PRRS eradiceren? Het kan! Inspiratie uit Denemarken… en België
Een PRRS-vrij bedrijf lijkt voor veel varkenshouders een onrealistisch doel, laat staan een PRRS-vrije regio. Maar wie vandaag de dag naar Denemarken kijkt, ziet dat het kan. Ook in België boeken bedrijven successen. De sleutels? Transparantie, samenwerking en een doordachte strategie gebaseerd op monitoring en bioveiligheid. Laat je inspireren door de Deense aanpak en door het verhaal van een Belgisch bedrijf dat het virus onder controle kreeg.

Op 6 februari 2025 organiseerde Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ) de tweede editie van de PRRS-studiedag voor varkensdierenartsen en adviseurs. Deze succesvolle dag bood een unieke gelegenheid om zowel nationale als internationale inzichten te verkrijgen van deskundigen. Hanne Bak, hoofdadviseur van de Deense Landbouw- en Voedingsraad, lichtte het succes toe van een samenwerking op grotere schaal in Denemarken. Varkenshouder Bart Vanschoubroek en zijn bedrijfsdierenarts Guy Janssen deelden hun positieve ervaringen met het PRRS-programma.
Denemarken: gestructureerde aanpak met samenwerking
Denemarken startte in 2002 met een PRRS-eradicatieprogramma, geïnitieerd door een private varkenshoudersorganisatie. De motivatie was duidelijk: het verbeteren van de technische resultaten, verlagen van de sterfte en verminderen van antibioticagebruik. Dit laatste ook als gevolg van politieke druk. Het programma kreeg een nieuwe impuls in 2019, toen een recombinatie van 2 vaccinstammen zich verspreidde via een besmet bedrijf, met heel wat economische schade tot gevolg.
Denemarken beschikt over uitstekende randvoorwaarden voor de uitroeiing van PRRS. Het land heeft een voordelige geografische ligging, waardoor insleep vanuit buurlanden niet mogelijk is. De nationale varkenshouderij importeert bovendien geen biggen, de fokkerij is PRRS-vrij en er bestaat een uitgewerkt SPF-systeem. Specific pathogen free (SPF) staat voor vrij van specifieke ziektekiemen. Het Deense SPF-systeem classificeert bedrijven op infectiestatus voor 8 ziekteverwekkers, waaronder het PRRS-virus (PRRSV). Belangrijk daarbij is dat dit systeem volledig transparant verloopt: alle Deense varkenshouders en dierenartsen kunnen de status van elk deelnemend bedrijf consulteren. Monitoring gebeurt via een jaarlijkse serologische surveillance en via rapportering van klinische symptomen.
Financiële prikkels
Het programma is breed gedragen door de volledige sector, waaronder varkenshouders, dierenartsen en de slachthuizen. Het wordt ondersteund door een wettelijk kader en deels gefinancierd door een landbouwfonds en deels door de autoriteiten. Sinds 2022 is het verplicht om positieve antistofresultaten te melden en bedrijven die positief zijn, moeten minstens maandelijks of voor het slachten verklaren dat er geen klinische symptomen aanwezig zijn. Als die er wel zijn, wordt de procedure gevolgd die bestaat in het geval van een klinische verdenking. Vanaf 2025 moeten bedrijven die positief testen op antistoffen daarnaast ook stalen laten nemen om de aanwezigheid van het virus te laten opsporen via PCR. Slachthuizen differentiëren hun uitbetaling op basis van die PCR-resultaten. De bedrijven met positieve resultaten – waar dus PRRS-virus aangetoond werd – komen gedurende 14 maanden op een lijst met minder uitbetaling. Dit systeem motiveert om actie te ondernemen.
Stapsgewijze regionale aanpak
De Deense strategie is opgebouwd uit concrete stappen: eerst wordt het land ingedeeld in regio’s, om op die manier inzicht te verwerven in de regionale situatie. Daarna wordt de PRRS-druk in de regio verlaagd. Deze aanpak verzekert de stabilisatie van de zeugenbedrijven, garandeert negatieve biggen bij het spenen en verwijdert positieve vleesvarkens. Zo kan men evolueren tot negatieve bedrijven en uiteindelijk zelfs tot een volledig negatieve regio. Goede samenwerking en overleg tussen verschillende adviseurs en de varkensbedrijven staat hierbij centraal. Regio per regio wordt toegevoegd aan het programma, waarbij prioriteit gegeven wordt aan regio’s die zelf initiatief nemen en aan gebieden met lage prevalentie. Ondertussen worden ook varkensdense gebieden opgenomen en regio’s waar geen spontane initiatieven worden genomen, waardoor al 90% van de Deense varkensproductie deelneemt aan het programma.
Digitale tools als extra wapen
Digitale tools spelen een cruciale rol in de Deense aanpak. Bedrijven worden visueel weergegeven op een dynamische PRRS-kaart, met kleurcodes per status: groen voor een negatieve status, rood voor positief en wit voor onbekend. Er is ook detailinformatie per regio beschikbaar die dagelijks geüpdatet wordt, zoals het aantal bedrijven, dierenaantallen en de statusverdeling. Ook varkensbewegingen zijn inzichtelijk: het systeem toont niet alleen hoe varkens vervoerd worden, ook de infectiestatus van de verzendende bedrijven wordt weergegeven. Er is ook een rekenmodule die voorspelt hoe groot de kans is om negatief te blijven op basis van omgevingsfactoren, zoals windrichting en de status van buurbedrijven. Dankzij deze inzichten kunnen de Deense varkenshouders strategisch handelen en risico’s beperken.
