Landbouwgrond is beschermd en blijft in landbouwhanden
Minister Jo Brouns (cd&v) vindt het een goede zaak dat natuur beschermd wordt, onder meer via subsidies aan Natuurpunt. Vlaamse landbouwgrond wordt immers ook goed beschermd. Uitgezonderd in de hoek waar de fractie van het Vlaams Belang zetelt, werd deze mening van Brouns tijdens de commissie Leefmilieu grotendeels gedeeld door de andere partijen.

Natuurpunt kocht vorig jaar 800 ha grond aan voor gemiddeld 41.000 euro per ha. De organisatie krijgt daarvoor een gemiddelde subsidie van 33.000 euro/ha. Daarbovenop komt na aankoop een jaarlijkse onderhoudssubsidie die vorig jaar 37,5 miljoen euro bedroeg.
In de commissie Leefmilieu van 21 mei had volksvertegenwoordiger Stefaan Sintobin (VB) nogal wat cynische bedenkingen bij de aankooppolitiek en het budget van Natuurpunt. Volgens hem stegen in de vorige legislatuur de subsidies aan Natuurpunt met de helft. Natuurpunt kon daardoor in die periode 5.000 ha bijkomende gronden kopen. Aankoop- en werkingskosten van Natuurpunt maken meer dan 70% van hun totale budget uit. Het eigen vermogen van Natuurpunt is in 10 jaar tijd verdubbeld tot 425 miljoen euro.
Landbouwer heeft voorrang
Minister Brouns greep in zijn reactie naar het regeerakkoord en de afspraken die rond landbouwgrond gemaakt werden. Als het gaat over de bescherming van landbouwgrond en over de aankoop van landbouwgrond, is het voorkooprecht ingeschreven. Als Natuurpunt of anderen met subsidies landbouwgrond zouden willen aankopen, moet dat dus eerst aangeboden worden aan de landbouwer. Dat is een heel belangrijk en nieuw principe. Aan de uitvoering ervan wordt nu volop gewerkt.
Brouns nuanceerde de cijfers die door de vraagsteller werden gehanteerd. De minister maakt een onderscheid tussen de project-, beheer- en aankoopsubsidies in de evaluatie. De huidige regering heeft ervoor gekozen om aankoopsubsidies voor bos- of natuurrealisatie voorwaardelijk te maken, zodat de Vlaamse landbouwgrond beter kan beschermd worden. Er zijn afspraken dat zulke aankopen in herbevestigd agrarisch gebied, in al zijn vormen, niet meer kunnen en dat gesubsidieerde aankopen in het overige agrarisch gebied enkel mogelijk zijn als er geen interesse is in het perceel vanuit de landbouwsector.
Aankopen in speciale beschermingszones (SBZ’s) zijn wel nog toegelaten.
Afspraken over de bestemde gebieden
Naast de hoeveelheid aan subsidies, wat naast een principiële ook een budgettaire vraag is, legt minister Brouns de focus op de geografische afbakening van waar die middelen worden ingezet. Natuurbeleid voeren blijft volgens hem een prioriteit van deze Vlaamse Regering, maar die inspanningen richt men op de daarvoor bestemde gebieden. Hierover zijn ook duidelijke afspraken gemaakt met het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB), dat de aangeboden aankoopsubsidiedossiers beoordeelt en met Natuurpunt.
Brouns omschreef de bescherming, het behoud en het beheer van de natuur als een van de kerntaken van de overheid.
De minister is er van overtuigd dat precies door de inzet van de vele vrijwilligers de kost van het beheer van natuur voor de Vlaamse overheid weliswaar nog steeds een stevig bedrag is, maar behapbaar blijft in relatie tot de effectieve kost.
Druk op landbouwgrond
De af en toe bitsige tussenkomsten in de commissievergadering illustreren de gevoeligheid van het besproken thema.
Een en ander heeft volgens minister Brouns te maken met het feit dat gronden met overheidsgeld worden aangekocht voor een ander doel dan waarvoor ze oorspronkelijk bestemd waren. Zeker in een tijd waarin de druk op landbouwgrond bijzonder groot is, ligt dat gevoelig.
“Om die reden”,zegt Brouns, “wordt ook het principe van het voorkooprecht besproken met landbouw- en natuurorganisaties. Als het gaat om landbouwgrond en wanneer die toegang tot die grond een uitdaging is voor de toekomstige generaties, dan moet dit maximaal veiliggesteld worden voor de landbouwsector. Zij moeten hierin als eerste aan zet zijn. Dit is een cruciaal principe en een duidelijke kentering ten opzichte van het verleden.”
Zonevreemde functiewijzigingen
Op het Vlaamse platteland stelt men zich vragen over zonevreemde functiewijzigingen. Minister Brouns zegt dat hij daar begrip voor heeft. Men kan echter enerzijds niet zeggen dat open ruimte belangrijk is en anderzijds alles laten staan. Families of gezinnen die een ‘appeltje voor de dorst’ hebben opgebouwd moeten volgens hem aanvaarden dat er een doorstroming komt als er geen landbouwactiviteit meer is.
De minister maakt dat duidelijk verstaanbaar: “Het kan niet zijn dat een varkensstal blijft staan zonder agrarisch gebruik. Dat is niet houdbaar. Daarom zoeken we naar een evenwicht.” Het is volgens hem belangrijk dat mensen hun rechten kunnen behouden voor zichzelf en de volgende generaties. Maar als er geen landbouwactiviteit is, moeten de aanhorigheden weg en moet er een mogelijkheid zijn om het gebied terug te laten vloeien naar de open ruimte of opnieuw in landbouwgebied te integreren zodat landbouwers in de omgeving er gebruik van kunnen maken.
Brouns: “Dat is mijn visie hierop. In uitvoering van het regeerakkoord wordt hier ook aan gewerkt.”