Behandel onkruid in wintertarwe tijdig
Onkruiden in wintertarwe tijdig in het najaar behandelen maakt in de meeste gevallen een dure correctiebehandeling in het voorjaar overbodig, zo adviseert de Vlaamse overheid en het Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG).

Om een rendabele onkruidbestrijding mogelijk te maken is kennis van de onkruidsoorten, van de herbiciden en hun werking en van de productprijzen onontbeerlijk. Hou tevens bij het gebruik van herbiciden rekening met de aanbevelingen op het etiket van het handelsproduct om de toediening te optimaliseren. Hou je aan de erkende dosis om problemen met gewasschade en resistentie te voorkomen. Pas de juiste landbouwpraktijken toe om uitspoeling naar oppervlaktewater te vermijden.
Bestrijding van resistente duist
Bij aanwezigheid van resistente duist is de combinatie van een najaarsbehandeling met een bodemherbicide, gevolgd door een voorjaarsbehandeling, niet langer de garantie voor een goed resultaat, aangezien de voorjaarstoepassingen met ALS-remmers in het voorjaar onvoldoende werken tegen resistente duist.
Twee toepassingen in het najaar, waarvan één vooropkomsttoepassing, gevolgd door een vroege naopkomsttoepassing, geven de grootste kans op voldoende bestrijding.
Najaarsbehandeling vóór de opkomst
Bij vroege zaai of op percelen die in het voorjaar moeilijk berijdbaar zijn, wordt het best in het najaar behandeld. Dit moet dan wel gebeuren op een relatief fijn bewerkt zaaibed en bij voldoende bodemvocht.
Bij najaarstoepassingen en bij veel regen kunnen de gewasbeschermingsmiddelen gemakkelijk(er) uit- en afspoelen. Tevens worden gewasbeschermingsmiddelen bij zachtere temperaturen door de bodembacteriën gemakkelijker afgebroken en kan er dus minder lang nawerking zijn na een zachte winter dan wanneer er lange koude periodes voorkomen.
De behandeling kort na de zaai steunt vooral op de inzet van bodemherbiciden. Men kan enerzijds gebruikmaken van middelen op basis van flufenacet of anderzijds kan men ook een schema opbouwen met als basis een ureumverbinding. De enige overblijvende ureumverbinding Chloortoluron werkt bij toepassing vóór de winter behoorlijk goed op straatgras, maar je zet deze het best niet in op chloortolurongevoelige tarwerassen!
Ureumverbindingen zijn vooral effectief tegen eenjarige onkruidgrassen. Hun werking is echter afhankelijk van de bodemtoestand (vochtgehalte en bodemtype), waaraan de dosis dient te worden aangepast. Voor de bestrijding van dicotylen is het noodzakelijk om te versterken met isoxaben (AZ 500), diflufenican (Diflanil, Toucan…) of beflubutamide (Beflex of Goupil). Alle solo diflufenicanproducten kunnen ingezet worden tegen eenjarige dicotyle onkruiden, zowel in vooropkomst als in de vroege naopkomst tot einde uitstoeling. De beste resultaten worden in vooropkomst of vroege na-opkomst (1-3 blad) behaald. Beflex of Goupil (op basis van 500 g/l beflubutamide) aan een dosis van 0,4 l/ha kan ingezet worden tegen eenjarige dicotyle onkruiden en windhalm, zowel in vooropkomst als in de vroege naopkomst tot begin oprichten. De beste resultaten worden in vooropkomst of vroege naopkomst (1-3 blad) behaald.
AZ 500 (500 g/l isoxaben) aan een dosis van 0,15 – 0,2 l/ha zorgt voor een langdurige nawerking tegen typische onkruiden zoals (resistente) kamille, (resistente) klaproos, ereprijs, akkervergeet-mij-nietje en akkerviooltje.
Naast deze behandeling op basis van chloortoluron kan men ook gebruikmaken van middelen met flufenacet als basis, namelijk Herold SC, Carpatus, Liberator, Malibu, Pontos, Quirinus en Sunfire (en andere). Deze werkzame stof (flufenacet) heeft voornamelijk een goede werking op grassen, met voldoende nawerking om een langdurige onkruidbestrijding te garanderen. Om ook de dicotylen te bestrijden werd bij Malibu flufenacet aangevuld met pendimethalin, bij Herold SC, Carpatus, en Liberator werd flufenacet aangevuld met diflufenican, en bij Pontos en Quirinus werd flufenacet aangevuld met picolinafen. Sunfire bevat enkel flufenacet. De uitverkooptermijn van flufenacet is vastgelegd op 10 december 2025, de opgebruiktermijn op 10 december 2026.
