De rechtskundige (r)evolutie in de landbouw
Van oudsher informeert

Begin de jaren 50 van de vorige eeuw was het leven simpel, in elk geval wat de bronnen van het recht betrof.
Van 1 naar 3 beleidsniveaus
Eigenlijk bestond er op het ogenblik dat Landbouwleven boven de doopvont werd gehouden slechts één echt beleidsniveau. De Belgische staat vaardigde als enige wetten en besluiten uit, die de burger in het algemeen en de landbouwer in het bijzonder moest volgen. Op het vlak van rechtspraak was er één Hof van Cassatie als hoogste rechtsinstantie voor alle burgerlijke, handels- en strafzaken.
Een eerste bijkomend beleidsniveau kwam er al in 1958. Door de ondertekening van het Verdrag van Rome trad België op 1 januari 1958 toe tot de Europese Economische Gemeenschap (EEG). De EEG zou later evolueren tot de Europese Unie van nu. Europa vaardigt verordeningen, richtlijnen, besluiten en aanbevelingen uit. Samen met deze Europese wetgeving kwam er ook een Europees Hof van Justitie, dat boven de nationale rechtbanken kwam te staan en dat de dag van vandaag een belangrijke bron van rechtspraak is geworden.
Sinds 1970 zijn daarnaast doorheen verschillende staatshervormingen in België de gemeenschappen en gewesten ontstaan. Dat resulteerde in Vlaanderen in een Vlaamse Gemeenschap en een Vlaams Gewest. Deze Vlaamse overheid vaardigt decreten
Momenteel zijn er in Vlaanderen dus niet minder dan 3 belangrijke beleidsniveaus van nationale en internationale wetgeving. Het federale (Belgische) beleidsniveau werd met een bovennationaal (Europees) beleidsniveau en een deelstatelijk (Vlaams) beleidsniveau uitgebreid. Op elk van deze beleidsniveaus kwamen er bovendien belangrijke hoven en rechtbanken bij, die elk met hun rechtspraak de rechtspositie van de burger beïnvloeden.
Van weinig naar heel veel regels
Doorheen de afgelopen 75 jaar kwamen er dus verschillende instanties bij die wetgeving of rechtspraak uitvaardigen of uitspreken. Dit heeft geleid tot een explosie van regelgevingen. Een juridisch standaardwerk over agrarisch recht ten tijde van het eerste nummer van Landbouwleven was een klein boekje van 300 pagina’s, maar dat evolueerde in de loop der jaren naar een losbladig werk in meerdere delen, om vandaag de dag een halve bibliotheekkast te vullen.
In de jaren 50 van de vorige eeuw bevatte een handboek over agrarisch recht hoofdstukken over afpaling, erfdienstbaarheden, buurt- en loswegen en, natuurlijk, de pachtwetgeving. Met verwijzingen naar het Burgerlijke Wetboek en het Bos- en Veldwetboek had de auteur op dat moment bijna voldoende.
Wie vandaag een allesomvattend handboek over agrarisch recht zou willen schrijven, zou, naast de toen reeds relevante thema’s, meerdere boekdelen moeten vullen met milieurecht en stedenbouw, Europese wetgeving inzake het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, VLIF, het Mestdecreet, omgevingsvergunningen, geluidshinder, voedselveiligheid, Registration, Evaluation, Authorisation and Restriction of Chemicals (Reach), burenhinder, en zo meer.
Of om het met een cijfer te zeggen dat voor zich spreekt: in 1950 bevatte het Belgisch Staatsblad in totaal op heel het jaar 9.193 pagina’s. In 2024 was dit aantal opgelopen tot 141.310 pagina’s. Er worden jaarlijks dus meer dan 15 keer zoveel wetten, decreten en andere zaken gepubliceerd dan 75 jaar geleden, terwijl de oude regels niet allemaal verdwijnen of vervangen worden!
Van eenvoudige naar complexe wetgeving
Het zijn bovendien niet alleen de veelheid aan regels en de extra bronnen van rechtspraak die een belangrijke evolutie van de afgelopen 75 jaar kenmerken. Naast de hoeveelheid is er vooral de complexiteit. De klassieke geschillen waarmee een landbouwer 75 jaar geleden geconfronteerd werd, waren vrij eenvoudig te benaderen vanuit één wetgeving, bijvoorbeeld de Pachtwet of het Burgerlijk Wetboek. Vandaag de dag is dat echter helemaal niet meer het geval. In vergunningverlening en handhaving op het vlak van milieu of ruimtelijke ordening spelen soms complexe wetgevingen, die geïnterpreteerd moeten worden aan de hand van Europese regelgeving. Soms blijkt daarbij zelfs dat de Belgische of Vlaamse regelgeving strijdig is met de Europese. Dat brengt dan met zich mee dat zelfs het respecteren van een wet of decreet niet voldoende is…
Van boerenknecht naar adviseurs en advocaten
Deze onmiskenbare evolutie in de juridische wereld in het algemeen, maar zeker ook in de landbouwsector in het bijzonder, doet me denken aan de vaststelling die een wijze ervaren landbouwer jaren terug al maakte: “Mijn vader had vroeger een knecht nodig om zijn werk op het bedrijf te kunnen doen. Ik heb tegenwoordig een goede raadgever en advocaat nodig om te kunnen boeren!”
En precies omdat die overvloedige en complexe regels zo bepalend zijn om vandaag de dag te blijven boeren, blijft Landbouwleven haar lezers informeren.