Beheerovereenkomsten moeten aantrekkelijker worden
Het aantal beheerovereenkomsten tussen landbouwers en de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) en de betrokken oppervlakte voor natuur- en landschapsbeheer is de voorbije jaren sterk gedaald. Die trend wil Vlaams minister van Landbouw en Omgeving Jo Brouns (cd&v) keren.

In 2020 namen er nog 3.749 landbouwers deel aan beheersovereenkomsten met de VLM voor 12.755 ha, maar dit jaar gaat het over slechts 2.549 landbouwers voor 5.948 ha.
De Vlaamse Landmaatschappij kondigde eerder aan om aanpassingen te plannen, zodat de beheerovereenkomsten beter inpasbaar zijn in het bedrijf en zodat de uitvoering eenvoudiger kan, zonder dat dat ten koste gaat van de biodiversiteitswinst in landbouwgebied.
Bart Dochy, Vlaams parlementslid voor cd&v en voorzitter van de Commissie Landbouw in het parlement, vroeg in een schriftelijke parlementaire vraag of de minister nog de ambitie heeft om de oppervlaktes in beheersovereenkomsten te laten stijgen en welke maatregelen hij daarvoor in gedachten heeft.
Al wijzigingen doorgevoerd
Minister Brouns wees er in zijn antwoord op dat er al verschillende wijzigingen werden doorgevoerd om de bedrijfsinpasbaarheid van de beheerovereenkomsten te verhogen. Zo kunnen landbouwers bij ernstige onkruidproblemen op een beheerovereenkomst voor faunavoedselgewas een mengsel van vlinderbloemigen inzaaien. Dat blijft tot 2 jaar aangehouden en onderdrukt ongewenste soorten.
“We zien dat door deze wijziging sommige landbouwers die in het verleden afhaakten er opnieuw mee starten in 2026. Zo is er voorlopig al zo’n 90 ha extra aangevraagd voor 2026. Daarnaast is er voor landbouwers zonder maaibalk of met problemen om het maaisel af te voeren voortaan de beheerovereenkomst ‘aanleg en onderhoud van een kruidenrijke akkerrand 15 juli – gefaseerd klepelen’. Voor die beheerovereenkomst wordt gefaseerd geklepeld. Daardoor blijft er altijd een deel kruiden staan, wat zorgt voor beschutting en structuur voor fauna. Voorlopig is hiervoor 25 km aan beheerovereenkomsten aangevraagd”, stelde de minister.
Aantrekkelijkheid verhogen
Minister Brouns heeft de ambitie om het areaal aan beheerovereenkomsten opnieuw te laten stijgen. “Ze leveren een belangrijke bijdrage aan de biodiversiteit in het landbouwgebied. Ik merk dat de aantrekkelijkheid de voorbije jaren is afgenomen. Vermoedelijk zal de polarisatie in de landbouwsector, de bedrijfsinpasbaarheid en de concurrentie met andere gewassen sterk gespeeld hebben. Naast het tegengaan van polarisatie in de sector, stel ik een aantal wijzigingen voor die de aantrekkelijkheid en bedrijfsinpasbaarheid verhogen. We dienden al een wijziging in bij de Europese Commissie om de vergoedingen voor de kruidenrijke akkerranden beter af te stemmen op de inspanningen die de landbouwer moet doen en om die te stroomlijnen met de andere maatregelen uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB)”, zei de minister.
Componenten onderbouwd aanpassen
Daarnaast evalueert de Universiteit Antwerpen in opdracht van de VLM alle vergoedingen. “We zullen de resultaten hiervan gebruiken om op een onderbouwde manier sommige componenten in de vergoedingen aan te passen. Op die manier worden ze meer marktconform en beter afgestemd op de inspanningen die we van landbouwers vragen”, besluit de minister van Omgeving en Landbouw.
Communicatie kan nog beter
In een eerder behandelde schriftelijke parlementaire vraag van Brecht Warnez antwoordde de minister al dat er inzake communicatie over de beheerovereenkomsten door de VLM nog wat winst kan geboekt worden. Uit een tevredenheidsenquête blijkt dat ongeveer 25% van de gebruikers vindt dat de info over de voorwaarden/voordelen niet (helemaal) duidelijk is. 28% vindt dat ze niet voldoende geïnformeerd zijn over de milieu-effecten en 20% over de verplichtingen.





