Melkveehouders nemen hun toekomst in handen
De ploeg achter de Dairy Rentability Day kan terugkijken op een succesvolle eerste editie. Zowat 400 – vooral jonge – melkveehouders kwamen op 13 november naar Oudenaarde voor enkele interessante uiteenzettingen, een geanimeerd debat, een vleugje humor en heel wat momenten om te netwerken.

De eerste spreker op deze Dairy Rentability Day was Joris Relaes, administrateur-generaal van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO). Hij begon zijn uiteenzetting met een leuke anekdote. Zijn vader heeft in de jaren 70 van vorige eeuw nog levende Holstein-runderen ingevoerd naar Vlaanderen. Die kwamen uit de Verenigde Staten en Canada en werden per vliegtuig getransporteerd. Acht exemplaren waren bestemd voor het instituut dat later het ILVO zou worden.
Technologie
op een slimme manier inzettenJoris Relaes had een heel pakket van boodschappen mee voor de Vlaamse melkveehouders. Zoals dat de toekomst meer is dan technologie alleen. “Het gaat erover om technologie op een slimme manier in te zetten”, stelde de administrateur-generaal van het ILVO. Hij ziet mogelijkheden met door artificiële intelligentie (AI) gestuurde technologie als zelfrijdende tractoren, drones die het aantal coloradokevers tellen op aardappelplanten en drukmatten in de stal die klauwproblemen kunnen voorspellen nog voordat ze zichtbaar zijn.

“Soms moeten we naar het verleden kijken om de toekomst te zien. Momenteel herontdekken we de mengteelten. Er lopen interessante proeven met een drievoudige mengteelt van kuilmaïs, sorghum en klimbonen. Het mikken naar het beste gezamenlijke oogstmoment is daarbij nog een uitdaging”, gaf Joris Relaes mee.
De Vlaamse melkveehouderij staat volgens Relaes voor wel veel grotere uitdagingen dan het juiste oogstmoment van een mengteelt. “Een eerste grote uitdaging is landbouwgrond. Daarbij gaat het over beschikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit. Een tweede grote uitdaging is de plaats van het gezinsbedrijf in de landbouw. Het familiebedrijf staat onder druk door administratieve lasten, de kapitaallast, de overneembaarheid en de vergunningen”, gaf hij mee.
Oplossingen liggen in samenwerking
Tegenover die uitdagingen zette hij samenwerking als de sleutel naar oplossingen. “De tijd dat je als melkveehouder alles alleen kon oplossen, die bestaat niet langer. Het is overigens een trend in de hele maatschappij en ondernemerswereld. Het aantal onafhankelijke zelfstandigen slinkt zienderogen. Kijk naar de garagehouders, apothekers, bakkers en slagers. De melkveehouderij komt daarin wat achter, onder meer omdat het geen vak is met klassieke ‘kantooruren’, maar meer samenwerking is onvermijdelijk”, besloot hij zijn uiteenzetting.
In de vragenronde stelde hij de aanwezigen gerust over de melkprijs. “In de landbouw wordt altijd overdreven gereageerd op trends en incidenten. Bij wijze van spreken zorgt 1 l melk op overschot voor een scherpe prijsdaling, terwijl 1 l melk te weinig voor een flinke prijsstijging zorgt. Als je kijkt op de lange termijn, dan stijgt de vraag naar melk nog. De vraag naar melk blijft hoog in Afrika, China en Azië. De regering in Indonesië heeft beslist om gratis melk uit te delen aan de bevolking, vanwege de gezondheidsvoordelen. Dat land telt 286 miljoen inwoners en produceert zelf maar weinig melk. Zo zullen er wereldwijd altijd kansen opduiken”, reageerde Joris Relaes. Er was ook een vraag over de veiligheid van het voersupplement Bovaer. “Dat is getest bij ons op het ILVO en wij hebben daar geen negatieve elementen gevonden. Met de kennis van vandaag zeggen wij dat dat veilig kan gebruikt worden”, vertelde hij daarover.
