Nederland gaat stapsgewijs naar een dierwaardigere veehouderij in 2040
Koeien nog vaker in de wei, meer ruimte en rustplaatsen voor pluimvee en biggen langer bij de zeug. Dit is een greep uit de afspraken uit het nieuwe Nederlandse convenant Stappen naar een dierwaardige veehouderij.

Het Nederlandse convenant werd op 24 juni ondertekend door de agrarische partijen, dierenwelzijnsorganisaties en markt- en ketenpartijen en door de ontslagnemende Nederlandse minister van Landbouw, Natuur, Visserij en Voedselzekerheid (LVVN) Femke Wiersma (BBB).
Er wordt in Nederland stapsgewijs gewerkt aan dit doel richting 2040, waarbij nadrukkelijk wordt gekeken naar een goed verdienmodel voor boeren en ruimte binnen de vergunningen. De nieuwe Autoriteit Dierwaardige Veehouderij monitort en rapporteert over de voortgang.
“De Nederlandse boer zorgt al jaren voor hoge standaarden in dierenwelzijn. Met dit convenant zetten we de koers naar verdere verbetering, zonder het onmogelijke te vragen. Dit doen we samen met de sector, Dierenbescherming, Caring Farmers en markt- en ketenpartijen. Met oog voor het dier én het boerenbedrijf. Want alleen een realistisch pad is ook een haalbaar pad”, zegt minister Wiersma.
Van boer tot supermarkt: de hele keten doet mee
Uit onderzoek van Wageningen University & Research en Connecting Agri & Food blijkt dat de voorgenomen maatregelen grote financiële gevolgen kunnen hebben voor de sectoren. Boeren kunnen deze omslag niet direct en vooral niet alléén maken. Daarom is in het convenant afgesproken dat ook supermarkten, verwerkers en andere marktpartijen hun verantwoordelijkheid nemen. Producten moeten worden afgenomen tegen een eerlijke prijs, zodat boeren ook bij hogere kosten een redelijk inkomen kunnen verdienen.
De komende jaren werken alle convenantspartijen samen om nog meer kennis te ontwikkelen, praktijkproeven uit te voeren en afspraken met andere marktpartijen te maken. Zo ontdekken we wat in de praktijk werkt en kunnen voorlopers sneller stappen zetten. Hiervoor heeft het Nederlandse kabinet 51 miljoen euro beschikbaar gesteld.
Autoriteit Dierwaardige Veehouderij
De nieuw op te richten Autoriteit Dierwaardige Veehouderij meet, monitort en rapporteert of de doelen van het convenant worden gehaald en houdt de voortgang in de gaten. In 2028, 2033 en 2038 wordt geëvalueerd of alle randvoorwaarden zijn ingevuld voor de volgende stap. Voorbeelden van die randvoorwaarden zijn een goed verdienmodel voor boeren en de mogelijkheid om een vergunning te verkrijgen.
Het convenant sluit nauw aan op de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) Dierwaardige Veehouderij 2040, die sinds 24 juni door minister Wiersma is opengesteld voor internetconsultatie. In deze AMvB staat beschreven hoe melkvee, kalveren, varkens en kippen op een dierwaardige manier gehouden kunnen worden. De regels zijn gebaseerd op recente wetenschappelijke inzichten en praktijkervaringen uit de veehouderij. Waar mogelijk zijn het doelvoorschriften, zodat boeren zelf kunnen bepalen hoe ze deze toepassen binnen hun bedrijf. De maatregelen worden wettelijk verplicht voor alle veehouders.
Met de ondertekening is het convenant meteen officieel en kan iedereen direct aan de slag met de afspraken. Op de concept-AMvB van minister Wiersma kunnen geïnteresseerde burgers, bedrijven en organisaties nog tot 5 augustus reageren.
Het convenant werd ondertekend door onder meer de Nederlandse landbouworganisatie LTO, Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) en de Producentenorganisatie Varkenshouderij (POV).
“Eindelijk wordt erkend dat een hogere standaard ook een hogere prijs moet opleveren. Dierenwelzijn kan alleen omhoog als het verdienvermogen van de boer meebeweegt. Het is goed dat dit nu als harde randvoorwaarde is opgenomen”, aldus Caroline van der Plas van de BoerBurgerBeweging (BBB).