de commissie organiek samen te stellen en om te duiden waarom de schadecommissie toch nog belangrijk kan zijn.
Federaal overleg
Commissievoorzitter Bart Dochy vindt samen met zijn collega Callaerts dat de schattingscommissie nog wel van belang is voor de forfaitair belaste landbouwers in het kader van de fiscaliteit, maar ook in het kader van het Rampenfonds. Het is geen verplichting, maar wel een bruikbaar instrument. De toegankelijkheid van die schattingscommissie is groot.
Dochy vroeg de Vlaamse landbouwminister te overleggen met zijn federale collega om een duidelijk kader te scheppen voor de schattingscommissie en om die een rechtsgeldig statuut te geven. De commissievoorzitter vindt het nu namelijk het moment, bij de start van de nieuwe legislatuur op het lokale niveau, om aan de gemeenten een duidelijk kader te geven voor hoe dergelijke commissie opgericht wordt en vooral ook waarvoor ze gebruikt kan worden.
Hij stelde bovendien een oplijsting voor om de thans bestaande onduidelijkheden weg te werken. Dat zijn onder andere steeds terugkerende vragen bij wildschade, niet-ingezaaide teelten en bij 100%-verlies.
Vlaams landbouwminister Brouns zei het voorstel op te nemen en in gesprek te gaan met de federale overheid die hiervoor bevoegd is.
