Startpagina Bedrijfsnieuws

Claas laat vernieuwde tractorfabriek zien

Claas heeft zijn tractorenfabriek in Le Mans (Frankrijk) de voorbije jaren fors vernieuwd. De start hiervan werd in 2017 gegeven. De vernieuwing is ondertussen afgerond.

Leestijd : 5 min

De meest ingrijpende vernieuwingswerken vonden plaats van 2018 tot 2022. In 2022 werd nog een nieuw opleidingscentrum geopend en een jaar later werd de productielijn van de cabines vernieuwd. Vorig jaar opende ‘Claas Le Hub’ een kantoorgebouw waar ontwikkelingsteams samenkomen om aan nieuwe projecten te werken. in 2024 werd er ook een nieuw geautomatiseerd magazijn van 20 m hoog voor ‘kleine’ onderdelen in gebruik genomen, vlak naast de hal waar de tractoren worden geassembleerd.

Wat ons als eerste opvalt bij het binnenkomen van de fabriek, is de enorme open ruimte, die bijzonder proper en goed georganiseerd is. Je kan er haast van de ene kant van de fabriek naar de andere kijken. De fabriek zelf beslaat zo’n 7 ha bebouwde oppervlakte op een terrein van 21 ha. Door de netheid, frisse inrichting met heldere kleuren, ledverlichting en uitgekiende georganiseerde werkomgeving is het er aangenaam vertoeven. De werkomstandigheden voor het personeel waren voor Claas een van de prioriteiten bij de vernieuwing. Ze willen een aantrekkelijke werkgever zijn, want de vraag naar personeel is groot in de regio. Daarom vormden ze de fabriek om naar ‘de fabriek van de toekomst’. Er zijn rond de 1.100 medewerkers in Le Mans, waarvan zo’n 18% vrouwen. In heel Frankrijk telt Claas ongeveer 2.200 werknemers.

Fabriek van de toekomst

Momenteel wordt er gewerkt met één dagploeg die ’s morgens tijdig start en zo ook in de namiddag mooi op tijd gedaan heeft, zodat er tijd is voor het familieleven van de medewerkers. Bij het personeelsbeheer komt een soort ‘autocontrolefunctie’ kijken om de kwaliteit te waarborgen. Er heerst ook het principe tijdens de montage ‘dat het van de eerste keer goed moet zijn’.

In de fabriek van Le Mans is er 1 productielijn waar alle modellen, zo’n 60-tal van 75 tot 445 pk, door elkaar worden gebouwd volgens het Lean-principe. Iedere tractor wordt op bestelling gebouwd. Met 1 dagploeg worden er tot 60 tractoren per dag gebouwd, afhankelijk van de vraag. Zo kan de fabriek makkelijk een jaarproductie van 10.000 tractoren en meer halen. Door in een shiftensysteem te gaan werken, kan dit desgewenst nog opgeschaald worden. Zo’n 75% van de gebouwde tractoren wordt geëxporteerd naar alle continenten. De Arion 660 is momenteel het model waarvan de meeste aantallen worden geproduceerd.

Opbouwen rond AGV

De tractorproductie start met een motorblok waar een versnellingsbak met achteras aan wordt gezet. Vervolgens komt de vooras en wordt het geheel verder opgebouwd. Dit hangt niet aan een ketting, maar rust op AGV’s. Deze afkorting staat voor automatisch geleide voertuigen, een soort robotjes die de tractor dragen en automatisch verder rijden in de fabriek dankzij een geleidingssysteem in de vloer.

Wanneer het basisframe klaar is om te schilderen, komt dit van de AGV’s af en hangt het aan een kettingsysteem omhoog. Dit ondergaat een ontvettings- en reinigingsfase alvorens verfrobots én een manuele pistoolschilder de typisch donkergrijze Claas-kleur aanbrengen. De verfafdeling vernieuwde Claas al in 2010. Dit is een van de enige afdelingen in de fabriek waar in meerdere shiften wordt gewerkt. De reden hiervoor is dat het schilderen een ‘opstopping’ in het montageproces vormt omwille van droogtijden enzomeer. Afhankelijk van het tractormodel heeft het basisframe 4 tot 6 kg verf nodig. Er wordt geen poederlaktechniek gebruikt, maar het principe van ‘natte verf’ wordt gebruikt met verf op basis van solventen. De droogtemperatuur hiervan ligt lager dan van verf op waterbasis.

