Leaderproject Veugels wil akker- en weidevogels weer vleugels geven
Akker- en weidevogels zoals de kievit, veldleeuwerik en patrijs verdwijnen alsmaar meer uit het West-Vlaamse landbouwlandschap. Om deze achteruitgang een halt toe te roepen, sloegen Inagro, Regionaal Landschap Houtland en Polders, Boerennatuur en Boerenbond de handen in elkaar met het nieuwe Leaderproject Veugels. Samen met landbouwers testen ze maatregelen die werken voor landbouw én natuur.

Zo’n 70% van Noord-West-Vlaanderen bestaat uit landbouwgrond. Landbouwers zijn dus onmisbaar voor akker- en weidevogels. Maar grotere percelen, intensieve teelten en strikte regels leiden ertoe dat maatregelen voor akker- en weidevogels niet altijd makkelijk inpasbaar zijn, en vaak te weinig opleveren. Daardoor verdwijnt stilaan het enthousiasme om ermee bezig te zijn.
“Landbouwers spelen een onmisbare rol voor onze akker- en weidevogels”, stelt Maxim Pauwels van het Regionaal Landschap Houtland & Polders, dat het project mee ondersteunt. “Door naar elkaar te luisteren en op zoek te gaan naar maatregelen en gewassen die interessant zijn voor de landbouwers én akker- en weidevogels, kunnen we écht het verschil maken.”
Praktijkgerichte oplossingen
Uitvoerend landbouwer Franky uit Zuienkerke, die zijn percelen als demoplatform ter beschikking stelt, benadrukt het belang van een praktische aanpak: “Vanuit mijn idee dat natuur en landbouw elkaar kunnen versterken, wil ik helpen om nieuwe maatregelen voor akkervogels compatibel te maken met de realiteit waarin we dagelijks werken”, verduidelijkt Franky. “Dat is belangrijk wil je landbouwers mee op de kar krijgen. Ik hoop hiermee bij te dragen aan een positief verhaal voor onze sector.”
Drie maatregelen vormen de kern van het nieuwe Leader-project Veugels:
1. Laagblijvende vlinderbloemigen zoals rolklaver, die ideale habitats bieden voor akkervogels, de bodemstructuur verbeteren en stikstof binden.
2. Vogelstoppels, waarbij graanstoppels een jaar blijven liggen, voedsel en dekking bieden, en zo het bodemleven stimuleren. Flexibiliteit in beheer wordt samen met de landbouwer getest.
3. Nestbescherming van kievitsnesten, met innovatieve technieken zoals drones met warmtecamera’s en slimme beschermingskoepels om nesten veilig te houden tijdens landbouwwerkzaamheden.
Onderzoeker Willem Van Colen van Inagro: “Maatregelen zoals laagblijvende vlinderbloemigen en graanstoppels die we met Veugels op het terrein demonstreren, zullen steeds het resultaat zijn van dialoog met de landbouwer. Zo worden maatregelen niet eenzijdig opgelegd en vergroot de kans dat landbouwers enthousiast meedoen.”

Samenwerking als motor
Een regionale werkgroep vormt het hart van Veugels. De partners komen meerdere keren per jaar samen om vorm te geven aan een langetermijnstrategie. Ze bespreken wat er op het terrein gebeurt en koppelen dat aan concrete acties. Zo wordt kennis die verloren leek, weer opgepikt en versterken landbouwers, jagers, natuurvrijwilligers en experten elkaar. Het Regionaal Landschap leidt de werkgroep en vervult de brugfunctie tussen alle betrokkenen.
“Met Veugels gaan we verder dan het aftoetsen van maatregelen op hun haalbaarheid binnen de moderne West-Vlaamse landbouw“, zegt Dieter Depraetere, onderzoeksleider Agromilieu bij Inagro. “De kracht van het project ligt immers in de lokale samenwerking. Landbouw en natuur samenbrengen, kennis delen en zo een sterke basis leggen voor duurzame partnerschappen op lange termijn.”
Voor boeren én vogels
De impact van de maatregelen wordt ecologisch, landbouwkundig en economisch gemonitord. Zo volgt Inagro de effecten op bodem, teeltrotatie en biodiversiteit, terwijl Boerennatuur Vlaanderen het bedrijfseconomisch rendement berekent. Vrijwilligers van Mergus, de vogelwerkgroep in Noord-West-Vlaanderen, observeren de vogelpopulaties. Deze integrale aanpak zorgt ervoor dat maatregelen nuttig zijn voor de natuur én haalbaar voor landbouwbedrijven.
Doelstelling en toekomst
Het Leader-project Veugels beoogt:
1. Een blijvende regionale samenwerking tussen landbouw- en natuurpartners.
2. Een gedragen actieplan voor de komende 5 jaar.
3. Praktisch toepasbare maatregelen die ook via het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) kunnen worden ondersteund.