Protocollen zorgen voor rust in het hoofd
Filip Jamart van XL-Pro Milking mocht als tweede spreker uitvoerig ingaan op protocolmatig managen. “Arbeid en het organiseren van arbeid zal de komende jaren een topprioriteit worden. Er zijn veel stoppers in het melkvee en de gemiddelde leeftijd van de melkveehouders ligt hoog. Slechts 17% is jonger dan 40. De verwachting is dat er minder, maar grotere melkveehouderijen zullen gevormd worden, soms op verschillende locaties, met meer niet-familiale werknemers. De veestapel wordt in zijn totaliteit afgebouwd, maar per bedrijf kan de productie tot wel 4 keer hoger liggen. Werken met protocollen voor taken op het bedrijf kan dan voor rust in het hoofd zorgen, omdat je als bedrijfsleider weet dat, als het protocol gevolgd wordt en de taken toegewezen zijn, er maar weinig verkeerd kan gaan”, startte Jamart zijn uiteenzetting.
Hij gaf aan dat in de Vlaamse melkveehouderij protocolmanagement nog niet zo ingeburgerd is als in bijvoorbeeld Nederland. “Werken met protocollen is niet het laaghangende fruit dat een quick win oplevert”, stelde Filip Jamart. Melkveehouders starten vaak met protocolmanagement om een specifiek probleem te verhelpen, om het rendement te verbeteren of nadat er onverwacht iemand uitvalt op het bedrijf. “Protocolmanagement vertegenwoordigt de discipline die nodig is om als melkveebedrijf te overleven bij lage melkprijzen”, gaf hij ook aan.

Er bestaan honderden protocollen en je kan die zelf maken, al dan niet geholpen door AI. Filip Jamart gaf de aanwezigen op de Dairy Rentability Day enkele tips. Hij stelde dat een protocol doorsturen op de gsm beter is dan het uitprinten ervan (papier krijgt bijna nooit een ‘update’ als er een wijziging is in het protocol), dat elke uitvoerder achter het protocol moet staan (wat een uitdaging kan zijn met verschillende generaties op hetzelfde bedrijf) en dat je het best de bedrijfseigen dierenarts en leveranciers betrekt bij het opstellen van de protocollen.
Nog winst te boeken met protocolmanagement
Dat we met protocolmanagement in de Vlaamse melkveehouderij nog winst kunnen boeken, bewijst Jamart met cijfers van Amerikaanse bedrijven. In de staten New York en Wisconsin leveren koeien gemiddeld 6 l melk meer per dag dan het Vlaamse gemiddelde, leveren ze meer melk per gepresteerde arbeidsduur en ligt het celgetal gemiddeld lager. In Vlaanderen zijn dan weer minder arbeidsuren nodig per koe. Behalve winst uit protocolmanagement ziet Filip Jamart nog mogelijkheden bij nog betere genetica en nog beter verteerbaar veevoer zoals brown
Ten slotte gaf hij aan dat een nog beter stalontwerp het gebruik kan verminderen of zelfs opheffen van krachtvoer als lokmiddel naar de melkrobot. Zijn afsluitende boodschap kan eveneens tellen als waarschuwing voor de sector: “Er zijn goede jaren geweest voor de melkveehouderij, maar laat jullie daardoor niet in slaap wiegen. Blijf alert. In goede jaren moet je werken aan de toekomst. Dat kan zijn met geld op de bank, maar net zo goed met extra jongvee of meer of beter voer in de sleufsilo.”
Open communicatie bij familiale overnames
Niels Achten, zelf melkveehouder en bedrijfsadviseur bij Liba, had het in zijn uiteenzetting over bedrijfsovernames. Daarvoor bestaan geen modellen die voor elk bedrijf werken. Elke situatie vergt een oplossing op maat, maar er zijn wel enkele vuistregels. “Realiseer een overname in stappen en neem als eerste die zaken over waarmee de overnemer geld verdient: koeien en machines. Zo kan de overnemer snel zelf kapitaal opbouwen. Je neemt als het ware het inkomen over, maar niet het kapitaal”, stelde Niels Achten.