Het geschilderde basisframe wordt na het drogen terug op een AGV geplaatst om de rest van de tractor op te bouwen. De onderdelen die hiervoor nodig zijn, worden langs de montagelijn aangeleverd. Soms gaat het om sets die al zijn voorgemonteerd op een andere afdeling in de fabriek. De tractor wordt tevens voorzien van de nodige vloeistoffen en afgetankt met een hoeveelheid HVO-diesel. Dit is hernieuwbare diesel uit plantaardige olie. Zo probeert Claas zijn CO2- voetafdruk te verminderen.

Een ‘AGV’ draagt de in opbouw zijnde tractor.
Een ‘AGV’ draagt de in opbouw zijnde tractor. - Foto: TD

De volledige cabine wordt in de fabriek van Le Mans opgebouwd en als een van de laatste componenten opgebouwd. De wielen komen er helemaal op het einde bij. Daarna wordt de tractor gecalibreerd en getest. De tractor rijdt vervolgens 20 minuten rond op een testcircuit en ondergaat nog een reiniging en een controle-inspectie van 40 minuten, alvorens hij op transport richting de klant gaat. Het personeel dat de controles uitvoert, valt onder een andere afdeling dan de medewerkers uit de productie. Claas streeft hier bewust naar, omdat beide afdelingen hun taken zo serener uitvoeren en de kwaliteit hoger ligt.

Activiteiten in Frankrijk

Claas is actief met de tractorenproductie in Le Mans door de overname van Renault Tractors in 2003. Deze afdeling was toen binnen de grotere Renault-groep verantwoordelijk voor minder dan 1% van de omzet. Claas investeerde in Le Mans ondertussen meer dan 80 miljoen euro. De tractoren worden er niet enkel gebouwd, maar ook ontworpen. Dat gebeurt echter wel in samenwerking met vestigingen van Claas in Duitsland. De fabriek in Paderborn (D) is het onderzoeks- en ontwikkelingscentrum voor transmissies en bouwt ook transmissies. Denk hierbij aan de EQ200 traploze transmissie (cvt). Daarnaast bouwen ze in Paderborn de Terra-Trac-rupsonderstellen die onder de Axion 900-tractoren worden gemonteerd en onder de Jaguar-hakselaars en Lexion-maaidorsers.

Ook in Frankrijk worden tractortransmissies gebouwd, namelijk bij Gima in Beauvais, een onderneming die voor de helft in handen is van Claas en voor de andere helft in handen van Agco. Deze onderneming (joint-venture) vierde vorig jaar zijn 30-jarige bestaan.

In Vélizy, tevens in Frankrijk, is er nog een afdeling van Claas die mee concepten uitwerkt. Alvorens er een eerste fysiek prototype gebouwd wordt, is er zeker al 2 jaar lang gewerkt aan een ‘digitaal’ model. Prototypes en componenten ondergaan duurtesten in het test- en validatiecentrum van Trangé op zo’n 20 minuten rijden van Le Mans. Op 1 uur tijd kan hier 50 uur aan werk in het veld gesimuleerd worden. Tevens kunnen de arbeidsomstandigheden die heersen op verschillende wereldcontinenten er gesimuleerd worden. In Trangé investeerde Claas ondertussen 10 miljoen euro en gingen ze van 12 werknemers naar 70. Recent kregen de tractorenontwerpers versterking van een nieuwe vestiging van Claas in Dissen (Duitsland). In deze vestiging focussen 200 ingenieurs zich op de ontwikkeling van elektronica.

In Duitsland behaalden de Claas-tractoren ondertussen vorig jaar een mooi marktaandeel van net geen 10%. Daarmee staan ze op de derde plaats van de tractorverkopen.

Ter volledigheid moeten we nog meegeven dat Claas al sinds 1961 actief is in Frankrijk met zijn persenfabriek in Woippy/Metz.

Tim Decoster

Lees ook in Bedrijfsnieuws

Nederlandse De Heus Voeders neemt Voeders Huys over

Bedrijfsnieuws In overeenstemming met de familie Huys neemt De Heus Voeders het diervoederbedrijf Voeders Huys over. Met deze stap versterkt De Heus haar positie in België en Noord-Frankrijk en bouwt zij verder aan haar groeistrategie, schrijft het bedrijf op 3 juni.
Meer artikelen bekijken