Landbouwbarema 2024: Goed jaar voor melkveehouders, akkerbouwers zien brutowinsten opnieuw dalen
De vertegenwoordigers van de landbouwgroeperingen en de administratie van Financiën bereikten midden juni opnieuw een akkoord over het landbouwbarema en het barema van de varkenshouders met betrekking tot het inkomstenjaar 2024.
2024 was vooral een goed jaar voor de melkveesector en in minder mate ook voor vleesveehouders en varkenshouders. Voor de akkerbouwsector daalden de semibrutowinstcijfers ten opzichte van het vorig jaar aanzienlijk. De opbrengsten per hectare waren voor alle teelten duidelijk lager dan het jaar voordien. De prijzen voor tarwe waren iets beter, maar de suikerbietenprijzen daalden sterk, terwijl de prijs van aardappelen (zowel voor contracten als op de vrije markt) nog iets beter scoorden dan in het jaar 2023.
De varkenssector kende in 2023 een serieuze heropleving en ook 2024 was een vrij goed jaar waarbij de rendabiliteit op niveau bleef. Zowel zeugenhouders als vleesvarkenshouders ontvingen in 2024 iets minder goede prijzen voor hun biggen en vleesvarkens, maar ook de voeder- en energieprijzen daalden aanzienlijk.
Melkveehouders anderzijds gingen er sterk op vooruit ten gevolge van een redelijk gestegen melkprijs en betere prijzen voor koeien en kalveren, waardoor de uiteindelijke semibrutowinst verhoogt met 23,3%.
Voor de vleesveehouderij werd een lichte stijging van de semibrutowinst vastgesteld ingevolge de redelijk gestegen prijzen voor vleesvee, waarbij een stijging van de ruwvoederkosten in rekening werd gebracht.
Bij de besprekingen met de fiscus kwamen deze evoluties zeer duidelijk naar boven. Zowel de macro-economische cijfers van de officiële statistieken van de overheid als de resultaten van de enquêtes op de landbouwbedrijven en bij leveranciers en afnemers, gingen allen in dezelfde richting (zie tabel).
Akkerbouwers kenden een wisselvallig jaar
Vooral de sterk gedaalde kg-opbrengsten in zowat alle teelten hadden een enorme invloed op de rendabiliteit van de sector in 2024. De suikerbietenprijs daalde eveneens aanzienlijk, terwijl de graanprijzen (+8%) en de aardappelprijzen (+4%) iets hoger eindigden. Anderzijds waren er zeer sterk gedaalde energie- en meststofprijzen, de kosten van gewasbescherming en in mindere mate van zaai- en pootgoed waren daarentegen hoger.
Uiteindelijk werden de onderhandelingen afgesloten met een akkoord over de semibrutowinst, die gemiddeld 21,75% lager uitkomt.
Aardappeltelers moeten voor hun oppervlakte aardappelen die 5 ha overschrijdt ook nog 750 euro/ha extra meerwinst aangeven omwille van de hogere aardappelprijs op de vrije markt tot begin februari 2025.
Belangrijk is ook dat de vergoedingen ontvangen van het Rampenfonds of uitbetaald in het kader van een brede weersverzekering in de semibrutowinst werden opgenomen. Hetzelfde geldt voor vergoedingen in het kader van koolstoflandbouw of
Vleesveehouders hadden in 2024 meer reden tot tevredenheid
De prijzen in de vleesveehouderij, vooral voor de betere kwaliteit, waren duidelijk hoger dan in 2023. De hogere ruwvoederkost en de impact van de blauwtongziekte resulteerden, in combinatie met betere prijzen, tot een semibrutowinststijging van ongeveer 2,7%.
Sterke stijging voor melkveehouderij dankzij hogere melkprijs
Voor de melkveehouders betekende 2024 een stijging van de melkprijs met bijna 10% en een licht betere opbrengst van de koeien en de kalveren. In combinatie met de gedaalde energie- en gestegen ruwvoederkosten resulteerde dit in een stijging van de semibrutowinst met iets meer dan 23%. Het niveau van de coëfficiënten liters melk per hectare – onder andere nodig om de fictieve ha melk te berekenen – bleef ongewijzigd.
