Matige interesse voor Beter voor Dieren-label
Ongeveer een derde van de Vlaamse varkenshouders heeft interesse om deel te nemen aan het vrijwillige keurmerk Beter voor Dieren. Dat blijkt uit een bevraging die in 2025 werd uitgevoerd door de VLAM in opdracht van VVWL vzw.

De Vlaamse Vereniging voor de Bevordering van het Welzijn van Landbouwhuisdieren vzw (VVWL vzw) werd opgericht in 2023 op aangeven van Vlaams minister van Dierenwelzijn Ben Weyts (N-VA) en heeft tot doel het bevorderen van het dierenwelzijn bij landbouwhuisdieren in de breedste zin. Vlaams parlementslid Lydia Peeters van Open Vld stelde een hele reeks schriftelijke vragen over dit keurmerk aan minister Weyts.
Meerkostenberekening nog onbekend
Het keurmerk wordt dit jaar ingevoerd voor varkenshouders, maar de financiële kosten voor de varkenshouders zijn nog steeds niet duidelijk. De kostenanalyse wordt volgens minister Weyts uitgevoerd door externe consultants op basis van sectorgegevens. Nadien worden deze gevalideerd door het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO). “Daarbij worden alle bovenwettelijke dierenwelzijnscriteria uit het referentiekader voor varkens onderzocht. Deze meerkostenberekening door de externe consultants zal op korte termijn worden voorgelegd aan het bestuursorgaan. De bedoeling is om de meerkosten objectief en transparant in kaart te brengen, zodat zij in het ketenoverleg een correcte basis vormen voor de vergoeding van de producenten”, stelt Ben Weyts.
Pluimvee en rundvee
Op de uitbreiding van het keurmerk Beter voor Dieren is het nog even wachten. “Het referentiekader voor pluimvee zou, na overleg met de verschillende adviescomités, in 2026 afgerond worden, en dat voor rundvee in 2027. Eenmaal dat referentiekader goedgekeurd is, volgt de integratie van de criteria bij lastenboekbeheerders, de validatie van de meerkostenmodellen en de uitrol via de keten”, stelt minister Weyts.
Het Vlaamse referentiekader voor varkens werd opgebouwd vanuit een benchmark van de Nederlandse Beter Leven-criteria met de BePork Welfare-criteria en houdt daarbij ook indirect rekening met het Duitse QS-systeem. Voor pluimvee zal rekening worden gehouden met Frankrijk, omdat dit een economisch belangrijke markt is voor de Belgische pluimveesector. Er zal ook rekening gehouden worden met het Deense model.
Er lopen volgens minister Weyts gesprekken met vzw Belpork om het referentiekader inzake varkens van VVWL vzw te integreren in hun lastenboek BePork Welfare.
Meer controles, meer administratie
Op 22 oktober heeft Vlaams parlementslid Stefaan Sintobin van Vlaams Belang – op een aantal punten bijgetreden door Lydia Peeters – Vlaams minister van Landbouw Jo Brouns (cd&v) in de commissie Landbouw uitvoerig ondervraagd over de meerwaarde van het keurmerk Beter voor Dieren. Sintobin geeft aan dat dit keurmerk de varkenshouders opzadelt met nog meer administratie, nog meer controles en nog meer kosten. Daarbij is het nog afwachten of er voor al die extra inspanningen ook iets extra kan verdiend worden. Hij waarschuwt er ook voor dat de vrijwilligheid van dit keurmerk een tweesnijdend zwaard is. “Men dreigt de indruk te wekken – want het is geen verplichting – dat varkenshouders die niet meewerken aan dit label, niet oké zijn”, stelt het parlementslid.
Minister Brouns staat niet weigerachtig tegenover het keurmerk van zijn collega in de Vlaamse regering. “Het initiatief kan een meerwaarde betekenen voor die varkenshouders die zich in de markt willen zetten als producenten met een nog grotere aandacht voor dierenwelzijn. Ik wil echter met klem benadrukken dat dat dan inderdaad niet betekent dat degenen die dat niet hebben, geen aandacht voor dierenwelzijn zouden hebben. Dat is een vrij initiatief, dat wat mij betreft kan. Die vrijheid ga ik natuurlijk niet fnuiken of censureren”, antwoordde minister Brouns in de commissie Landbouw.
Consument wil meer betalen
“Dit initiatief velt geen waardeoordeel over de bestaande wetgeving, die er vandaag al voor zorgt dat de consument een product in handen krijgt dat geproduceerd wordt volgens normen waarover in Europa een grote consensus bestaat. Het is puur objectief zo dat wij vandaag aan alle hoge standaarden voldoen inzake voedselveiligheid, milieu en dierenwelzijn. Maar je voelt natuurlijk ook een beweging vanuit de retailsector. Die is vaak ook sturend richting al die ‘beterlabeltendensen’. Dat zie je niet alleen in de varkenshouderij. Dat is ook een evolutie in het consumentenlandschap.
Ik zie dit enkel als een manier om inspanningen te kunnen valideren van bedrijven die vrijwillig verder willen gaan dan wat wettelijk is opgelegd. Dat gaat natuurlijk gepaard met een meerprijs. De consument die bereid is om meer te betalen voor producten die aan hogere eisen aangaande dierenwelzijn voldoen, kan daar in de toekomst dus voor kiezen, net zoals consumenten vandaag ook voor biologische producten kunnen kiezen, die vaak ook duurder zijn”, stelt minister Brouns.
Er zijn al labels genoeg
Sintobin spreekt tegen dat de vraag naar het Vlaamse keurmerk van de retail zou komen. “Dit extra label heeft geen enkele, maar dan ook geen enkele meerwaarde voor de consument, voor de bedrijven, en ook niet voor de retailsector. De retailsector vraagt niet steeds maar meer nieuwe labels. Er zijn al labels genoeg. In mijn ogen en in de ogen van veel andere mensen, en zeker die van de consument, zal de consument opnieuw extra moeten betalen voor een of andere zotternij van Ben Weyts.”
Minister Brouns geeft aan dat hij erover zal waken dat de controles mee opgenomen worden in de al bestaande controles die in het kader van de wettelijke regels en lastenboeken worden uitgevoerd, om de administratieve druk zo laag mogelijk te houden.
Naar niches gaan
“In moeilijke tijden in de varkenshouderij kan een dergelijk keurmerk een extra ondersteuning zijn om naar niches te gaan. Je ziet vandaag heel wat differentiatie om producten aan de man te krijgen. Het staat mensen ook vrij om zich daarrond te verenigen, samen met de sector, om zo misschien een sterkere positie te kunnen krijgen als men daarvan overtuigd is en daarin gelooft. Inzake de essentie, het dierenwelzijn, is dit keurmerk vandaag als het ware niet nodig, omdat we het op dat vlak heel goed doen”, meent minister Brouns.
Op die laatste zin van de minister pikt Sintobin nog even in. “Ik onthou vooral dat u een extra label niet nodig vindt. Dat is de conclusie die ik trek. Ik had al gemerkt dat u eigenlijk tegen uw goesting dat label verdedigt”, besluit het parlementslid uit Brugge.