Hij raadde voorts aan om een overlegstructuur op te zetten met vaste overlegmomenten, zodat alle partijen met elkaar blijven praten, en om een beroep te doen op gespecialiseerd advies, waarvoor je kan gebruikmaken van de kennisportefeuille. Vaak is het beter om vroeg te starten met de overname, want hoe jonger de overnemer is, hoe meer tijd hij heeft om bijvoorbeeld een lening bij de bank terug te betalen. Hij heeft ten slotte goede ervaringen met het werken in een maatschap, wat een stuk flexibeler en fiscaal voordeliger is dan een vennootschap.
Een misschien opvallend advies van Niels Achten was dat het soms interessanter kan zijn voor een familiale overnemer om eerst elders een tweede locatie over te nemen vooraleer hij of zij het eigen familiebedrijf overneemt.
Het panel voor het rondetafelgesprek bestond uit 4 jonge melkveehouders, met behalve Niels Achten nog Phille Renders, Quinte Jochems en Karin Hoefkens. Karin moest bij de overname van het ouderlijke melkveebedrijf uitwijken naar een nieuwe locatie. “Dat was een moeilijke beslissing, maar ik had mijn echtgenoot, die niet uit de melkveehouderij kwam en die mij geholpen heeft om anders naar die situatie te kijken. En het was een goede beslissing, want onze dieren – met de genetica die wij opgebouwd hadden – renderen volgens de eerste resultaten beter op de nieuwe locatie. Arbeid wordt mogelijk een bottleneck voor ons bedrijf”, vertelde Karin.
De nieuwe generatie melkveehouders wil het anders aanpakken en vraagt daarvoor het vertrouwen van de vorige generatie. “Minder op gevoel, met meer controle, meer op data gebaseerde beslissingen, meer werken met protocollen…”, gaf Phille Renders aan. Hij wil nog meer dan vandaag ‘in de koe kunnen kijken’ om alles te weten te komen over gezondheid, voeradvies en geproduceerde volumes. Hij verwacht nog meer winst te kunnen halen uit het voersaldo. En hij kijkt uit naar een tweede locatie. “Het ouderlijke bedrijf is niet groot genoeg. We missen de kracht van het getal. Als de kans zich voordoet, wil ik die sprong wel wagen”, zei Phille.
Genetica, technologie en AI
Net als Karin en Phille rekent Quinte op technologie en AI om op korte termijn stappen vooruit te zetten in de melkveehouderij. “Bij technologie moeten we ook niet altijd denken aan dure machines en robotten, maar bijvoorbeeld ook aan genetica”, stelde Karin.
Als de 3 gastsprekers aansloten bij het panel werd gevraagd of er in de toekomst nog plaats zal zijn voor familiebedrijven in de melkveehouderij. Joris Relaes antwoordde bevestigend, maar met een nuance. “Grote bedrijven met extern personeel kunnen nog steeds familiebedrijven zijn. Er mogen daarover geen taboes bestaan. Het is de ondernemersgeest die het verschil maakt”, stelde de administrateur-generaal van het ILVO.
Voor Phille Renders hangt de toekomst van de familiale melkveehouderij samen met de rechtszekerheid waar de sector al zo lang naar vraagt. Deze uitspraak werd op applaus onthaald in de zaal.
Voor de afsluitende drink vuurde stand-upcomedian Hans Cools een lange reeks grappen af op het publiek over onder meer de romantiek van een pluviometer, co-ouderschap over melkvee en aangepaste restaurantmenu’s voor gesteriliseerde mannen (zoals bij katten).
Grote opkomst en enthousiaste reacties
Deze eerste Dairy Rentability Day was een initiatief van 12 innovatieve bedrijven: DeLaval, CRV, Proxani, DLV, Boone-Denkavit, Royal A-Ware, Beel, Ceva, Eurofins, Konax, ING en Landbouwleven. De opkomst en de enthousiaste reacties achteraf voor deze Dairy Rentability Day laten vermoeden dat hier een vervolg op komt in 2027. We houden jullie op de hoogte van datum en plaats.





