Bayer zoekt naar nieuwe oplossingen met bestaande middelen
Op het proefplatform van Bayer werden dit jaar vooral nieuwe oplossingen met bestaande middelen inzake gewasbescherming gedemonstreerd om het verdwijnen van actieve stoffen op te vangen. Bayer toonde met Buteo Start een zeer recent erkende zaadontsmetting, naast een nieuw insecticide dat wacht op toelating in meerdere teelten.

Vanuit het supportteam Agri van Bayer gaf Andreas Vandersmissen ons heel vakkundig en uitgebreid toelichting bij de demoproeven die ze voorzien op hun platform in Houtain-Le-Val.
Een eerste nieuwigheid is dat er stevig gewerkt wordt aan de uitbreiding van de erkenning van Sivanto Prime. Erkenningen daarvoor zijn er al in meerdere teelten, zoals aardappelen, erwten en diverse fruit- en groentegewassen “Het is zeer effectief tegen een aantal schadelijke insecten zoals meerdere luizensoorten, waarbij het supergoed nuttige insecten en bestuivers spaart. Gesterkt door dit gegeven werkt de fabrikant aan verdere uitbreiding van de toelatingen in andere teelten”, stelde Vandersmissen.
Nieuwe zaaizaadontsmetting
Het recentste nieuws was de erkenning van Buteo Start, een nieuwe zaaizaadontsmetting in bieten gebaseerd op de actieve stof flupyradifuron. Het is een opwaarts systemisch insecticide, dat zich herverdeelt in de plant. Dat is deels de sterkte van het middel.
Buteo Start beschermt de jonge bietenplanten tegen aanvallen van ondergrondse en andere insecten. Het is wel belangrijk om te vermelden dat deze zaadcoating de vergelingsziekte in bieten niet volledig ondervangt, maar bijdraagt door flexibiliteit te bieden richting positionering en verdere uitvoering van de insectenbestrijding.
Gewijzigde erkenning
In de bietenteelt is de voorbije jaren de onkruidbestrijding versterkt door de mogelijkheid van de Conviso One-technologie. Tot vorig jaar waren 2 toepassingen met dit herbicide erkend. Dat wijzigde dit jaar naar een eenmalige toepassing, voordat de biet het 2 bladstadium bereikte. Daarnaast mag het nog tweemaal toegepast worden, maar niet vollevelds, slechts op 60% van de perceelsoppervlakte via een bandbespuiting (strokenbehandeling). Aangezien veel veldspuiten deze techniek nog niet bieden, is het logisch dat er binnen de erkenning naar andere oplossingen wordt gezocht, want één toepassing van het herbicide Conviso One is onvoldoende.
Andreas Vandersmissen gaf mee om tijdig te starten met de onkruidbestrijding in bieten met een schema waarin 1 l/ha Conviso One is toegevoegd aan de tankmix. “Hierna volgt een tweede behandeling of correctie, waarbij de middelen moeten uitgezocht worden in functie van de voorkomende onkruiden. Hebben we te maken met resistente onkruiden, bijvoorbeeld kamille en klaproos, voer dan ook een vooropkomstonkruidbestrijding uit, als je dit laat volgen door een schema waar Conviso One in zit.”
Fungicide in bieten
Vorig jaar had Bayer een 120 dagenregeling om zijn fungicide Propulse/Yearling in te zetten in de suikerbietenteelt. Dit jaar is er een definitieve erkenning gekomen. Die is er ook voor cichorei. Propulse doet het heel goed inzake de beheersing van de schimmelziekte cercospora. Vandersmissen raadde aan om de bestrijding van bladziekten te starten met het sterkste middel dat beschikbaar is en om tijdig terug te keren en om de intervallen dus niet te hoog te laten oplopen. Daarnaast gaf hij aan dat ook de variëteitenkeuze wel degelijk een verschil maakt in het toeslaan van cercospora in suikerbieten.
Propulse doet het ook goed inzake de bestrijding van alternaria, roest, witziekte, sclerotinia in cichorei. In de koolzaadteelt was Propulse al erkend en bekend voor zijn goede werking op sclerotinia.
Interessant inzake resistentiemanagement is dat Propulse 2 actieve stoffen met een verschillende werkingswijze combineert, namelijk fluopyram en prothioconazole.
Wat na flufenacet?
Een zwaartepunt van de proefveldwerking op het demoplatform van Bayer was dit jaar de onkruidbestrijding in granen. De sector bereidt zich immers voor op het wegvallen van herbiciden op basis van de actieve stof flufenacet. Bayer heeft met Mateno Duo een sterk middel om onkruiden in granen aan te pakken en dan zeker raaigras, duist, klaproos, kamille en andere dicotylen. Afhankelijk van de situatie zijn andere mengpartners nodig om een volledige onkruidbestrijding te realiseren in het najaar.
Andreas Vandersmissen prees de flexibiliteit van dit middel qua positionering (vooropkomst of vroege naopkomst in het najaar) en het feit dat er zowel een goede bodemwerking is met nawerking als een goede contactwerking.
In de teelt van wintertarwe werd ook even naar de ziektebestrijding gekeken. Daar heeft Bayer voor de bladbehandeling of T1-bespuiting heel wat oplossingen in het gamma zitten met coformuleringen op basis van prothioconazole en een andere partner. “Dit vormt al een heel belangrijke basis in de ziektebeheersing. Tijdig behandelen op het juiste stadium is enorm belangrijk. De positionering van de T1-behandeling bepaalt de kracht van de werkingsefficiëntie van de toegepaste T2-behandeling op bruine roest.”
Formulering bepaalt werking
Voor de onkruidbestrijding in granen in het voorjaar verwees hij ook naar de herbiciden op basis van de actieve stof mesosulfuron uit het Sigma-gamma van Bayer. De WG- en OD-formuleringen die de fabrikant biedt, zorgen volgens hem voor meer werkzaamheid en een breder spectrum onkruiden die bestreden worden, in vergelijking met generieke mesosulfuronmiddelen op de markt. “Niet alleen de actieve stof bepaalt de werkzaamheid van de middelen, ook de vulstoffen die toegevoegd worden, het type formulering net als de gekozen adjuvanten”, stelt Andreas Vandersmissen krachtig.
Onkruidbestrijding aardappelen
Middelen op basis van flufenacet dreigen niet enkel in granen te verdwijnen, maar ook in de aardappelteelt. Bijkomend is heel recent de erkenning van herbiciden op basis van de actieve stof metribuzin ingetrokken. Dat alles maakt dat ook in deze teelt naar oplossingen gezocht moet worden.
Als deel van het antwoord op de toekomstige uitdaging vindt Bayer mogelijkheden met het opdrijven van de dosering van Challenge in diverse schema’s. “Dat zorgt voor een meerwaarde voor de bestrijding van doornappel en enkele grassen. Verder zie je via de proefveldwerking die we realiseerden, duidelijk dat hoe meer actieve stoffen er gecombineerd worden tijdens de onkruidbestrijding in aardappelen, des te beter het resultaat is.”
Afgelopen voorjaar kende zeer droge omstandigheden, ook daarin bewees het middel Challenge zich in diverse mogelijke schema’s. Het toont een goede basiswaarde tegen melganzenvoet en kruisbloemigen en het zorgt voor versterking in het middelenschema tegen perzikkruid en zwaluwtong. Verder werd nog op de goede selectiviteit ervan gewezen, zelfs bij toepassingen, dicht bij opkomst.