Directeur BioForum: "Bioboeren zijn de pioniers van de verduurzaming van de landbouwsector"
Van 7 tot en met 15 juni zet de Bioweek de biologische landbouw in de kijker. Na een aantal moeilijke jaren verwacht Laura van Selm, de nieuwe directeur van BioForum, terug groei voor de biolandbouw in onze regio. “We zien terug een toename van de bioconsumptie en er zijn verschillende markten met kansen voor bioboeren.”

Laura van Selm is de nieuwe directeur van BioForum, de sectororganisatie voor de biologische landbouw. De landbouw kreeg ze in het Westland van Nederland, tussen de serres met paprika’s, tomaten en bloemen, met de paplepel ingegoten. De laatste 10 jaar mengt ze zich ook professioneel tussen de boeren. Eerst ondersteunde ze bij Rurant als projectmanager plattelandsprojecten in de provincie Ant-werpen. Daarna werkte ze 2 jaar als coördinator van Pomonia vzw, waar ze de duurzame landbouw leerde kennen. “Door de jaren heen is mijn respect voor landbouwers in het algemeen, maar vooral voor bioboeren, enorm gegroeid. Boeren is helemaal niet gemakkelijk. Daarom ben ik enorm dankbaar dat ik voor hen mag werken als directeur van BioForum.”
U bent nu al bijna 3 maanden directeur van BioForum. Bent u al een beetje gesetteld?
Het is heel fijn en een cadeau om in een team te belanden waar veel mensen werken met expertise en ervaring. Daar kan ik op leunen terwijl ik me inwerk. Deze week leerde ik ook voor het eerst onze diverse raad van bestuur kennen. BioForum vertegenwoordigt dan ook een brede sector: niet alleen 640 bioboeren, maar ook 2.000 verwerkers en verkooppunten.
Wat is biologische landbouw voor BioForum? Er gaan namelijk nog andere duurzame vormen van landbouw de ronde, zoals agro-ecologie en regeneratieve landbouw.
De biobeweging is gebouwd op 4 principes: ecologie, gezondheid, zorg en fairness. De biologische landbouw brengt die principes tot uiting.
Bio is daarnaast in de EU een wettelijk kader met een lastenboek, een heel uitgewerkte set van heldere criteria rond milieu, ecologie, zorg, dierenwelzijn... Een boer krijgt enkel een biolabel als het aan alle criteria voldoet.
Andere begrippen, zoals agro-ecologie en regeneratieve landbouw, worden vrijer ingevuld. Zo heeft agro-ecologie in de strikte zin van het woord 13 principes die nauw aansluiten bij biolandbouw, maar de term wordt al vaak gebruikt wanneer landbouwers maar enkele technieken toepassen. Daarmee heb je niet de garantie op een systeemaanpak, die biolandbouw wel biedt.
Is jullie kritiek op deze andere bewegingen dat ze te vrij in te vullen zijn?
Dat andere boeren ook met verduurzaming bezig zijn, werkt juist heel verbindend, maar biolandbouw speelt wel een duidelijke voortrekkersrol daarin. Gangbare landbouwers of boeren die andere vormen van landbouw beoefenen, zien de positieve resultaten van bioboeren. Dat stimuleert hen om verdere stappen te zetten richting biolandbouw. Ook vanuit een economische insteek gaan ze bijvoorbeeld op zoek naar manieren om de input op hun bedrijf te verminderen en kopen ze geen chemische bestrijdingsmiddelen meer.
Kansen op de markt
Zijn er genoeg kansen voor biologische boeren nu?
Tijdens de Coronaperiode groeide de consumptie van bioproducten enorm. Dat viel daarna voor een stuk terug, omdat de koopkracht daalde door de oorlog in Oekraïne en de stijgende energieprijzen. 2022 en 2023 waren daarom 2 moeilijke jaren voor de biosector, maar in 2024 zien we terug een toename aan bioconsumptie in België. De vraag naar biologische melk en naar biologisch varkens- en pluimveevlees is zelfs groter dan de productie.
Bioboeren leunen minder op internationale handel voor meststoffen, pesticiden en veevoeder.
