Drone zaait groenbedekker boven niet geoogste maïs
Vrijdagochtend 4 september zaaide in Heist-op-den-Berg een drone een groenbemester in boven een nog niet geoogst maïsperceel. Het is voor het eerst dat deze techniek in onze regio werd uitgevoerd, waarmee een nieuw stuk landbouwgeschiedenis is geschreven.

Drone’s in de landbouw zijn al lang geen nieuwigheid meer. “Wel nieuw is dat deze voor het eerst bij ons, terwijl de maïs nog op het veld staat, een nateelt of groenbemester inzaait. De demonstratie kaderde in het project Land-Lab hiermee onderzoekt Rurant (platform voor rurale ontwikkeling in de provincie Antwerpen) hoe landbouw en natuur dichter bij elkaar gebracht kunnen worden”, zo legt coördinator Wim Poelmans uit.
Duurzaam werken is spanningsveld verkleinen
Schepen van landbouw van Heist-op-den-Berg, Wim Van den Bruel, vult aan en benadrukt het belang van dergelijke initiatieven. “Het maïsperceel ligt aan de rand van een landbouw- en natuurgebied, een ‘bewogen’ gebied op het gewestplan mogen we wel zeggen. Door in te zetten op duurzame initiatieven, zoals de inzet van een drone, kunnen we tonen dat de landbouw toekomstgericht werkt en het spanningsveld tussen landbouw en natuur verminderen. Dat is precies wat we hier nodig hebben.”
Hij wijst tevens naar de problematiek van vernatting en de moeilijke bereidbaarheid van velden, zo ook in het lagergelegen gebied ‘Bruggeneindse Goren’ waar het maïsperceel gelegen is. “Inzet van een drone, maakt hier een aanzienlijk verschil.” Dat beaamden ook aanwezige landbouwers.
Doordat zij minder afhankelijk zijn van het weer en in de drone een praktische manier zien om aan hun bodemgezondheid te werken, ervaren zij minder stress bij het inzaaien van de groenbedekker. Ze geven aan blij te zijn nieuwe perspectieven in de landbouw te zien waarbij ze bodems gezonder kunnen houden en uitspoeling van nutriënten tegen gaan.
De demo die doorging in het kader van het Land-Lab project beperkte zich niet tot het ene maïsperceel, maar omslaat een oppervlakte van wel 10 ha. Bij meerdere landbouwers uit de regio zijn verschillende maïspercelen ingezaaid. Zo kan de methode op grotere schaal en op diverse velden getest en opgevolgd worden.
Voorsprong geven
Hannes Van Den Eynde, adviseur agro-ecologie; legt uit waarom een groenbemester ingezaaid wordt, nog voor de maïs geoogst wordt. “September en oktober bieden nog heel wat daglicht en warmte, dat heeft de groenbemester nodig om goed ontwikkeld de winter in te gaan. Zo geven we hem voorsprong. Gaan we deze pas zaaien na de maïsoogst, dan verliezen we teveel nuttige tijd. Later in het najaar, na de maïsoogst, op de klassieke wijze –met tractor en zaaimachine– een groenbemester inzaaien, kan heel moeilijk uitpakken in natte omstandigheden. Nu een drone inzetten verhelpt deze moeilijkheden.”
Op het ogenblik van de demonstratie, 5 september, was nog niet gekend wat met de maïs ging gebeuren. Mogelijks wordt hij verkocht als hakselmaïs, mogelijks wordt hij pas later gedorst en verhandeld als korrelmaïs. Vraag is nog hoe de groenbemester de maïsoogst overleeft. Hannes Van Den Eynde had er alvast vertrouwen in. Hij gaf nog mee dat de techniek met de drone een klein beetje zaadverliest oplevert, doordat er zaad blijft plakken aan de maïsplanten. “Maar hier is rekening mee gehouden. De propellors van de drone bevorderen dan weer het indringen van het zaad in het maïsperceel.”
Als groenbemester werd er gekozen voor een mengsel van een diepwortelende radijssoort samen met perzische- en incarnaatklaver. “Dit zijn lichte zaden, wat een voordeel is als er met een drone gezaaid wordt. Tevens is het een groenbedekker die dikke wortels vormt die diep wortelen. Zo nemen ze nog heel wat stikstof uit de bodem, zorgen ze voor een betere bodemstructuur en leveren ze suikers en koolstof terug aan de grond. Het is ook een mengsel dat na de winter vlot zijn groei herneemt.”
Praktische uitvoering
De groenbemester werd uitgezaaid aan een dosering van 12 kg/ha. “De drone kan ongeveer 10 minuten in de lucht blijven. Dan zijn niet alleen de batterijen ervan leeg, maar is ook de zaadtank (10l) leeg”, geeft dronepiloot Arnaud Laurencin aan. “Met een goede voorbereiding en organisatie, kan de capaciteit oplopen tot 12 ha/u. Veel hangt ook af van de werkbreedte die ik instel. Nu is die ingesteld op 7m, wat gebruikelijk is, maar het kan nog net iets meer zijn.”
Voordat hij aan het werk ging met de ‘zaaidrone’ die zonder batterijen en zaadtank al snel 25 kg weegt; bracht Arnaud Laurencin het perceel in kaart met een ‘kleinere’ veel lichtere drone. Op zijn kantoor kan hij een deel voorbereidend werk doen. Toch prefereert hij om dit zoveel mogelijk op het perceel zelf te doen. Hoogspanningspilonen, bomen(rijen) of andere obstakels ziet hij het liefst ter plekke.