UGent-emeritus Norbert Fraeyman: “Een alternatief voor glyfosaat dringt zich op”
Sinds 2015 is Norbert Fraeyman emeritus hoogleraar in de farmacologie bij UGent. Hij is ook al sinds de jaren 1980 lid van de Hoge Gezondheidsraad. Onlangs verscheen zijn Engelstalige boek ‘Glyphosate, 2023-2033’. Daarin stelt hij dat de actieve stof glyfosaat – bekend door het middel Roundup – zwak kankerverwekkend is. “Mede door de toenemende resistentie zal het gebruik van dit beste herbicide aller tijden op termijn moeten worden herzien.”

Norbert Fraeyman (77) werkte aan de Universiteit Gent tot 2015 en aan de UZ Gent tot 2017. Binnen de faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen van UGent was hij hoogleraar Biochemische farmacologie, de leer die de werking van geneesmiddelen onderzoekt. In de loop der jaren kwam daar toxicologie bij. Binnen het UZ Gent was Fraeyman tot aan zijn emeritaat ook verantwoordelijk voor milieuzorg en veiligheid van het personeel. Fraeyman werd in de jaren 80 lid van de Hoge Gezondheidsraad, het wetenschappelijk adviesorgaan dat de Belgische overheid ondersteunt op het gebied van de volksgezondheid.
Wat is glyfosaat?
Vanaf 1996 raakte Norbert Fraeyman geïnteresseerd in de actieve stof glyfosaat. Dit niet-selectief systemisch totaalherbicide (onkruidbestrijdings-middel) is bij landbouwers vooral bekend onder de naam van het middel Roundup. Het werd in 1970 ontdekt door John E. Franz, een chemicus van Monsanto. Dit Amerikaanse gewasbeschermings-bedrijf bracht glyfosaat jarenlang op de markt. In 2018 werd Monsanto overgenomen door het Duitse chemiebedrijf Bayer.
Sinds de jaren 90 wordt glyfosaat wereldwijd massaal gebruikt in de land- en tuinbouw, maar ook daarbuiten op moeilijker te bereiken plaatsen, zoals op spoorwegbermen. In België is het gebruik door niet-professionele gebruikers (particulieren) sinds 6 oktober 2018 verboden. Het product werkt door het zogenaamde ‘EPSPS-enzym’ te blokkeren, dat planten nodig hebben voor de productie van essentiële aminozuren. Zonder deze aminozuren kan de plant niet overleven en zal hij zeer snel verwelken en afsterven.
Vergunningverlening met hordes
In 2012 werd het gebruik van glyfosaat in Europa goedgekeurd. “Drie jaar later publiceerde het International Agency for Research on Cancer (IARC), het Internationaal Agentschap voor Kankeronderzoek) – een affiliatie van de Wereldgezondheidsorganisatie WHO – dat glyfosaat ‘vermoedelijk kankerverwekkend’ is”, duidt Fraeyman. “Als reactie daarop herzag de European Food Safety Authority (EFSA), de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid, het advies. Dat leidde in 2017 tot een nieuwe vergunning voor het gebruik voor 5 jaar (in plaats van de gebruikelijke 10 jaar). De reden voor deze ‘gehalveerde vergunning’ was dat er enorm veel weer-stand was van allerlei drukkingsgroepen. In 2019 – 3 jaar voor het einde van de wettelijke termijn voor het gebruik – diende een consortium van bedrijven alle documenten in om de verlenging van het gebruik van glyfosaat mogelijk te maken. Weer 3 jaar later oordeelde EFSA dat ze niet klaar was om een conclusie te trekken en vroeg ze een verlenging van 1 jaar tot 2023. Midden 2023 publiceerde ze haar besluit: glyfosaat is onschuldig op gebied van menselijke gezondheid en mag verder worden gebruikt. De Europese Commissie besloot hierop om het gebruik van glyfosaat voor 10 jaar – dus tot 2033 – toe te laten.”
Kankerverwekkend of niet?
In de documenten die aan EFSA werden geleverd zaten volgens Fraeyman resultaten van experimenten waarvan er sommige 40 jaar oud zijn. “Tweejarige studies om het kankerverwekkende vermogen van een stof te onderzoeken gebeuren met ratten of muizen. Sommige van die vroegere studies werden uitgevoerd door bedrijven die glyfosaat produceren, zoals Monsanto. Later werden er ook studies uitbesteed aan gespecialiseerde bedrijven. De resultaten daarvan werden steeds bezorgd aan het bedrijf dat de studie besteld had”, aldus Fraeyman.
