Startpagina Boerenprotest

Onderzoekers identificeren 3 hoofdredenen voor boerenprotesten

In de eerste jaarhelft van 2024 trokken Belgische en bij uitbreiding Europese landbouwers massaal de straat op om te protesteren tegen de situatie waarin ze verkeerden en om meer waardering voor hun beroep te krijgen. Een onderzoeksgroep, waaronder medewerkers van UCLouvain, hield maanden geleden een bevraging om de beweegredenen voor het protest beter te begrijpen. Haar conclusies zijn nu klaar.

Leestijd : 5 min

De protesten trokken veel aandacht en de regionale en federale overheden reageerden door diverse beleidsmaatregelen te implementeren. Toch lijken de maatregelen niet te voldoen aan de eisen van de landbouwers, vermits ze nog steeds ontevreden zijn. “Om beleid te ontwerpen dat is afgestemd op de behoeften van boeren, is het noodzakelijk om beter te begrijpen waarom boeren protesteerden”, legt Goedele Van den Broeck, professor landbouweconomie aan de UCLouvain, uit.

Daarom lanceerde de onderzoeksgroep een enquête, waaraan Landbouwleven meehielp, om landbouwers rechtstreeks te bevragen naar hun zorgen en werden beleidsmaatregelen in diverse Europese landen met elkaar vergeleken.

Onderzoeksaanpak

Onderzoekers van onder meer UCLouvain (België), Göttingen University (Duitsland), Wageningen University & Research (Nederland) en Inrae (Frankrijk) voerden van mei tot juli 2024, kort nadat de protesten waren afgelopen, een online enquête uit onder landbouwers in Vlaanderen en Wallonië. De uiteindelijke steekproef omvat 196 boeren, waarvan 133 uit Vlaanderen en 63 uit Wallonië. De steekproef is representatief qua specialisatie, maar oververtegenwoordigt gemengde en grote boerderijen in beide regio’s en biologische bedrijven in Wallonië.

De belangrijkste vraag was een ‘open vraag’ om de redenen van de boeren te achterhalen waarom ze gingen protesteren. Het idee van de onderzoeksgroep was om spontane reacties te krijgen en zo te achterhalen wat er bij landbouwers bovenaan staat als redenen om te protesteren.

Belangrijkste bevindingen

De meeste boeren die antwoordden op de enquête namen daadwerkelijk deel aan de protesten. Zo’n 81% van de respondenten nam deel in Vlaanderen, 54% in Wallonië. De steun voor de protesten is zelfs nog hoger (respectievelijk 93% en 77%). Dit toont aan dat boeren die niet deelnamen aan de protesten ze wel steunen.

De onderzoekers denken dit te kunnen verklaren door enerzijds de lage tevredenheid over het GLB die ze noteerden (31% in Vlaanderen en 41% in Wallonië) en anderzijds een groot gevoel van onzekerheid bij het gevoerde beleid (72% in Vlaanderen en 77% in Wallonië) en zorgen over de toekomstige beleidskeuzes (84% in Vlaanderen en 38% in Wallonië).

Diverse redenen voor protesten in Vlaanderen en Wallonië

Boeren protesteerden volgens de onderzoeksgroep om 3 hoofdredenen: bureaucratie en regelgeving, economische moeilijkheden en gebrek aan steun. De onderzoekers stelden wel vast dat de respondenten vaak meerdere redenen noemden tijdens de bevraging. Dat wijst volgens hen op verschillende klachtenbronnen. Daarnaast stelden ze vast dat er belangrijke verschillen zijn tussen Vlaanderen en Wallonië, vooral wat betreft de economische situatie.

In Wallonië zijn inkomensproblemen (79%) en oneerlijke marktomstandigheden (48%) de grootste zorgen, veel meer dan in Vlaanderen (respectievelijk 41% en 17%). De grootste zorg van Vlaamse boeren is het gebrek aan toekomstperspectieven (54%), geassocieerd met een hoge ontevredenheid over politici (48%). Deze percentages liggen dan weer hoger dan in Wallonië (respectievelijk 22% en 30%).

Gebrek aan steun van de bredere samenleving wordt genoemd door 28% van de Vlaamse boeren en 29% van de Waalse boeren. Klachten over regelgeving zijn wijdverbreid in zowel Vlaanderen (51%) als Wallonië (48%). Met name voor milieuregelgeving is het genoteerde gevoel in Vlaanderen (49%) negatiever dan in Wallonië (30%).

Daarentegen vormen administratieve lasten de tweede grootste zorg van Waalse boeren (57%), terwijl dit bij Vlaamse boeren 29% is.

Verschillen in bedrijven verklaren sommige klachten

Door het beperkt aantal respondenten op de steekproef is het voor de onderzoekers moeilijk om bepaalde verzuchtingen te koppelen aan een zeker bedrijfstype. Toch laten de statistieken enkele verschilpunten tussen diverse bedrijfsvormen zien. Zo voelen veehouders in Wallonië zich minder gesteund dan akkerbouwers. In Vlaanderen wordt dan weer minder snel geklaagd over de economische situatie.

