Startpagina Actueel

Project Pfaster in Willebroek onderzoekt verspreiding en impact PFAS en saneringstechnieken

In het kader van het Europese LIFE-project Pfaster in Willebroek willen 11 partners nagaan waar PFAS voorkomen en hoe ze zich verspreiden. De onderzoekers testen ook nieuwe manieren om de verontreiniging aan te pakken. Tot slot willen ze beter begrijpen wat de gevolgen zijn voor de gezondheid van omwonenden en de lokale natuur als ze worden blootgesteld aan PFAS.

Leestijd : 3 min

In het Europese LIFE Pfaster-project – een Europees subsidieprogramma voor natuur-, milieu- en klimaatprojecten – slaan 11 partners de handen in elkaar om voor de PFAS-problematiek in Willebroek een gebiedsgerichte en systemische aanpak uit te werken die ook kan worden toegepast in andere gebieden. PFAS (per- en polyfluoralkylstoffen) zijn chemische stoffen die schadelijk kunnen zijn voor mens en milieu.

De 11 partners zijn de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM), de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO), VITO, Novobiom, Bio2Clean, KU Leuven, Jan De Nul (Planet Redevelopment), TAUW, de provincie Antwerpen en de Universiteit van Antwerpen. Ze onderzoeken de samenstelling, verspreiding, transfer en risico’s van de verontreiniging. Daarnaast testen ze 3 innovatieve saneringstechnieken en 5 natuurgerichte oplossingen uit.

Verspreiding en impact

Deze maand (juni) starten onderzoekers van het Instituut voor Natuur en Bos, de Universiteit Antwerpen, de Vlaamse Milieumaatschappij en Tractebel Engineering met metingen in de omgeving. Ze zullen stalen nemen van onder meer oppervlakte- en grondwater, bodem, planten en dieren. Het effect op de bodem en het grondwater volgen ze de komende jaren op.

“Met dit project willen we ook beter begrijpen hoe PFAS zich verspreiden via de voedselketen, zowel op het land als in het water in Willebroek”, zegt Jan Verheyen, woordvoerder van de OVAM. “We onderzoeken ook hoeveel PFAS er terechtkomen in verschillende delen van eetbare gewassen (sla, wortel, selderij...) uit particuliere tuinen. Maar indien er landbouwers zijn in dit gebied waar deze gewassen voorkomen, kan dit ook een optie zijn. Hiermee willen we de blootstellingsmodellen beter onderbouwen. Verder willen we ook onderzoeken of oudere verontreiniging anders wordt opgenomen dan nieuwe verontreiniging. Door de gemeten PFAS-waarden kunnen we uiteindelijk inschatten wat de mogelijke risico’s zijn voor het milieu en voor mensen die in contact komen met of voedsel eten uit het gebied waar PFAS voorkomen.”

Innovatieve saneringstechnieken

Het project test ook baanbrekende methodes om PFAS aan te pakken. In de meest verontreinigde zone bij de oude papierfabriek zal het bedrijf Jan De Nul (met zijn saneringstak Planet Redevelopment) een nieuwe bodemspoeltechniek uittesten. Hierbij worden PFAS uit de bodem gespoeld en vervolgens via een speciaal proces uit het water verwijderd met behulp van schuim en schimmels. Daarnaast onderzoekt VITO een andere innovatieve techniek om grondwater te zuiveren.

Deze proefopstellingen zullen zo’n 3 tot 4 maanden actief zijn in de zomer van 2026. De resultaten van deze tests kunnen belangrijk zijn voor de toekomstige sanering van het fabrieksterrein.

Begin juni stelde het bodemsaneringsbedrijf Haemers Technologies al een oplossing voor waarmee het PFAS uit de grond kan halen.

Natuurlijke oplossingen in Broek De Naeyer

In het 66 ha grote natuurgebied Broek de Naeyer (in het noorden van Willebroek) wordt ook gezocht naar natuurlijke manieren om de PFAS-verontreiniging aan te pakken. Bio2Clean, Novobiom, de Universiteit Antwerpen en de OVAM onderzoeken of schimmels, bacteriën en andere organismen PFAS kunnen afbreken. Ook bekijken ze of waterplanten, riet en wilgen kunnen helpen bij het opnemen van de verontreiniging.

De onderzoekers gaan ook na of schimmels, bacteriën en andere organismen PFAS kunnen afbreken.
De onderzoekers gaan ook na of schimmels, bacteriën en andere organismen PFAS kunnen afbreken. - Foto: OVAM

Onderzoekskosten

Alle kosten voor deze onderzoeken en werkzaamheden worden gedragen door het LIFE-project, waarvan 60% wordt gefinancierd door de Europese Unie. Omwonenden, eigenaars, gebruikers of exploitanten hoeven geen kosten te maken. Zij werden per brief geïnformeerd over de start van het onderzoek. In de toekomst worden ze op de hoogte gehouden via een digitale nieuwsbrief en de website www.pfaster.be.

OVAM

Lees ook in Actueel

Eerste geval van hoogpathogene vogelgriep in Luik

Pluimvee Het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) meldt dat op 20 oktober een geval van hoogpathogene vogelgriep (H5N1) is vastgesteld bij een hobbyhouderij in Welkenraedt, in de provincie Luik.
Meer artikelen bekijken