Hakselen is de boodschap
2025 kenmerkt zich als een erg vroeg jaar. De kuilmaïs rijpte sneller af als gevolg van de aanhoudende droogte. De meeste rassen zijn nu dus hakselklaar.

Op 4 september werden er stalen genomen op 6 locaties. Op 4 locaties is er immers al geoogst. Aangezien er op nog locaties werd of wordt geoogst, is dit het laatste bericht van het Landbouwcentrum Voedergewassen (LCV) in het kader van de opvolging van de afrijping van de maïs.
Hoge drogestofpercentages
Gemiddeld genomen bedraagt het drogestofpercentage 37,8% (tabel 1). Dit percentage steeg met 3% over de 6 locaties heen. De vroegste rassen uit het netwerk (P7179, KWS Curacao en LG32257) zitten ruim boven de 35% droge stof. SY Opale laat een drogestofpercentage van 36,3% meten en SY Freyja 34,1%.
Bij de later gezaaide locaties als Oudsbergen en Sint-Niklaas is te merken dat ook daar de latere rassen hakselklaar zijn.
Droog jaar leidt naar vroege oogst
Wanneer 2025 wordt vergeleken met de andere jaren, blijkt dat, over alle rassen en locaties heen (uitgezonderd de ultravroege rassen), de maïs duidelijk vroeger rijp was (figuur 1). In 2025 werd omstreeks week 35 gemiddeld genomen een drogestofpercentage van 35% gehaald, of zo’n 19 weken na zaai. Ook in 2022 was dit het geval. In de andere jaren was dit zo’n 2-3 weken later.
De start van het maïsjaar 2025 ging vlot en met voldoende hoge temperaturen was de groei voorspoedig. Na verloop van tijd speelde de aanhoudende droogte, in combinatie met het warmere weer toch parten. In eerste instantie lieten de droogtegevoelige percelen zien dat de planten het moeilijk hadden. Ook op wat nattere percelen was er na verloop van tijd het effect van droogte te zien. Bij de oogst blijken er dan ook veel verschillen te zijn tussen, maar ook binnen percelen. De kuilanalyses zullen binnenkort uitwijzen hoe het is gesteld met de kwaliteit van de geoogste mais.
We wensen je nog een succesvolle oogst en een kwaliteitsvolle kuil. Volgend jaar kan je weer op ons rekenen!