Startpagina Actueel

Herman Diricks: “Het FAVV is een betrouwbare partner voor landbouwers”

Herman Diricks, sinds 2014 afgevaardigd bestuurder van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV), blikt bij het einde van zijn mandaat terug op de grote beleidskeuzes van het afgelopen decennium. In dit interview benadrukt hij het belang van een strikte maar eerlijke controle, gaat hij in op de vaak terugkerende kritiek vanuit de landbouwsector, en verdedigt hij een ‘holistische’ benadering van de voedselketen, van boer tot consument.

Leestijd : 6 min

Tien jaar aan het hoofd van het FAVV betekent 10 jaar waakzaamheid, bijsturing, modernisering, maar ook crisisbeheer in een sector die niet altijd over rustig vaarwater beschikte.

Sinds uw aantreden in 2014, wat waren uw belangrijkste strategische prioriteiten?

Toen ik op 1 mei 2014 werd aangesteld als bestuurder van het FAVV stond de organisatie al stevig op poten. Het was eerst en vooral belangrijk om de continuïteit te verzekeren. Maar samen met het directieteam hebben we ook grondig nagedacht over onze koers op middellange termijn. We hebben driejarige strategische en operationele plannen opgesteld, die onze prioriteiten duidelijk maken voor alle betrokken partijen.

We hebben daarnaast hard gewerkt aan de missie en visie van het FAVV. Buiten de wettelijke verplichtingen wilden we vooral betekenis geven aan ons dagelijks werk. We kozen er bewust voor om de consument centraal te zetten in onze visie. Dat vereist een geïntegreerde benadering van de voedselketen, van op het veld tot in de winkelrekken, met aandacht voor elke schakel.

Uiteraard moesten we ook omgaan met forse budgettaire beperkingen. Sinds 2014 hebben opeenvolgende regeringen besparingen opgelegd. Elk jaar opnieuw moesten we keuzes maken om ons hoge niveau van voedselveiligheid te behouden.

Samenwerking met landbouw

Hoe werkt het FAVV concreet samen met de landbouwsector?

Onze organisatie bestaat uit verschillende algemene directies. Diegene die zich bezighoudt met het controlebeleid speelt een centrale rol in de relatie met de landbouw. We organiseren regelmatig overleg met de beroepsfederaties, zowel in het noorden als in het zuiden van het land. Daar worden nieuwe regelgeving of geplande maatregelen besproken.

Daarnaast zit ik het adviescomité van het FAVV voor, waarin alle sectoren vertegenwoordigd zijn. Landbouw komt daar vanzelfsprekend vaak aan bod, zeker bij onderwerpen zoals dierziekten, die gevolgen kunnen hebben voor de hele keten.

Wat doet het FAVV concreet terug voor de landbouwsector?

Men vergeet vaak dat het FAVV niet enkel een controle-autoriteit is, maar dat het ook concrete steun biedt bij crisissituaties. Bij het uitbreken van dierziekten neemt het agentschap tal van operationele kosten op zich: het reinigen en ontsmetten van getroffen bedrijven, het vernietigen van besmette dieren, laboratoriumanalyses, enzovoort. Dat zijn aanzienlijke bedragen die landbouwers anders zelf zouden moeten dragen.

In 2024 bijvoorbeeld besteedde het FAVV 3,5 miljoen euro aan de bestrijding van vogelgriep en 1,7 miljoen euro aan blauwtong. Deze bedragen komen uit het agentschapsbudget. Tijdens het fipronilschandaal in 2017, waarbij een verboden insecticide werd aangetroffen in legkippenbedrijven, hebben we ook specifieke schadevergoedingen uitgekeerd. Toen werkten we nauw samen met onze collega’s in Nederland, Duitsland en elders om besmette producten te traceren en de crisis in te dijken. Het Sanitaire Fonds vergoedt de waarde van de dieren, terwijl het FAVV instaat voor de logistieke en sanitaire aspecten.

Het is belangrijk om te benadrukken dat de landbouwsector het meeste voordeel haalt uit deze steunmaatregelen, vergeleken met andere schakels in de voedselketen. Ze zijn essentieel om het weerstandsvermogen van de sector in crisistijden te versterken en tonen aan dat ons werk niet beperkt blijft tot sanctioneren, maar dat we ook beschermen en begeleiden.

 

We kozen er bewust voor om de consument centraal te zetten in onze visie. Dat vereist een geïntegreerde benadering van de voedselketen, van op het veld tot in de winkelrekken , benadrukt Herman Diricks.
We kozen er bewust voor om de consument centraal te zetten in onze visie. Dat vereist een geïntegreerde benadering van de voedselketen, van op het veld tot in de winkelrekken , benadrukt Herman Diricks.

Te veel controles?

Sommige landbouwers verwijten het FAVV een overvloed aan controles. Wat zegt u daarop?

Ik begrijp dat gevoel, maar het klopt niet met de feiten. Gemiddeld krijgt een landbouwer maar om de 8 tot 10 jaar een controle van het FAVV. Sommige landbouwers worden vaker gecontroleerd, maar dat komt meestal doordat ze bijkomende activiteiten uitoefenen, zoals hoeveverkoop of een eigen slagerij, waarvoor andere controlefrequenties gelden.