Er zijn verschillende markten waar BioForum kansen ziet voor biologische boeren. De overheid zet voor haar eigen catering bijvoorbeeld meer in op bio, lokaal en op de eiwitshift, en financiert sinds recent gezonde schoolmaaltijden. Dan is er nog de Europese richtlijn duurzaamheidsrapportering, die bedrijven aanspoort om te tonen hoe duurzaam ze bezig zijn. Met een duurzaamheidslabel zoals bio kunnen bedrijven op een doordachte manier aan de slag bij hun aankopen. Bio wordt belangrijker in het aankoopbeleid. Naast voeding zijn er ook kansen voor de aankoop van biologisch plantgoed, bijvoorbeeld voor gemeenten.
In het buitenland zijn er verschillende mooie voorbeelden te vinden van beleid dat biologische productie en consumptie aanzwengelt. In Denemarken kozen zowel meerderheids- als minderheidspartijen voor bio. Daardoor neemt de biologische consumptie toe, wat dan weer kansen biedt aan boeren. Het Nederlandse conservenbedrijf HAK besloot om volledig bio te gaan tegen 2027. De gigantische groep boeren die leveren aan de groenteverwerker zullen daardoor biologisch worden.
Verwerkers nemen dus het best het voortouw om biologische landbouw te doen groeien?
Kan biolandbouw een antwoord bieden op internationale onzekerheden, zoals Trumps tarieven, de Oekraïense oorlog en sancties op Russische kunstmest?
Als grondgebonden systeem heeft de biologische landbouw een troef in handen. We leunen minder op internationale handel voor meststoffen, pesticiden en veevoeder. Hopelijk inspireert dit voordeel van bioboeren meer gangbare boeren om na te denken over welke inputs ze kunnen afbouwen om meer autonoom te zijn.
Het nieuwe GLB moet landbouwers belonen voor hun bijdrage aan de omgeving.
De omzetcijfers binnen de landbouwsector zijn de laatste tijd weer wat beter. Zo ontstaat er ademruimte om over te schakelen naar bio. ‘Bio zoekt Boer’ leert ons dat het niet verstandig is om dat te doen wanneer het minder goed gaat met het bedrijf. We roepen boeren dan ook op om ons te bellen als ze bio overwegen.
Uitdagingen voor bio
Het gaat dan misschien terug beter met de bioconsumptie, maar hoe ziet de toekomst van biolandbouw eruit?
Twee jaar geleden ondertekende BioForum, samen met een grote groep partners – landbouworganisaties zoals Boerenbond en ABS, ketenspelers Fevia en Comeos, VLAM en de Vlaamse overheid – het strategisch plan bio. Dat is er voor een stuk gekomen vanwege de ambities van de EU om de biologische landbouw in Europa te verdubbelen naar 25% in 2030. In Vlaanderen zijn die ambities vertaald naar een groei van 5% tegen 2027 op 5 verschillende domeinen, zoals bioareaal, aantal bioboeren, omzet...
2027 komt al dichterbij. In 2023 besloeg de biologische landbouw nog maar 1,6% van het Vlaamse landbouwareaal. Dat is nog ver van de beoogde 5%.
Het gaspedaal mag ingedrukt worden. De laatste 3 jaar kreeg de biologische productie niet de kans om te groeien door de koopkrachtcrisis. De biosector bleek echter robuust en nu zitten we terug in een groeiscenario.
Er zijn natuurlijk nog heel wat noden en uitdagingen voor de biosector. Zo hebben we een toekomstgerichte Vlaamse landbouwvisie nodig die rekening houdt met de ecologische grenzen. Deze visie moet ervoor zorgen dat er terug meer boeren komen, maar ook boeren die trots zijn op hun stiel, die weer meer verbinding hebben met hun omgeving en met consumenten.
Wat zijn de uitdagingen waar de biolandbouw specifiek mee te kampen krijgt?
Bioboeren vangen de eerste klappen op van geïndustrialiseerde vervuiling. De productie en het gebruik van PFAS moet zo snel mogelijk uitgefaseerd worden, zodat het niet meer in de omgeving terechtkomt. Daarbij moet de landbouwsector ook in eigen boezem kijken en stoppen met PFAS-houdende pesticiden.
