Elf van 41 piekbelasters op oude ‘rode lijst’ zijn vrijwillig gestopt
Elf van de 41 piekbelasters uit 2022, veeteeltbedrijven die piekuitstoters van ‘stikstof’ zijn, zijn vrijwillig gestopt. Zo maakt de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) op 8 september bekend in de commissie Leefmilieu binnen het Vlaams Parlement.

Minister van Omgeving en Landbouw Jo Brouns (cd&v) verdedigde er de berekening van de nieuwe 'rode lijst'. Na een recente hertelling werden namelijk minder piekbelasters geïdentificeerd. Momenteel staan nog 11 bedrijven op die lijst.
Piekbelasters zijn de veeteeltbedrijven die door de combinatie van hun ligging met hun stikstof- en ammoniakuitstoot de grootste impact hebben op de beschermde natuur in hun omgeving. In 2022 telde de rode lijst 41 bedrijven, op basis van uitstootgegevens van 2015. Na een recente herberekening bleven echter nog 11 piekbelasters over. Een landbouwbedrijf belandde daarbij pas op de nieuwe lijst als het in de periode 2020-2022 minstens 2 jaar verantwoordelijk was voor de helft (of meer) van de stikstofneerslag die de nabije natuur aankan, zo licht Bart De Schutter, gedelegeerd bestuurder van de VLM, toe.
Vier van die bedrijven liggen in Oost-Vlaanderen, 3 in Limburg, 3 in Antwerpen en 1 in Vlaams-Brabant. Twee van hen zijn al ingegaan op het flankerend beleid. De vorige Vlaamse regeringen achtten de impact van de bedrijven op de rode lijst zo groot dat hij niet opgelost kon worden. Daarom werden ze verplicht te sluiten tegen 2025, weliswaar tegen een uitkoopvergoeding. Maar onder de huidige regeling krijgen de huidige bedrijven op de rode lijst nog meer tijd om hun uitstoot te drukken. Dat kan bijvoorbeeld door extra investeringen in technologie of door de veestapel te verkleinen. Ze krijgen daarvoor de tijd tot hun vergunning verloopt, en uiterlijk tot 2030.
Opvallend: sinds 2015 hebben in totaal 47 piekbelasters voor het flankerend beleid gekozen, en dus stopzetting van hun veeteelttak.