Die studies werden al ettelijke keren bekeken in de Verenigde Staten en Europa en de conclusie was steeds dezelfde: tot op heden is er geen enkele ‘dierexperimentele’ studie die concludeert dat glyfosaat kankerverwekkend is. “Het Italiaanse Ramazzini-instituut startte in 2018 via een crowdfunding- systeem een onafhankelijk onderzoek naar de vei-ligheid van glyfosaat. Onlangs publiceerde het de resultaten van het onderzoek, waarin gesteld wordt dat glyfosaat kankerverwekkend is.” Fraeyman is niet overtuigd van het besluit van het Ramazzini-instituut. “Hun wetenschappelijk artikel was van matige kwaliteit. Uit de getallen kwam niet de indruk dat hun conclusie gerechtvaardigd was. De gewenste finale verduidelijking van het kankerverwekkende karakter van glyfosaat werd niet bereikt in het onderzoek.
Uit de grootste epidemiologische studie in de VS met meer dan 50.000 gebruikers en hun familieleden van glyfosaat en andere herbiciden bleek dat er een licht verhoogde kans is voor de ontwikkeling van een bepaald type kanker bij de groep gebruikers die de hoogste blootstelling hadden”, vervolgt Fraeyman. “Het ging vooral om landbouwers die op eigen initiatief gingen sproeien en die zich niet altijd voldoende beschermden.”
Glyfosaatblootstelling
Zo werd de Amerikaanse schooltuinier Dewayne Johnson lange tijd blootgesteld aan glyfosaat, terwijl hij daar grotendeels onbeschermd mee aan het werk was. Johnson klaagde nadien Monsanto aan omdat hij een zeldzame vorm van lymfeklierkanker kreeg in 2014, die gelinkt werd aan het jarenlange gebruik van Roundup. Een Amerikaanse rechtbank veroordeelde Monsanto daarop tot een miljoenenboete. “Intussen deed de biomonitoring zijn intrede, waarbij er persoon per persoon wordt nagekeken hoe groot de blootstelling aan glyfosaat in de tijd was en welke medische problemen daaruit volgden”, aldus Fraeyman. Epidemiologische studies, zoals een Amerikaanse studie over kanker bij landbouwers, toonden enkel aan dat bij de hoogst blootgestelde gebruikers er een toename van het risico op kanker is. “Het kankerverwekkende vermogen van glyfosaat is niet vergelijkbaar met dat van roken of asbest”, stelt Fraeyman. “Het ligt in dezelfde grootteorde als dat van de dieseluitstoot van auto’s en het eten van bewerkt en rood vlees.”
Glyfosaat zit in elk van ons
Glyfosaat wordt wereldwijd massaal gebruikt. Op Europees niveau bestaan er geen exacte cijfers over het gebruik ervan. Iedereen wordt er echter onvrijwillig aan blootgesteld. In 2016 en 2020 organiseerde de Groene fractie van het Europees Parlement een vrijwillige test waarbij Europarlementariërs hun urine lieten onderzoeken op glyfosaat. Alle geteste parlementsleden bleken positief en er werd een gemiddelde concentratie van 1,7µg per liter gemeten, aanzienlijk hoger dan de Europese drinkwaternorm van 0,1 µg per liter. “Onderzoek in Frankrijk en Duitsland leerde dat meer dan 90% van de bevolking glyfosaat in de urine had. We krijgen de actieve stof binnen via voeding, de lucht en via andere wegen.”
Fraeyman stelt dat de kans om kanker te krijgen door glyfosaat veel kleiner is dan die op longkanker door roken. “Maar een landbouwer die zonder veel bescherming gaat spuiten en die ’s avonds meteen aan tafel schuift, stelt zijn gezin onvrijwillig bloot aan de actieve stof. In de Verenigde Staten werden er intussen hele strikte maatregelen opgelegd voor het sproeien met driftreducerende doppen, zodat glyfosaat op de beoogde plek terechtkomt. Europa is daar ook mee bezig. Voeding is de voornaamste bron van contaminatie.”
Navraag bij het Agentschap Landbouw en Zeevisserij van de Vlaamse overheid leerde dat het totale geschatte gebruik van gewasbeschermingsmiddelen door de Vlaamse land- en tuinbouw in 2023 neerkwam op 2,7 miljoen kg actieve stof. Dat blijkt na extrapolatie van de kengetallen uit het Landbouwmonitoringsnetwerk (LMN) met de arealen uit de verzamelaanvraag. De grootste gebruikers zijn gespecialiseerde bedrijven met fruit (29%) en akkerbouw (24%).