Bioboeren gebruiken zelf geen chemische pesticiden. Sterker nog, ze zijn wettelijk verplicht om hagen en houtkanten aan te planten om drift – vervuiling door pesticiden die van elders komen – tegen te gaan.
Als er pesticideresiduen aangetroffen worden op hun gewassen, kunnen bioboeren hun producten niet meer als biologisch afzetten. In het beste geval kunnen ze het nog als gangbaar product verkopen, maar dan nog lijden zij inkomensverlies, omdat de productiekosten hoger liggen in de biolandbouw. In het slechtste geval verliest een boer zijn hele oogst. De oorsprong van de drift valt moeilijk te traceren, waardoor de verzekering vaak niet tussen wil komen. BioForum pleit daarom voor een schadefonds voor pesticidedrift.
Hoe zou zo’n schadefonds precies werken?
Dat schadefonds kan gespijsd worden met een taks op de verkoop van pesticiden bijvoorbeeld, en kan boeren vergoeden voor geleden economische schade. Dat zijn ideeën waar we het debat over willen aangaan.
Zien jullie de zwakke positie van boeren in de keten als een reden voor het lage aantal bioboeren?
Ons voedselsysteem is ingebed in een economisch model waarin winst, groei en export centraal staan, en waarin ecologische grenzen niet genoeg in rekening gebracht worden.
We kijken vol spanning naar de hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Die moet landbouwers belonen voor hun bijdrage aan de omgeving. Onze gesprekken met boeren, en zeker niet alleen bioboeren, leren ons dat zij bekommerd zijn om hun omgeving, maar dat hun inspanningen niet voldoende gevaloriseerd worden.
Zonder draagvlak heeft de toekomstige Vlaamse landbouwvisie geen kans op slagen.
Biolandbouw levert een belangrijke bijdrage aan de waterkwaliteit, het bodemleven, de biodiversiteit, dierenwelzijn... Op bioboerderijen zijn er bijvoorbeeld 30% meer soorten, 22% meer insecten en 50% meer bestuivers. De waterfiltratie is 137% beter. Biolandbouw is een model dat ademruimte geeft aan de boer, maar ook aan de omgeving, omdat het een heel systeem aanpakt. Het scoort op verschillende duurzaamheidsaspecten sterk.
Bioboeren zijn pioniers en er vloeit heel wat kennis naar andere landbouwvormen. Deze pioniers hebben echter nood aan ondersteuning, zodat ze de rest van de landbouw kunnen meepakken.
Bioboeren kunnen die voortrekkersrol enkel opnemen als ze eerlijk beloond worden?
Eerlijke verloning belangt de hele landbouwsector natuurlijk aan. Dat zagen we ook tijdens de boerenprotesten, en BioForum schoof het thema mee naar voren, net zoals Boerenbond en ABS.
Bioboeren belonen voor hun ecosysteemdiensten klinkt als de Europese ecoregelingen, een systeem waar nogal wat kritiek op geleverd wordt.
Ecoregelingen zijn een mooi initiatief dat doelgerichtheid mist. Vandaag bestaan er 42 ecoregelingen voor heel specifieke ecosysteemdiensten. Boeren vinden hun weg niet meer in dit complex systeem. De vergoeding die boeren krijgen is ook niet voldoende. Liever zien we in het nieuwe GLB onze systeemaanpak terugkomen, waarbij boeren veel substantiëlere bedragen krijgen voor hun totale bijdrage aan de omgeving, in plaats van voor een bepaalde maatregel.
Europese versoepelingen
De Europese Unie presenteerde dit jaar hun eigen landbouwvisie. Namen zij de juiste zaken mee uit de strategische dialoog?
De Commissie liet een aantal interessante pistes uit de strategische dialoog vallen bij de opmaak van hun landbouwvisie. Maar in de eerste plaats was de dialoog een verbindend proces, waarbij alle partijen eens rond tafel samen zaten om naar oplossingen te zoeken. Zelfs milieu-organisaties konden hun zeg doen. We hopen dat de Vlaamse overheid met het ganse voedselsysteem en maatschappelijke organisaties samenwerkt voor de uitwerking van hun eigen visie. Zonder draagvlak heeft de landbouwvisie immers geen kans op slagen.
