Meting grondwaterstanden gebeurt automatisch, frequenter en sneller

De VMM heeft een 600-tal meetputten, verspreid over Vlaanderen. In de putten zijn in totaal 900 peilbuizen geplaatst, waarbij de grondwaterstanden op diverse dieptes gemeten worden. Tot nu toe gebeurde de meting handmatig met een meetlint dat in de peilbuis werd gestoken.

Automatische doorsturing in driekwart meetnet

Voortaan worden de waterstanden automatisch doorgestuurd in bijna 700 van de 900 peilbuizen, goed voor ongeveer 75% van het volledige meetnet. Het zal ook veel vaker gebeuren dan tot nu toe het geval was: de sensoren meten de waterpeilen om de 4 uur. Op sommige plaatsen, bijvoorbeeld kortbij een getijdenrivier, gebeurt de meting zelfs elk uur.

Nauwkeuriger beeld

“De herhaalde metingen gaven soms een vertekend beeld van de situatie. Het blijft een momentopname: soms gebeurde de meting vlak na een plensbui, terwijl het de rest van de maand droog was”, vertelt Jan Corluy, specialist grondwaterbeheer bij de VMM. “Dat gaf niet altijd de meest juiste weergave van de situatie. Door de waterstanden bijna live op te meten, krijgen we een veel nauwkeuriger beeld.”

Sneller schakelen

Door de klimaatverandering krijgen we vaker met herhaalde perioden van veel regenval en grote droogte te maken. “Door al de gegevens over grondwaterstanden automatisch te verzamelen, zijn we beter in staat om het waterpeil te voorspellen en preventieve maatregelen te nemen om het peil op te krikken”, zei Vlaams minister van Omgeving Jo Brouns (cd&v), die een kijkje kwam nemen bij een meetput in het Vlaams-Brabantse Meise.

“Dat is erg belangrijk in het kader van de klimaatverandering. Het grondwater moet op een voldoende hoog peil blijven staan, voor de kwaliteit van het bodemleven, industriële processen, de landbouw en ons drinkwater”, aldus nog de minister.

Nog realistischer beeld

Om de 3 maanden wordt nog steeds een handmatige meting uitgevoerd. Dat is nodig om de resultaten met elkaar te vergelijken en de sensoren – indien nodig – te kalibreren. “De manuele metingen geven een onafhankelijk en waarheidsgetrouw resultaat dat we nodig hebben om de sensoren voor de live metingen te ijken. De sensordata laten dan weer toe om uitschieters te detecteren”, licht VMM-woordvoerder Katrien Smet toe. “Beide metingen versterken elkaar. Gecombineerd geven ze een nog realistischer beeld van het grondwater in Vlaanderen.”

Grondwaterpeil lager dan normaal

November was droger dan normaal met grote regionale neerslagverschillen. Dat weerspiegelt zich in de waterloopdebieten met een duidelijk contrast tussen het westen en het oosten van Vlaanderen. Het grondwaterpeil blijft lager dan normaal voor de tijd van het jaar.

Grote regionale verschillen

Het KMI registreerde in november 88,8 mm neerslag in Ukkel, ofwel 116% van de normale neerslaghoeveelheid (76,4 mm). Maar gemiddeld scoorde Vlaanderen droger dan normaal. Dat komt overeen met het VMM-pluviometernetwerk verspreid over Vlaanderen, dat een gemiddelde van 68 mm ofwel 89% van het klimatologisch normaal registreert.

De gemeten neerslaghoeveelheden in november tonen grote regionale verschillen. Zo viel er in Niel bij Sint-Truiden (Limburg) slechts 46% van wat normaal wordt verwacht, terwijl in Korbeek-Dijle (Vlaams-Brabant) 151% van de normale hoeveelheid werd opgetekend. De voorbije 3 maanden stelden de VMM-meetstations gemiddeld 98% van de normale neerslaghoeveelheid vast.

Wat betreft de droogtetoestand in Vlaanderen werd het beheerniveau op 17 november gewijzigd naar code groen (normaal beheer). Dat betekent dat alle droogtemaatregelen zijn afgebouwd.

Meer info over het grondwaterpeil vind je hier.

Belga/VMM