Situaties met moeilijke grassen
In situaties met moeilijke grassen, zoals resistente duist en windhalm (zwaardere leemgronden en poldergronden), geniet de toepassing van een middel op basis van flufenacet de voorkeur. Liberator (diflufenican 100 g/l + flufenacet 400 g/l) aan 0,6 l/ha, Malibu (flufenacet 60 g/l + pendimethalin 300 g/l) aan 2,5 l/ha, Pontos (flufenacet 240 g/l + picolinafen 100 g/l) aan 1 l/ha of Quirinus (flufenacet 240 g/l + picolinafen 50 g/l) aan 1 l/ha of Sunfire (flufenacet 500 g/l), eventueel in combinatie met andere bodemherbiciden in vooropkomst, worden dan beter ingezet.
Vermijd puntvervuiling bij het vullen en spoelen van het spuittoestel. Het spuittoestel nooit vullen of reinigen op een verhard oppervlak waarvan het spoelwater in de riolering of het oppervlaktewater kan terechtkomen.
Malibu heeft een brede werking tegen grassen (duist, windhalm, straatgras…) en breedbladigen (ereprijs, akkerviooltje, klaproos, muur…). Malibu wordt toegepast bij een regelmatige zaai van 2-3 cm diepte. Op een minder goed klaargelegde grond (grof) wordt een vroege naopkomstbehandeling aanbevolen.
Mateno Duo (aclonifen 500 g/l + diflufenican 100 g/l) kan ingezet worden in tarwe aan 0,7 l/ha tegen (resistente) duist, windhalm en raaigras. In menging met bijvoorbeeld Liberator krijg je een versterkte werking op kamille, klaproos, kleefkruid…
Kan er omwille van weersinvloeden direct na de zaai géén toepassing gebeuren, dan is het in het kader van het resistentiemanagement voor de bestrijding van resistente duist, nog mogelijk om in het 1-2 bladstadium voor een najaarsbehandeling met een bodemherbicide als Herold SC, Liberator, Carpatus, Malibu, Pontos, Quirinus of Sunfire te kiezen.

Najaarsbehandeling zeer vroeg na de opkomst (1-2 bladstadium)
Wanneer om praktische redenen (vochtgebrek) een toepassing kort na het zaaien niet werd uitgevoerd, kan bij gunstige bodem- en weersomstandigheden met goed gevolg behandeld worden na de opkomst in het najaar. Bovendien kan men dan ook gemakkelijker de productkeuze en de dosis aanpassen aan de jonge en dus zeer gevoelige aanwezige onkruidflora.
Voor een succesvol gebruik van herbiciden is een juiste kennis van de specifieke onkruiden van groot belang. Daarbij is het essentieel dat men onkruiden in een zeer vroeg stadium kan onderscheiden. Een bestrijding van onkruiden is immers pas succesvol en vooral economisch interessant als dit gebeurt in een jong stadium.
Producten op basis van prosulfocarb zijn terug erkend sinds het voorjaar van 2025. Dat wil zeggen dat Defi kan worden gebruikt in granen in moeilijke situaties, in vooropkomst of vroege naopkomst (max. 1 blad van het onkruid), volgens strikte gebruiksvoorwaarden. Defi geldt ter versterking van behandelingen op basis van flufenacet met een dosering van 2,5 l/ha, in combinatie met een product op basis van flufenacet.
Net als in de gerst zijn er mogelijkheden voor de onkruidbestrijding vroeg na de opkomst met Malibu, Herold SC, Carpatus of Liberator, of met Pontos of Quirinus als recentste middelen in dit gamma. Ook tankmix-combinaties met Sunfire behoren tot de mogelijkheden. Deze herbiciden bevatten onder andere flufenacet, een werkzame stof die voornamelijk op grassen een goede werking heeft, met voldoende nawerking om een langdurige onkruidbestrijding te garanderen. Om ook de dicotylen te bestrijden, werd in Malibu flufenacet 60 g/l aangevuld met pendimethalin 300 g/l (werkzame stof van Stomp Aqua). Herold SC, Carpatus bevat 400 g/l flufenacet en 200 g/l diflufenican, en Liberator bevat 400 g/l flufenacet en 100 g/l diflufenican.
Bij Pontos en Quirinus wordt flufenacet aangevuld met respectievelijk 100 g/l en 50 g/l picolinafen. Sunfire (bevat 500 g/l flufenacet) kan gecombineerd worden met de klassieke bodemherbiciden, zoals prosulfocarb, pendimethalin, diflufenican en beflubutamide.
Deze herbiciden kunnen worden toegepast in het 1-3 bladstadium, met de voorkeur voor de vroege toepassing (1-2 bladstadium). Malibu is erkend aan 3 l/ha, Herold SC, Carpatus en Liberator aan 0,6 l/ha, Quirinus aan 1 l/ha en Pontos aan 0,5 l/ha. Sunfire is erkend aan 0,36 l/ha tegen straatgras en windhalm, en aan 0,48 l/ha tegen duist. Zeker voor de bestrijding van resistente duist is het aanbevolen om Malibu vanaf het 1 bladstadium in een jong stadium van de duist toe te passen aan 3 l/ha, ofwel 2 l/ha Malibu, in combinatie met Pontos 0,5 l/ha of Quirinus aan 1 l/ha.