Een aantal weken geleden stelde de Commissie een aantal versoepelingen voor aan het GLB, waarbij een aantal milieuvoorwaarden onder de loep werden genomen. Hoe kijken jullie daarnaar?
Alle boeren worstelen met veel te veel administratie en een complexe regelgeving die niemand begrijpt. Administratieve vereenvoudiging mag echter niet gebruikt worden om de milieuvoorwaarden voor steun vanuit het GLB uit te hollen. Als we nog willen kunnen blijven boeren op de lange termijn, zal dat binnen de draagkracht van de omgeving moeten gebeuren.
Landbouwers krijgen ook verschillende signalen te horen. Aan de ene kant krijgen ze nu het signaal van Europa om de teugels los te laten. Tegelijk is er nog heel wat wetgeving, zoals de Natuurherstelwet, die dan toch vraagt om meer rekening te houden met het milieu.
Boeren staan in de vuurlinie van de klimaatuitdagingen. Zij zijn het eerste slachtoffer. Nu is er meer dan ooit nood aan een rechtlijnige visie voor een landbouwsector die meer zorg draagt voor de omgeving.
Geen PAS-maatregelen
Wat zijn de gevolgen van het stikstofdecreet voor biologische veehouders?
Het stikstofoverschot en de stikstofbelasting moeten absoluut aangepakt worden. Enkel stellen we vast dat er vandaag niet naar de grond van het probleem gekeken wordt, namelijk de enorme import van stikstof uit het buitenland. Door de aanvoer van kunstmest en soja voor veevoeder zit de stikstofbalans hier scheef. Het beleid houdt geen rekening met deze grondoorzaak en stuurt vooral aan op technofixes, zoals stallen met luchtwassers om de stikstofuitstoot te verminderen. Om het probleem grondig aan te pakken moet er meer op een circulaire en grondgebonden veehouderij aangestuurd worden, zoals onze bioboeren ook doen.
Van biologische landbouwers valt nog veel te leren.
Biologische veehouders veroorzaken dus het stikstofprobleem niet. Zij stemmen de hoeveelheid grond af op het aantal dieren. Maar ze zijn er wel het slachtoffer van. Momenteel bestaan er geen PAS-maatregelen op maat van circulaire, grondgebonden veehouderij. Bioboeren zijn wettelijk verplicht om hun dieren buiten te laten, terwijl het stikstofdecreet bijna alleen maar kijkt naar welke technieken je kan toepassen op de stal om de uitstoot te verminderen. Je kan dat niet met elkaar verzoenen, het decreet is geschreven op maat van een ander soort veehouderij.
Voor bioboeren met een impactscore kleiner dan 1% zijn een aantal vrijstellingen gegeven tot er passende maatregelen ontwikkeld worden, maar grotere veehouders met een hogere impactscore zitten vast. Zij vrezen de handdoek in de ring te moeten gooien bij een gebrek aan oplossingen voor bedrijven die een positieve milieubijdrage leveren.
Een vaak gehoorde kritiek op de biolandbouw is dat het op een aantal aspecten slechter scoort dan meer gangbare vormen van landbouw, bijvoorbeeld op de uitstoot van broeikasgassen.
De vraag is hoe je de impact op klimaat precies meet. Biolandbouw is heus niet slechter voor het klimaat en kan juist een bijdrage leveren aan een oplossing voor de klimaatproblematiek, zoals door de extra opslag van koolstof in de bodem.
Bij debatten die gevoerd worden in de media krijgt biolandbouw vaak de zwarte piet toegeschoven. Ze serveren ons direct af, omdat een aantal aspecten nog groeimarge hebben. De negatieve aspecten van de gangbare landbouw worden dan weer met de mantel der liefde bedekt. Of critici polariseren het debat door te stellen dat de voedselbevoorrading in de problemen komt als iedereen aan biolandbouw doet. Daar zitten we met 1,6% biolandbouw nog lang niet.
In plaats van te polariseren, wil BioForum vooral oplossingen zoeken, samenwerken en verbinden. Bioboeren zijn pioniers die een belangrijke bijdrage leveren aan verschillende maatschappelijke uitdagingen. Van hen valt nog veel te leren.