Onderzoek toont impact van metalen op landbouwbodem
Metalen en hormoonverstorende stoffen, zoals oestrogenen, vormen een reëel risico voor de duurzaamheid van landbouw en waterbeheer in Europa. Dat blijkt uit het doctoraatsonderzoek van de Chinese milieuwetenschapper Yuwei Jia aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB).

De studie concentreerde zich enerzijds op metalen in bemeste landbouwbodems en anderzijds op oestrogenen in aquatische systemen. In beide domeinen werd niet alleen gekeken naar de aanwezigheid metalen en oestrogenen, maar vooral naar hun gedrag en interactie met omgevingsfactoren zoals de zuurtegraad, het redoxpotentiaal en de opgeloste organische koolstof.
Een belangrijk onderdeel van het onderzoek focuste daarbij op het effect van meststoffen op de mobiliteit en biologische beschikbaarheid van metalen, waarvoor een nieuwe methode werd toegepast. Deze methode laat toe om de fractie van metalen te meten die effectief beschikbaar is voor opname door planten.
Meststoffen zijn bron van zware metalen
"Dit is cruciaal in het kader van voedselveiligheid en langetermijnbeleid rond duurzame landbouw. Meststoffen zijn een bron van zware metalen in landbouwbodems", zegt haar promotor prof. Yue Gao van de VUB-onderzoeksgroep Analytical, Environmental and Geo-Chemistry (AMGC).
Met behulp van innovatieve analysetechnieken bracht Jia de impact van verschillende meststoffen op de metaaldistributie in landbouwbodems in kaart. Ze vergeleek « verschillende types meststoffen, zijnde fosfaatmeststof, waterzuiveringsslib en dierlijke mest, en concludeerde dat dierlijke mest de beste keuze is met betrekking tot metaalcontaminatie.
Parallel met de impact van metalen onderzocht Jia de aanwezigheid van oestrogenen in het Schelde-estuarium. "Die hormoonverstorende stoffen - dikwijls afkomstig uit huishoudelijk afvalwater - kunnen het systeem van aquatische organismen en uiteindelijk ook de mens beïnvloeden", klinkt het.
"De resultaten illustreren het effect van investeringen in afvalwaterzuivering en de impact van Europese regelgeving, zoals de Kaderrichtlijn Water", zegt prof. em. Willy Baeyens. Tegelijk blijft monitoring noodzakelijk, zeker met het oog op de opkomst van nieuwe chemische stoffen en veranderingen in industrieel en stedelijk lozingsgedrag.