Meer hersenafwijkingen bij runderfoetussen en pasgeboren kalveren door blauwtong
Sinds de uitbraak van blauwtong serotype 3 in juli 2024 was er een sterke stijging van het aantal abortussen dat voor onderzoek naar de autopsiezaal van Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ) werd gestuurd. Heel wat van deze foetussen vertoonden een aangeboren hersenafwijking, bekend als hydranencephalie.

Vooral sinds half september 2024 zag DGZ veel runderfoetussen met deze afwijking, zonder andere zichtbare afwijkingen. Eind december bleek de hersenafwijking zelfs bij levend geboren dieren voor te komen. Dit werd geconstateerd bij kadavers van kalveren die voor onderzoek in de DGZ-autopsiezaal werden aangeboden, waarvan sommige maar liefst 3 weken oud waren geworden. Begin januari 2025 stelden de autopsiedierenartsen ook een geval vast bij kleine herkauwers.
Bij hydranencephalie is het hersenweefsel van de grote hersenen zo goed als afwezig. De grote hersenhelften van de dieren die bij DGZ werden onderzocht, waren gereduceerd tot een dunne laag hersenweefsel, die een grote ruimte omvatte die gevuld was met hersenvocht (zie foto). De kleine hersenen en de hersenstam waren normaal ontwikkeld. Veel foetussen met deze hersenafwijking bleken positief voor blauwtongvirus serotype 3, nadat ze op de ziekte werden getest door middel van PCR.
Het blauwtongvirus wordt overgedragen door culicoides-muggen (knutten) en treft vooral schapen, geiten, runderen en hertachtigen. Volwassen dieren kunnen de infectie asymptomatisch doormaken, maar drachtige koeien kunnen de infectie doorgeven aan hun ongeboren kalveren. Dit kan leiden tot afwijkingen, zoals vroeggeboorte, abortus, zwakke kalveren en dus ook hydranencephalie.