Mateno Duo (aclonifen 500 g/l + diflufenican 100 g/l) kan ingezet worden, zowel in vooropkomst als in de vroege naopkomst, tegen (resistente) duist, windhalm en raaigras. In menging met bijvoorbeeld Liberator krijg je een versterkte werking op kamille, klaproos, kleefkruid…
Eledura (halauxifen-methyl 1,33 g/l + prosulfocarb 667 g/l + diflufenican 14 g/l) is een waardevolle aanvulling op een herbicideprogramma op basis van flufenacet in de vroege naopkomst (punten – 2-blad) tegen (resistente) duist, windhalm en raaigras. Ook breedbladigen zoals (resistente) kamille, (resistente) klaproos, (resistente) vogelmuur, akkerviooltje, ereprijs, herderstasje en koolzaadopslag worden bestreden aan de erkende dosis van 3 l/ha.
Beflex of Goupil (op basis van 500 g/l beflubutamide) aan een dosis van 0,4 l/ha kan ingezet worden tegen eenjarige dicotyle onkruiden en windhalm en als versterker tegen duist, zowel in vooropkomst als in de vroege naopkomst tot begin oprichten. De beste resultaten worden in vooropkomst of vroege naopkomst (1-3 blad) behaald. Resistente duist of raaigras wordt het best bestreden tussen opkomst en het 1 bladstadium van het onkruid.
In het geval van een sterke bezetting met breedbladige onkruiden, zoals klaproos, dovenetel, kamille, ooievaarsbek en kleefkruid, kan met Zypar/Renitar/Mattera (florasulam 5 g + halauxifen-methyl 6,25 g/l + cloquintocet-mexyl (safener) 6 g/l) een correctie gedaan worden in het najaar aan 0,75 l/ha vanaf het 1 bladstadium. De contactwerking van beide actieve stoffen blijft werkzaam tot en met een dagtemperatuur van 5-7 °C.

Goed resistentiemanagement
Om de werkzaamheid tegen de ALS-gevoelige grassen te versterken kan Manhattan/Manhattan Forte in het najaar ingezet worden vanaf het 2 bladstadium, in combinatie met een bodemherbicide (flufenacet, diflufenican). Ook breedbladige onkruiden, zoals ereprijs, klein kruiskruid, akkerviooltje, ooievaarsbek en kleefkruid, zijn gevoelig voor beide producten.
Voor een goed resistentiemanagement wordt slechts één behandeling per teelt aanbevolen op basis van ALS-herbiciden.
Manhattan (pyroxsulam 25% + (cloquintocet-zuur 35,4%) + halauxifen-methyl 7%) is een nieuwe WG-formulering gebruikt aan een dosis van 75 g/ha tegen ALS-gevoelige grassen, en moet eveneens toegepast worden in menging met een erkende geësterde koolzaadolie aan een dosis van 1 l/ha. Het toepassingstijdstip is vanaf 2 bladstadium tot tweede knoop (BBCH 12-32).
Manhattan Forte (pyroxsulam 18,8% + (cloquintocet-zuur 26,6%) + florasulam 3,75% + halauxifen-methyl 5,2%) is een nieuwe WG-formulering gebruikt aan een dosis van 100 g/ha tegen ALS-gevoelige grassen, en moet eveneens toegepast worden in menging met een erkende geësterde koolzaadolie aan een dosis van 1 l/ha. Het toepassingstijdstip is vanaf 2 bladstadium tot tweede knoop (BBCH 12-32).
Vanaf midden tot einde uitstoeling in het najaar
Vanaf midden tot einde uitstoeling kan chloortoluron nuttig worden aangewend om allerlei onkruidgrassen zoals duist, windhalm en vooral opslag van Italiaans raaigras na een graszaadteelt te bestrijden (chloortoluron niet inzetten op chloortolurongevoelige tarwerassen.
Eveneens voor de bestrijding van grassen (duist, windhalm, wilde haver) biedt Axial of Axeo (systemisch bladherbicide met als werkzame stof pinoxaden 50 g/l, en een safener cloquintocet-mexyl 12,5 g/l) de oplossing aan een dosis van 0,9 l/ha of het grassenmiddel Foxtrot, een systematisch bladherbicide met als werkzame stof fenoxaprop-p-ethyl 69 g/l (+ cloquintocet-mexyl 34,5 g/l als safener), te gebruiken aan een dosis van 1 l/ha (tussen 3 bladeren en eerste knoop). Voor de bestrijding van windhalm worden de mengingen van Axial met Sigma/Capri niet aangeraden wegens tegenwerkende resultaten op windhalm. Terwijl voor de bestrijding van duist de menging met een Sigma/Capri juist wel aangeraden is.
De laatste jaren wordt er veelal op bedrijfsniveau om praktische redenen overgestapt op een voorjaarstoepassing. Door de brede keuze aan middelen kan men gericht ingrijpen en onder goede omstandigheden zowel vroeg als later gezaaide percelen behandelen. In geval van resistente duist hebben voorjaarsbehandelingen onvoldoende tot geen werking.





