Minister Brouns houdt vast aan totaalaanpak van everzwijnen
Vlaams minister Jo Brouns (cd&v), naast bevoegd voor Landbouw ook minister voor Leefmilieu, natuur en ruimtelijke ordening, vindt dat het beheer van everzwijnen in Vlaanderen de jongste jaren op een geïntegreerde manier werd aangepakt. Hij ziet geen reden om dit te veranderen. De actuele discussie over nachtzichtapparatuur en geluidsdemping betekent voor Brouns geen verandering in de visie op die totaalaanpak.

In de vergadering van de commissie voor Leefmilieu in het Vlaams parlement wond minister Brouns er op 14 januari geen doekjes om. Aan Mieke Schauvliege (Groen) maakte hij duidelijk dat de geïntegreerde aanpak bij het beheer van everzwijnen zowel sensibilisering, preventie als beheer – onder andere afschot – omvat. Enkel inzetten op sensibilisering en preventie werkt volgens de minister niet. Enkel inzetten op het beheer, wat voor everzwijnen betekent dat je dieren moet wegnemen uit de populatie, werkt ook niet.
Beperkingen wegwerken
Elk van die 3 facetten is in de visie van de minister belangrijk, maar heeft tevens ook technische en maatschappelijke beperkingen. Daarbij moet voor elk van die 3 facetten – vaak geënt op de specifieke, lokale situatie – blijvend gezocht worden naar de beste manier waarop die technische en maatschappelijke beperkingen zo maximaal mogelijk weggewerkt kunnen worden.
Schauvliege had het over een wetsvoorstel dat federaal werd ingediend en dat het mogelijk moet maken dat jagers en bijzondere veldwachters nachtkijkers en geluidsdempers gebruiken in de strijd tegen everzwijnen. Momenteel is het verboden om nachtkijkers en geluidsdempers te kopen of te bezitten in België. Zowel de federale politie als de Federale Wapendienst gaven hierover negatieve adviezen. Ze stellen dat het risico voor de openbare orde niet is afgewogen tegenover de voordelen van de opheffing. Ze wijzen op het risico dat er een parallel circuit zal ontstaan, aangezien de nachtkijkers en geluidsdempers legaal aangekocht zouden kunnen worden. Het wetsvoorstel stelt geen enkele duidelijke regel op voor de verwerving, en vooral de overdracht, van de wapens. Ook het Vlaams Vredesinstituut verleende een negatief advies. Het wetsvoorstel biedt onvoldoende waarborgen om de veiligheidsrisico’s te beperken. Zij adviseren om het niet goed te keuren.
Verantwoordelijkheid nemen
Minister Brouns zegt dat voor het beheer van een mobiele soort als het everzwijn, het van belang is dat elke betrokkene zijn verantwoordelijkheid neemt. Hij vraagt aan elke eigenaar en terreinbeheerder om zijn taak te vervullen, zodat de populatieomvang onder controle kan worden gehouden. Daardoor blijft de kans op mens-dierconflicten – allerhande schade, ongevallen, confrontaties – minimaal en maatschappelijk aanvaardbaar.
Het is volgens minister Brouns een grote uitdaging om de jagers te blijven motiveren om telkens die inspanning te blijven leveren. Vaak gaat het om avondlijke of nachtelijke activiteiten die een volgehouden inspanning vragen. Jagers doen dat als vrijwilligers naast hun dagtaak.
“Wanneer hulpmiddelen zoals nachtzicht en geluidsdemping die inspanning haalbaarder maken, moeten we dit in overweging durven nemen”, meent de minister. Om iedereen bij deze totaalaanpak te betrekken, blijft hij vanuit de Vlaamse overheid inzetten op overleg. Jaarlijks komen de betrokkenen uit de verschillende sectoren samen in de faunabeheerzones en de wildbeheereenheden – het bovenlokale en het lokale niveau – om de aanpak te evalueren en bij te sturen. Hoewel het niet altijd vlekkeloos verloopt, blijven die jaarlijkse afspraken volgens Brouns zinvol om te blijven zoeken naar een gedragen en gecoördineerde aanpak.
Het lijkt minister Brouns in eerste instantie zo dat de jagers zelf de belangrijkste troeven hebben om hun goede reputatie te vrijwaren. Hij schat in dat een reputatie niet bepaald wordt door de middelen die men kan inzetten, maar door de manier waarop men zich gedraagt. Een jager krijgt de verantwoordelijkheid om maatschappelijk verantwoord om te gaan met vuurwapens. Als nachtzicht-, richtapparatuur of geluidsdemping toegelaten zouden worden, is het zaak om ook met die hulpmiddelen maatschappelijk verantwoord om te gaan.
Geen illegale praktijken
Minister Brouns ontkracht de vrees van Schauvliege, die de bedenking maakt dat het gebruik van nachtzichtapparatuur tot ongecontroleerde praktijken zou kunnen leiden. Ze denkt aan het illegaal schieten van roofdieren en het risico dat geluidsdempers en nachtzichtapparatuur een negatieve invloed hebben op de reputatie van jagers. Schauvliege waarschuwt er ook voor deze apparatuur in handen van criminelen kan vallen, zoals ook door de federale politie en het Vlaams Vredesinstituut wordt gevreesd.
Volgens de minister is het tot op heden niet zo dat er duidelijke signalen zouden zijn dat criminelen zich op het vlak van wapens en toebehoren zouden bevoorraden binnen de jachtsector, of dat ze de jachtsector zouden gebruiken als een dekmantel. Hij ziet geen reden om aan te nemen dat dit bij een eventuele legalisering van die nachtkijkers of geluidsdemping wel het geval zou worden. Brouns verwijst naar onze buurlanden Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, waar die hulpmiddelen al legaal worden ingezet.
Hefbomen ter controle
Als men nachtkijkers en geluidsdemping voor vuurwapens in de Wapenwet legaliseert, gaat de minister ervan uit dat men zinvolle hefbomen inbouwt om verwerving, bezit en gebruik transparant te maken, en dat deze efficiënt zijn om op te volgen en te controleren. Dat is volgens hem de enige doelmatige manier om die zaken, net zoals de wapens zelf, uit het criminele circuit te houden. Op dat vlak steunt hij de oproep om daarvoor naar een Europees plan van aanpak te kijken.
Op Vlaams niveau zijn er al mogelijkheden ingebouwd om desgevallend verwerving, bezit en gebruik sterk te kunnen reguleren. Het is echter meer opportuun om dat te doen op het gepaste, federale niveau en uniform voor alle gewesten.