Bovendien worden veel controles niet door het FAVV uitgevoerd, maar door andere instanties: private auditoren, regionale overheden... Die verwarring voedt het gevoel van overlast. En laat ons duidelijk zijn: wie al een positieve audit onderging voor een lastenboek, is doorgaans beter voorbereid op onze controles, die dan ook sneller en vlotter verlopen.

De cijfers spreken voor zich: in 2024 bedroeg de conformiteitsgraad in de landbouwsector 90,6%. Van de 8.243 uitgevoerde controles werden slechts 240 processen-verbaal opgesteld – dat is minder dan 3% met een vastgestelde inbreuk. Dat onderstreept het professionalisme van de grote meerderheid van de landbouwers.

En op het vlak van fytosanitaire controle, wat zijn daar de grootste risico’s?

Het plantaardige domein blijft vaak onderbelicht, wellicht omdat het minder direct de volksgezondheid raakt. Toch zijn de risico’s reëel. De introductie van exotische organismen kan enorme economische schade veroorzaken. Zo ontdekten we de bacterie Xylella fastidiosa, overgebracht via ingevoerde olijfbomen, en het insect Bactrocera dorsalis, op fruit. Gelukkig is er geen haard gevormd. België wordt soms beschermd door zijn ligging – plagen moeten vaak eerst door andere landen – maar een rechtstreekse introductie blijft mogelijk. Waakzaamheid is dus cruciaal.

Helpt het FAVV de landbouwsector bij duurzame praktijken?

Indirect. Duurzaamheid valt onder regionale bevoegdheid, maar als duurzame praktijken de veiligheid van de voedselketen raken, dan treden wij op. Denk bijvoorbeeld aan de korte keten, die we nauwgezet opvolgen om het vertrouwen van de consument te waarborgen.

Het FAVV is niet enkel een controle-autoriteit, maar biedt ook concrete steun bij crisissituaties

Landbouworganisaties

Hoe verloopt de samenwerking met landbouworganisaties?

Op een overleggerichte en evenwichtige manier. We bespreken met organisaties uit noord en zuid alle regelgevingskwesties waarvoor er een nationale marge bestaat. Zo hebben we bij de implementatie van de Europese pesticideverordening en de invoering van een elektronisch register geanticipeerd op de noden van de sector, zodat zij hun instrumenten tijdig konden aanpassen.

Verder publiceren we richtlijnen en circulaires en bieden we opleidingen aan, onder meer via onze voorlichtingsdienst, die elk jaar ook honderden vragen beantwoordt.

Hoe zorgt het FAVV ervoor dat controles als rechtvaardig en constructief worden ervaren?

Inspectie is een deel van onze opdracht, maar we streven ernaar dat dit gebeurt in een sfeer van wederzijds respect. De resultaten zijn goed en we tonen flexibiliteit wanneer de situatie dat toelaat. We investeren ook in digitalisering om de contacten te vergemakkelijken en voeren regelmatig tevredenheidsenquêtes uit. De dialoog met het terrein is essentieel en die is de afgelopen jaren verbeterd.

Internationaal

Uw internationale rol is minder bekend. Wat is daar de strategie?

We beschikken over een actieve dienst internationale relaties. Het FAVV staat garant voor de betrouwbaarheid van ons controlesysteem – een voorwaarde voor export naar derde landen.

Zo konden we de Chinese markt heropenen voor varkensvlees na de Afrikaanse varkenspest. Maar dat is maar één voorbeeld: in 2024 verkregen we exporttoegang voor peren, witloof en paprika’s naar China, voor zuivelproducten naar El Salvador en peren naar Peru. We hebben zelfs een voedselveiligheidsattaché in China.

Het FAVV is dus een uithangbord van onze sanitaire geloofwaardigheid, zowel voor export als binnen de EU.

Hebt u nog een laatste boodschap voor de landbouwers, nu u vertrekt bij het FAVV?

Wees niet bang van het FAVV. Wij zijn een betrouwbare partner, met oren naar het terrein. We begrijpen hun beperkingen en zijn ervan overtuigd dat wederzijds begrip de sleutel is tot een sterke, duurzame en gerespecteerde voedselketen. Onze dialoog is in de loop der jaren verbeterd en dat komt iedereen ten goede: controle wordt, als ze goed begrepen wordt, een meerwaarde voor de producent.

We investeren ook sterk in voorbereiding op onverwachte situaties. Er is een crisis-cel actief en we organiseren regelmatig simulaties om klaar te zijn voor een dier- of plantengezondheidscrisis. Die professionaliteit en anticipatie helpen ook om onze buitenlandse handelspartners gerust te stellen en om Belgische landbouwers duurzame toegang tot markten te bieden.

Tot slot: het FAVV is zich bewust van de veranderingen in voeding en landbouw. We zijn geen starre organisatie: We evolueren mee met onze tijd. We luisteren. We passen ons aan. En dat is volgens mij de echte garantie voor onze blijvende relevantie.

Marie-France Vienne

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken