Startpagina Maïs

Nieuwe maïsrassen op de Belgische rassenlijst

Alleen onafhankelijk advies en meerjarig onderzoek bieden een objectieve basis om maïsrassen correct met elkaar te vergelijken. Wie kiest op basis van bewezen prestaties in plaats van mooie beloftes, vergroot zijn kans op een stabiele opbrengst en een rendabeler teeltjaar.

Leestijd : 5 min

De Belgische rassenlijst bevat uitsluitend rassen die in verschillende veldproeven en gedurende verschillende jaren hebben bewezen dat ze bovengemiddeld presteren. De officiële veldproeven worden uitgevoerd door ILVO-Plant (Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek) en CRA-W (Département Production végétale) in opdracht van de Technische Interregionale Werkgroep voor de samenstelling van de Nationale Catalogus voor Landbouwgewassen. De resultaten van de veldproeven kan u terugvinden op de cijferwebsite van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij. In december werden 5 nieuwe kuilmaïsrassen en 3 nieuwe korrelmaïsrassen toegelaten op de Belgische rassenlijst.

Waarom de ene 100 niet gelijk is aan de andere 100

Om onderlinge vergelijkingen mogelijk te maken, wordt in rassenlijsten vaak gewerkt met relatieve cijfers. Daarbij staat 100 meestal voor het gemiddelde. Voor alle rassen op de Belgische rassenlijst werd door ILVO een score van 100 berekend als het gemiddelde van alle rassen. Hierdoor is meteen zichtbaar welke rassen bovengemiddeld presteren: zij scoren 100 of hoger. Je kan de lijst raadplegen op de rassenlijstwebsite van ILVO.

In andere rassenlijsten wordt de waarde 100 soms willekeurig vastgelegd op basis van slechts enkele rassen. In dat geval betekent een score van 102 niet noodzakelijk dat het ras ook effectief bovengemiddeld presteert ten opzichte van het volledige aanbod. Vergelijk daarom nooit cijfers tussen verschillende tabellen en blijf steeds kritisch bij de interpretatie van cijfers.

Waarom vroegrijpheid zo belangrijk is

De vroegrijpheid van een maïsras bepaalt niet alleen het oogsttijdstip, maar ook hoe flexibel u kan inspelen op weersomstandigheden en teeltrotatie. Op percelen waar later gezaaid wordt, bijvoorbeeld na gras, is een vroeg afrijpend ras geen luxe maar een noodzaak.

Daarnaast biedt vroegrijpheid extra speelruimte, als het voorjaar te nat is om vroeg te zaaien, als men u in het najaar tijdig een volgteelt wil inzaaien of als men structuurschade wil beperken en de bodemkwaliteit wil verbeteren. In al deze situaties is een vroegrijp ras de veiligste keuze. Kan u daarentegen vroeg zaaien (2de helft april) en bent u bereid het risico van een latere oogst te nemen in ruil voor maximale opbrengst? Dan kan een (half)laat ras overwogen worden.

Voor de rassen op de Belgische rassenlijst geldt: voor elke procent vocht meer kan relatief gezien 1% meer opbrengst gerealiseerd worden tijdens een gunstig groeiseizoen.

Topopbrengst en zekerheid dankzij de Belgische rassenlijst

De resultaten van de veldproeven die werden uitgevoerd voor het samenstellen van de Belgische rassenlijst, worden weergegeven op de ILVO-rassenlijst. Het helpt landbouwers door rassen overzichtelijk te rangschikken op vroegrijpheid en prestaties. Belangrijker nog: deze lijst bevat enkel toppers. Rassen met lage opbrengsten, verhoogd risico op legering of stengelrot, mindere kwaliteit of een te late afrijping voor onze regio worden er niet in opgenomen.

Dankzij een grondige screening over minstens 2 jaar en op meerdere locaties in België worden enkel de best presterende rassen geselecteerd. Minder sterke rassen vallen automatisch af. Dit staat in contrast met andere rassenlijsten, waar resultaten van 1-jarige proeven en van alle rassen — ook minder presterende — terug te vinden zijn. Kiezen voor een ras uit de Belgische rassenlijst is dus kiezen voor bewezen zekerheid.

Kuilmaïs: maximale energie uit uw rantsoen

Voor veel melkveebedrijven vormt kuilmaïs de belangrijkste energiebron. De rassenkeuze heeft daarom een directe impact op de rantsoenkwaliteit en de dierprestaties. Let bij uw keuze vooral op volgende eigenschappen:

- Vroegrijpheid

Zorg dat elk perceel op het juiste moment geoogst kan worden, rekening houdend met regio, bodemtype en perceelsomstandigheden.

- Opbrengst

Dankzij intensieve veredeling leveren nieuwe rassen steeds hogere opbrengsten. Rassen op de rassenlijst presteren gemiddeld tot 15% beter dan rassen van 15 jaar geleden — een verschil dat duidelijk zichtbaar is in de kuil.

- Zetmeelaandeel

Zetmeel is de belangrijkste energiebron in maïskuil. Let wel op: een te hoog zetmeelgehalte kan pensverzuring veroorzaken, zeker in rantsoenen met veel maïs.

- Verteerbaarheid

Niet alleen de kolf telt. Ook de verteerbaarheid van stengel en blad is cruciaal voor een hoge totale verteerbaarheid van de organische stof. Deze parameter wordt duidelijk weergegeven in de rassenlijst.

In december 2025 werden 5 nieuwe kuilmaïsrassen toegevoegd aan de Belgische rassenlijst: KWS Giso, Garniso, KWS Pluvio, KWS Norento en Infernico, allen van KWS.

Korrelmaïs: focus op maximale opbrengst en rendement

Korrelmaïs kan geteeld worden voor droge korrel, maar ook voor CCM (corn cob mix) of MKS (maïskolvenschroot). Bij deze teelten ligt de nadruk nog sterker dan bij kuilmaïs op het realiseren van een zo hoog mogelijke opbrengst per hectare. De rassenkeuze speelt daarbij een sleutelrol en bepaalt in grote mate het uiteindelijke financiële resultaat.

Bij het selecteren van een geschikt ras zijn volgende eigenschappen cruciaal:

- Vroegrijpheid

(Half)laat afrijpende rassen beschikken over een langer groeiseizoen en hebben daardoor doorgaans een hoger opbrengstpotentieel dan vroegrijpe rassen. Om dit potentieel volledig te benutten, is een tijdige zaai noodzakelijk, bij voorkeur al in april.

Houd wel rekening met de risico’s die gepaard gaan met een latere oogst: ongunstige weersomstandigheden in het najaar, verhoogde kans op bodemverdichting en hogere droogkosten bij de oogst van droge korrel.

- Opbrengst

Door voortdurende innovatie en veredeling blijven nieuwe rassen hun opbrengstpotentieel verbeteren. Net zoals bij kuilmaïs loont het daarom om te kiezen voor een recent en bewezen ras. De rassen op de rassenlijst zijn geselecteerd op basis van meerjarige en onafhankelijke proeven en bieden zo een betrouwbare garantie op hoge opbrengsten.

- Stengelrot en legervastheid

Omdat korrelmaïs langer op het veld blijft staan, zijn standvastheid en gezondheid van de plant van doorslaggevend belang. Kies bij voorkeur voor rassen met een sterke tolerantie tegen stengelrot, vaak veroorzaakt door Fusarium-schimmels, en een goede weerstand tegen legering. Deze eigenschappen beperken opbrengstverliezen, verhogen de oogstzekerheid en dragen bij aan een optimale kwaliteit van de korrel, CCM of MKS.

In december 2025 werden 3 nieuwe korrelmaïsrassen toegevoegd aan de Belgische rassenlijst: KWS Griso, KWS Tisento en KWS Norento.

Door een weloverwogen keuze te maken uit de Belgische rassenlijst, kiest u voor rassen die niet alleen uitblinken in opbrengst en kwaliteit, maar die ook hun betrouwbaarheid bewezen hebben onder uiteenlopende teelt- en weersomstandigheden. Zo beperkt u risico’s en vergroot u de kans dat uw maïsteelt ook economisch rendeert. Een sterke rassenkeuze vormt met andere woorden de basis voor een financieel succesvolle maïsteelt.

Agentschap Landbouw en Zeevisserij/ILVO

Lees ook in Maïs

Eerste maïs is geoogst en de afrijping gaat gestaag verder

Maïs Op 21 augustus werden voor de derde keer monsters genomen door het LCV-netwerk voor de opvolging van de afrijping van de kuilmaïs. De drogestofpercentages gaan fel de hoogte in. Het wordt duidelijk een vroeg jaar. Op diverse praktijkpercelen is de eerste maïs trouwens al geoogst.
Meer artikelen bekijken