De verhoging (progressie) van de semibrutowinst per hectare voor grotere bedrijven daalt niet en blijft 5 euro/ha. Deze verhoging wordt toegepast vanaf 35 ha en loopt door tot 115 ha. Een melkveebedrijf met 115 ha melk zal dus voor zijn ha melk boven de 35 ha de semibrutowinst per hectare zien verhogen met 400 euro (5 euro x 80 ha).
Aftrekbare kosten
De individueel aftrekbare kosten blijven dezelfde (pacht, dierenartskosten, sociale bijdragen, intresten…). De lonen en loonwerken blijven aftrekbaar tot een maximum van 640 euro/ha om de loonwerkkosten en lonen van helpers te kunnen aftrekken. Ook de verzekeringspremies die worden betaald in het kader van de brede weersverzekering blijven individueel aftrekbaar. In het geval dat percelen van aardappelen niet zijn geoogst of zijn weggerot in loodsen, kan, mits een correcte vaststelling, nog steeds een uitzonderlijk verlies worden afgetrokken.
Voor de melkveehouderij, de vleesveehouderij en de schapenhouderij is voorzien dat, naast de aftrek voor sterfte van dieren, ook nog een aftrek mogelijk is voor de zieke dieren op het bedrijf ingevolge blauwtong. De nodige attesten moeten hiervoor worden afgeleverd door de dierenarts.
Tot slot werd ook beslist dat de kosten voor de aanschaf van softwarekosten in het kader van de vanaf 1 januari 2026 ingevoerde verplichting om e-facturen te kunnen ontvangen en eventueel verzenden, individueel aftrekbaar zijn. Overeenkomstig de wettelijke regeling is 120% van de betaalde kost aftrekbaar.
Varkenshouders boekten in 2024 een goed resultaat
In de varkenshouderij werd een beperkte daling van de biggen- en vleesvarkensprijs genoteerd, in combinatie met een daling van de prijs van het krachtvoeder en de energiekosten. Dit resulteerde in een semibrutowinst van 420 euro per productieve zeug (485 euro semibrutowinst in 2023) en een semibrutowinst van 19 euro per verkocht vleesvarken (20 euro semibrutowinst in 2023).
Voor varkenshouders op contract steeg de semibrutowinst van 9 euro per afgemest varken naar 10 euro, onder andere door de gedaalde energiekosten.
Progressies voor zeugen- en vleesvarkensbedrijven
Voor grotere varkensbedrijven wordt de semibrutowinst nog aangepast. Meer concreet zullen bedrijven met meer dan 200 zeugen en/of 5.000 verkochte vleesvarkens een gecorrigeerde semibrutowinst moeten aangeven.
Voor zeugenhouders met meer dan 200 aan te geven zeugen zal de semibrutowinst per zeug voor de zeugen >200 verhogen met 0,5 euro per zeug met een maximum correctie van 150 euro per zeug. Dit betekent dat een bedrijf met 300 zeugen een semi-winst per zeug van 420 euro zal aangeven voor de eerste 200 zeugen en van 470 euro per zeug voor de laatste 100 zeugen.
Voor vleesvarkenshouders met meer dan 5.000 verkochte vleesvarkens zal de semibrutowinst per vleesvarken voor de vleesvarkens >5.000 verhogen met 0,002 euro per verkocht vleesvarken, met een maximum correctie van 12 euro per vleesvarken. Dit betekent dat een bedrijf met 7.000 verkochte vleesvarkens een semibrutowinst per vleesvarken van 19 euro zal aangeven voor de eerste 5.000 vleesvarkens en 23 euro per vleesvarken voor de laatste 2.000 vleesvarkens.
Verliezen wegens sterfte van varkens
De verliezen voor sterfte van varkens mogen gespreid afgetrokken worden over een periode van 3 jaar. Dit betekent dat verliezen van 2022, 2023 en 2024 kunnen afgetrokken worden in de aangifte van het inkomstenjaar 2024.
Invullen en indienen van de belastingaangiften
De aangifteformulieren van de land- en tuinbouwers die hun forfaitaire aangifte niet via tax-on-web (laten) invullen, zullen vanaf eind september 2025 worden verzonden. De uiterste datum van terugzending is voor iedereen bepaald op 15 januari 2026. De landbouwers worden verzocht om hun gegevens zo vlug mogelijk aan hun adviseur te bezorgen wanneer hij of zij hierom verzoekt, zodat deze kan zorgen voor een tijdige aangifte.
