Europees Parlement wil verbod op benamingen als ‘veggieburger’
Het Europees Parlement stemde op 8 oktober voor een verbod op vleesbenamingen voor plantaardige alternatieven. Het wil dat termen als ‘burger, ‘steak’ of ‘worst’ enkel worden voorbehouden voor vleesproducten, waardoor benamingen als ‘veggieburger’ verboden zouden worden.
De landbouwcommissie van het Europees Parlement had voorgesteld om termen als ‘burger’ voor te behouden voor voedingsproducten die dierlijk vlees bevatten. De benamingen zouden dan niet meer gebruikt kunnen worden voor plantaardige alternatieven die gemaakt worden op basis van groenten of granen.
Risico op verwarring
Volgens het rechtse Franse parlementslid Celine Imart (EVP) moet het verbod er komen omdat er ‘een reëel risico op verwarring’ bestaat bij de consumenten, wat in het nadeel is van de landbouwers. Tegenstanders spreken over een cultuuroorlog die wordt aangestuurd door de vleeslobby.
In 2020 werd een gelijkaardig voorstel nog met een ruime meerderheid van tafel geveegd. Na de verkiezingen van 2024 zijn de machtsverhoudingen in het parlement echter veranderd, met meer rechtse parlementsleden die nauwe banden onderhouden met de landbouwsector.
Copa-Cogeca, een koepelorganisatie die heel wat Europese landbouworganisaties vertegenwoordigt maar een conservatievere reputatie heeft, reageert verheugd. “In navolging van zuivelbenamingen zijn vleesbenamingen eindelijk erkend door het Europees Parlement. Deze beslissing is verre van anekdotisch. Het weerspiegelt de keuze van het Parlement voor consistentie, duidelijke etikettering en gezond verstand.“ De beslissing belemmert volgens de Europese boerenorganisatie ook niet noodzakelijk de ontwikkeling van de alternatieve eiwitsector, wat critici wel vrezen.
Het is nog niet zeker of de ‘veggieburgerban’ er ook echt komt. Het parlement moet daarover nog onderhandelingen starten met de lidstaten.
Boeren helpen
Europees Parlementslid Sara Matthieu (Groen) noemt het ‘beschamend’ dat het verbod - ‘het toppunt van betutteling’ - werd goedgekeurd. “Terwijl boeren kampen met te lage inkomens, oneerlijke contracten met supermarkten en de gevolgen van klimaatverandering, zit rechts te marchanderen over woordjes op verpakkingen”, zegt ze. “Als je boeren echt wil helpen: geef ze dan sterkere contracten. Geef ze een beter inkomen. Help ze innoveren, zoals het Ieperse Bonmush bewijst dat precies innovatie in hun voordeel kan spelen.”
Ook Bruno Tobback (Vooruit) hekelt dat geen enkele boer of consument wordt geholpen met het verbod en wijst erop dat het Europees Hof van Justitie een dergelijke poging van Frankrijk om de benaming van dergelijke producten te verbieden al afwees.“Het versterken van boeren hun marktmacht, ervoor zorgen dat hun harde werk meer opbrengt en investeren in kortere ketens. Dat maakt écht het verschil voor boeren”, stelt hij.