Grotere bedrijven in Wallonië geven aan meer last te hebben van de bureaucratie en regelgeving, terwijl dat niet zo tot uiting komt bij de Vlaamse respondenten. Datzelfde geldt voor de zorgen die landbouwers ondervinden bij de economische situatie. In Wallonië wordt daar meer over geklaagd dan in Vlaanderen. Vanuit beide regio’s wordt een gebrek aan ondersteuning voor grote bedrijven gemeld ten opzichte van kleinere bedrijven.

Biologische bedrijven ervaren minder bureaucratie en regelgeving in Wallonië, terwijl dit in Vlaanderen hoger is. De tegenzittende economie wordt door biobedrijven veel harder gerapporteerd in Vlaanderen dan in Wallonië. In beide regio’s wordt een gebrek aan ondersteuning van biobedrijven genoemd ten opzichte van de gangbare.

Hoe sluiten beleidsreacties aan bij de zorgen van boeren?

Om te onderzoeken hoe de redenen achter de boerenprotesten aansluiten bij de beleidswijzigingen, werden de diverse beleidsmaatregelen van de verschillende regeringen verzameld door de onderzoekers. Omdat die maatregelen vaak overlappen tussen de federale en regionale regeringen, werd de analyse uitgevoerd voor België als geheel.

Drie van de belangrijkste klachten van boeren (inkomensproblemen, bureaucratie en milieuregelgeving) kregen veel aandacht van het beleid. Zo voerden de diverse regeringen vereenvoudigingen van het GLB door zoals voorgesteld door de Europese Commissie, introduceerden ze maatregelen om de administratieve lasten te verminderen en richtten ze verschillende taskforces op om de agrovoedingsketens te versterken en toegang tot landbouwgrond veilig te stellen.

Sommige andere belangrijke klachten, zoals algemene regeldrift en ontbrekende toekomstperspectieven, ondervonden nog maar weinig wijzigingen vanuit het beleid. Dit kan volgens de onderzoekers te wijten zijn aan het feit dat deze klachten een langetermijnstrategie vereisen die niet gemakkelijk te implementeren is. “Een dergelijke visie moet zorgvuldig worden gepland in overleg met de sector, rekening houdend met de verschillende behoeften van boeren.”

De onderzoekers merkten in Vlaanderen een grote afkeer van de politiek onder landbouwers.
De onderzoekers merkten in Vlaanderen een grote afkeer van de politiek onder landbouwers. - Foto: Belga

Aanbevelingen

“Het begrijpen van de redenen van boeren om te protesteren is cruciaal om beter beleid te ontwerpen”, stellen de onderzoekers. Hun onderzoeksrapport toont aan dat boeren diverse zorgen uitten, met grote verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië.

In Vlaanderen hebben de grootste zorgen betrekking op een gebrek aan toekomstperspectief en ontevredenheid over regelgeving. Veel boeren maken zich grote zorgen over de stikstofregelgeving en de weerslag ervan op het landgebruik. Bovenal eisen ze duidelijkheid over een langetermijnvisie voor de sector. Grote beleidsmatige onzekerheid voedt hun frustratie ten aanzien van politici. Het schetsen van een duidelijke strategie waarmee landbouwers de nodige investeringen kunnen doen, zal de sleutel zijn tot een bloeiende sector.

In Wallonië domineren economische problemen, analyseerden de onderzoekers. “De productiekosten stijgen, terwijl de verkoopprijzen nauwelijks stijgen. Om deze trend tegen te gaan, moet prioriteit worden gegeven aan het creëren van meer waarde voor boeren door betere partnerschappen met andere actoren in de keten.” De onderzoekers stellen verder dat een andere prioriteit zich moet richten op het verlichten van administratieve taken, het aanmoedigen van voortdurende vereenvoudiging en digitaliseringsinspanningen. “Boeren hebben een hoge werklast en willen niet meer tijd dan nodig besteden aan het invullen van ingewikkelde formulieren”, klinkt de niet mis te verstane aanbeveling.

Naast de regionale trends bestaan er ook verschillen binnen Vlaanderen en Wallonië. Die zijn gekoppeld aan het type bedrijf, de grootte en al dan niet een biologische bedrijfsvoering. Maar er is meer onderzoek nodig om beter te begrijpen hoe de boerderijkenmerken verband houden met de zorgen van de landbouwers, stellen de onderzoekers. “Toch is erkennen dat landbouwers geen uniforme groep zijn een belangrijke stap in het ontwerpen van gerichtere beleidsmaatregelen”, besluiten de onderzoekers.

Tim Decoster

Lees ook in Boerenprotest

“Boze boeren willen gewoon meer zekerheid”

Boerenprotest In het boek ‘Daarom zijn boeren boos’ buigen 15 Vlaamse en Nederlandse experts zich over de vraag waarom de boeren boos zijn. Het boek richt de spots op de diepgewortelde frustraties en de mix van factoren achter de boerenprotesten in Nederland en Vlaanderen. Naar aanleiding van het verschijnen van het boek organiseerden de KU Leuven en de Nederlandse nieuwswebsite Foodlog een middagsymposium met als centrale vraag: Houdt de jonge boer het vol?
Meer artikelen bekijken