Geen volledig verbod
Fraeyman besluit dat we glyfosaat niet volledig moeten verbieden. “Landbouwers hebben het al moeilijk genoeg. Glyfosaat van vandaag op morgen verbieden zou een ramp betekenen. De economische groep binnen de Universiteit van Oxford berekende dat dit een verlies van 2 à 3% van het bruto nationaal product van het Verenigd Koninkrijk zou betekenen, wat gigantisch is. Groenten zouden dan minstens 20% duurder worden, waardoor heel wat mensen ze niet meer zouden kopen. Het inkomen van de boer zou serieus achteruitgaan en het hele systeem zou instorten. Dat kunnen we ons niet permitteren. In Sri Lanka werd het gebruik van glyfosaat van de ene op de andere dag verboden. Het hele systeem stortte in en na 1 jaar werd de toelating heringevoerd. Het wordt echter tijd dat we de mentaliteit in de vicieuze cirkel stilaan doorbreken, waarbij de consument een tomaat wil zonder 1 plekje erop of een sla zonder enig onkruidsprietje. Rechtstreeks en onrechtstreeks leidt dit ook tot een verder en verhoogd gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, waarbij glyfosaat een belangrijke vertegenwoordiger is.”
Voorzorgsprincipe hanteren
Fraeyman pleit voor het hanteren van het voorzorgsprincipe. Dat stelt dat volksgezondheid bij twijfel of onduidelijkheid in de wetenschap over een ernstig gevaar altijd prioriteit moet krijgen. “In tegenstelling tot wat men beweert, is glyfosaat geen onschuldige stof, maar wetenschappelijk is nog niet alles bewezen. De Ramazzini-studie is onvolledig en alle andere studies zijn ook betwistbaar. Zo’n 5 jaar geleden kreeg ik via toenmalig Europarlementslid voor Groen Petra De Sutter de kans om een beperkt aantal originele resultaten te bekijken die Bayer en EFSA geïnterpreteerd hebben. Nadat ik de naakte cijfers had bekeken, kwam ik tot andere conclusies dan EFSA. Ik denk dat EFSA iets te snel geoordeeld heeft dat het geen probleem is. Finaal komt alles neer op het toepassen van het voorzorgsprincipe. We weten dat glyfosaat licht kankerverwekkend is en dat het een bepaald effect heeft op het neurologische stelsel (de zenuwen) en het endocriene stelsel (de bijnieren, pancreas…). Het absolute finale wetenschappelijke bewijs is er echter niet. Zeker is wel dat glyfosaat een effect heeft op het microbioom (alle bacteriën in het maag-darmstelsel). Er zijn voldoende argumenten om het voorzorgsprincipe toe te passen, wat ook de gezondheid van de landbouwers moet beschermen. Bedenk dat de ziekte van Parkinson bij landbouwers in Frankrijk als een beroepsziekte wordt aanzien.”
Toenemende resistentie
Fraeyman noemt glyfosaat het beste herbicide dat ooit op de markt kwam. “Het vernietigt de plant tot in de wortels. Vanaf 1996 nam de verkoop exponentieel toe, maar amper 2 jaar later werd de eerste resistentie al waargenomen. In 2000 verviel het patent, waardoor tientallen bedrijven nu glyfosaat produceren en op de markt brengen onder diverse benamingen. Nu zijn er al meer dan 40 soorten onkruid resistent tegen glyfosaat. Toch verwacht ik dat het gebruik ervan in de toekomst nog zal toenemen. Je kan andere producten mengen met glyfosaat, maar die zijn toxischer dan glyfosaat. Een andere mogelijkheid is de concentratie van glyfosaat opdrijven, meer sproeien dus. Op termijn zal de actieve stof echter verdwijnen, want de resistentie ervan zal alleen nog maar toenemen.”
Diverse alternatieven
Als alternatief voor glyfosaat ziet Fraeyman kansen in laserbehandeling van onkruiden. “De kostprijs van zo’n ‘laserwieder’ en zijn energieverbruik ligt nog te hoog, maar op termijn kan een commerciële sproeimachine een professionele ‘laserbehandelaar’ worden. De vraag is ook of zo’n laser de plant volledig vernietigt. Verder is de uitgebreide toepasbaarheid nog een vraagteken. Voor een teelt als asperges lijkt het een ideale techniek, omdat je mooi doorheen de rijen kan rijden, maar voor prei of kolen wordt dat al veel moeilijker. Ook plaatsspecifieke bespuitingen met drones en de mogelijke inzet van niet-genomische technieken (NGT’s) bieden kansen.”
Qua chemicaliën ziet Fraeyman momenteel geen goede vervanger. “Een elegante denkpiste is het gebruik van antagonisten. Daarbij worden 2 soorten planten naast elkaar geplant, waarbij de ene plant de andere beschermt. Tegen 2033 – over 8 jaar dus – zouden we een goed alternatief voor glyfosaat moeten hebben. Omwille van resistentie zal glyfosaat zichzelf immers uit de markt prijzen. Bovendien wil de EU het gebruik van pesticiden tegen 2030 tot op 50% van het huidige gebruik brengen. Gewasbescherming zal steeds meer een ‘en-en-enverhaal’ worden: resterende chemische producten combineren met biologische middelen, biostimulanten, NGT’s, drones en/of laserwieders”, besluit Fraeyman.