Belgisch praktijkvoorbeeld: visie en volharding lonen
Ook in België zijn er concrete voorbeelden van succesvolle PRRS-controle. Een toonaangevend voorbeeld is het bedrijf van Bart Vanschoubroek. Dit is een familiebedrijf met zeugen verspreid over meerdere locaties, waarvan één locatie met grootouderdieren voor de productie van gelten. Het bedrijf slacht 180.000 vleesvarkens per jaar.
Het bedrijf slaagde er lange tijd in om PRRS-negatief te blijven, zonder enting, tot het in 2020 getroffen werd door uitbraken van deze ziekte op 2 locaties. Ondanks dat er een plan voor de controle van het virus werd uitgewerkt, met onder andere vaccinatie van zeugen en biggen, bleef het virus sterk circuleren. Daarom besloot Bart om binnen het PRRS-programma verder onderzoek te laten uitvoeren. De introductie van de gelten bleek een heikel punt te zijn. De geltjes, die negatief waren bij aankomst, bleken immers besmet te raken in de quarantainestal. Daarna zorgde de hoge uitscheiding van het virus bij deze besmette gelten voor blijvende circulatie bij de zeugen. Later raakten ook de grootouderdieren besmet, vermoedelijk via het personeel.
Drie pijlers voor succes
In een samenwerking met zijn bedrijfsdierenarts Guy Janssen van DAP de Linde in Retie, DGZ en enkele andere adviseurs zette Bart een plan op gebaseerd op 3 pijlers: vaccinatie, monitoring en management. Het vaccinatieschema werd opnieuw onder de loep genomen en werd afgestemd op de verschillende locaties. De focus lag op vaccinatie van de zeugen, behalve op het opfokbedrijf waar nu ook biggen werden gevaccineerd.
De opvolging gebeurde onder andere via processing fluids – vocht dat verkregen wordt uit gecoupeerde staartjes en uit castratiemateriaal – en via bloednames binnen het PRRS-programma. Aan de hand van de processing fluids werd de overdracht van de zeug naar haar biggen (verticale transmissie) gemonitord. Met de PRRS-Monitor Biggen volgde Bart de status van de biggen in de biggenafdeling op. Uit de resultaten werd duidelijk dat de biggenafdeling een hardnekkige bron van besmetting vormde, zelfs nadat de
Gezondheid, rendement en werkcomfort verbeterd
De resultaten van deze aanpak spreken boekdelen. Dankzij doorgedreven monitoring, aanpassingen van het management en vaccinatie, en met ondersteuning van DGZ, de voederfirma en andere partners, werden uiteindelijk de biggen in de biggenafdeling op alle locaties negatief voor PRRSV. Ook de circulatie in de zeugenstapel is onder controle, maar voorlopig blijft Bart de zeugen vaccineren. Hij is er zich ook van bewust dat er op het vlak van bioveiligheid nog verbeterpunten zijn. Toch is het verhaal van Bart een succesverhaal omwille van zijn motivatie en bereidheid om tijd en geld te investeren in de aanpak van PRRS. Het is namelijk de gedeelde visie van Bart en zijn dierenarts Guy Janssen dat PRRS een zodanige impact heeft op de gezondheid en de prestaties van de dieren, dat dit eerst moet worden aangepakt vooraleer je verder kan verfijnen.
En de resultaten bewijzen hun standpunt: dankzij deze aanpak is het antibioticagebruik sterk verminderd, is het werkgemak verhoogd en zijn de technische resultaten stabieler. De winst ligt op 4 à 5 euro per vleesvarken en dan is het extra voordeel van grotere, uniforme partijen nog niet meegerekend.
Sinds PRRS onder controle is, kan Bart verder optimaliseren. Zolang PRRS blijft circuleren op een bedrijf, is het immers een constante stoorzender die andere problemen maskeert. De aanpak van Bart en Guy Janssen bewijst dat visie, doorgedreven opvolging en samenwerking gunstige resultaten opleveren. Beiden blijven echter op hun hoede, want ze beseffen dat het risico op insleep altijd aanwezig is. Zo duiken er ondanks negatieve resultaten soms vroeg in de opfok toch positieve dieren op. Monitoring blijft dan ook essentieel om het virus onder controle te houden en daarvoor doen ze dankbaar een beroep op het PRRS-programma.
PRRS-beheersing is mogelijk, mits visie en samenwerking
De voorbeelden uit Denemarken en het verhaal van Bart en zijn dierenarts maken duidelijk dat PRRS onder controle houden geen utopie is, maar een realistisch doel voor wie inzet op visie, samenwerking en consequente opvolging. Denemarken toont hoe een transparant, gestructureerd en sectorbreed programma loont. Tegelijk bewijst het Belgische praktijkvoorbeeld dat ook op individueel bedrijfsniveau succes mogelijk is met doorgedreven monitoring, bioveiligheid en samenwerking met de betrokken partners.
De boodschap is duidelijk: wie investeert in een gerichte PRRS-aanpak, zet in op het verbeteren van de diergezondheid, het werkgemak en de rendabiliteit van zijn bedrijf.
Alle info over PRRS vind je via deze link en op de website van dgz.