Klimaatverandering de dreiging, plantenveredeling de oplossing

D at de bevolking toeneemt is al langer een feit. In 2000 stond de teller nog op 6 miljard. In 2018 zou dat al 7,3 miljard mensen zijn. “En het is niet zo dat iedereen even goed wordt gevoed. Er komen dagelijks meer dan 180.000 mensen bij op aarde, wat betekent dat er in 2045 9 miljard mensen op onze aardbol rondlopen. We zullen 50 % meer voedsel moeten produceren”, vertelt Marc Ballekens. De wereldlandbouwproductie moet dus stijgen.

Momenteel wordt 1,4 miljard hectare ingenomen door landbouwgrond, waarvan 49 % voor granen en 17 % voor oliehoudende gewassen. Tarwe is goed voor 224 miljoen ha, korrelmaïs voor 155 miljoen ha, rijst voor 154 miljoen hectare en soja voor 102 miljoen hectare. Al de rest van de teelten (bosbouw en grasland niet meegerekend) beslagen minder dan 80 miljoen hectare elk.

“Theoretisch gezien is er in de wereld nog heel wat ruimte over, en kan de landbouwproductie nog 50 % stijgen”, aldus Marc. In landen als Nederland en België zitten we op het optimum van gebruik. In Afrika en Brazilië, maar ook in de Verenigde Staten en Canada wordt het volledige potentieel nog niet gebruikt. In Brazilië wordt slechts 45 % van het opbrengstpotentieel gebruikt, en in Afrika is dat slechts 18 %. “In Afrika zal het echter spannend worden, want men verwacht dat de bevolking er zal stijgen van 1 miljard mensen nu naar 2 miljard mensen in 2045. In de komende 20 jaar zal overbevolking daar een groot probleem zijn. De bevolkingsgroei in China daarentegen zal niet zo exploderen, maar het land is goed voor 20 % van de wereldbevolking.”

Duurzaamheidsvraag

Duurzame landbouw wordt alvast een uitdaging. Als landbouwer heb je nu eenmaal nood aan phytopharmaceutische middelen en ook het gebruik van meststoffen is niet weg te denken. “Het gebruik ervan moet echter geoptimaliseerd worden”, verklaart Ballekens. Verder worden CO2 en methaanuitstoot aanzien als dreigingen voor het klimaat.

Klimaatverandering als uitdaging

En qua klimaatopwarming is het laatste woord nog niet gezegd. “Ondertussen is de globale gemiddelde temperatuur al een graad gestegen. Het doel van het Klimaatakkoord Parijs 2015 is echter onder de opwarming van 2°C te blijven, anders zal de aarde versneld opwarmen en zullen de klimaatproblemen niet meer onder controle te krijgen zijn. Naast de zeespiegelstijging (+ 7 m) en de koraalriffen die verdwijnen, ziet Marc ook een volksverhuis aankomen: “Afrika en Zuid-Amerika zullen dan zeker problemen krijgen door hogere temperaturen. Wij hebben al last met een miljoen vluchtelingen te plaatsen in de Europese Unie. Wat gaat er gebeuren als 15 miljoen mensen uit Afrika naar de EU komen?” vraagt Marc zich af.

200 landen doen mee aan het klimaatakkoord, en willen dat de wereld CO2-neutraal is tegen 2100. “Probleem is dat het kleinste landje, de VS, eruit is gestapt”, klinkt het ietwat ironisch bij de voorzitter. Dat het klimaat verandert, kan men al merken in verschillende delen van Europa. “Scandinavië zal door klimaatverandering veel meer neerslag krijgen en van Zuid-Europa krijgen we signalen dat het aan het opdrogen is. Ook bij ons zal de verandering te merken zijn: we zullen bijvoorbeeld veel meer regen krijgen in de winter, en heel weinig in de zomer.”

De groeiseizoenen zullen korter worden, klinkt het. De gewassen moeten sneller van het veld. “Alles zal sneller moeten gaan”, concludeerde Ballekens. Maar ook daar is de plantenveredeling een oplossing voor, door voor planten te zorgen die snel hun opbrengst per hectare kunnen realiseren.

Waterschaarste als uitdaging

Ten slotte lijkt watervoorziening in de toekomst een zwaar probleem te worden. Nu lijdt 25 % van de wereldbevolking aan waterproblemen, maar dat zal in 2030 oplopen tot 50 %. Voornamelijk China, Brazilië, India, Rusland en Zuid-Europa zullen beperkt worden in water. Nu al zijn er verschillende landen met een watercontingent, en dat aantal stijgt al elk jaar.

Plantenveredeling als oplossing

Marc Ballekens is alvast overtuigd: plantenveredeling is de toekomst als men deze uitdagingen rond klimaat en water wil aangaan. Zo is er veel onderzoek aan de gang naar rassen die droogteresistent zijn, zoals bij maïs. Tegen 2030 wil men maïs verkrijgen die zo’n 30 % minder water nodig heeft, maar nog even goed is in drogestofopbrengst. De verdamping moet lager en daarom zet men in op de genetica met betrekking tot de epidermis (de opperhuid van de wortel, stengel en het blad).

Om aan duurzame landbouw te doen is minder bemesten noodzakelijk, werd al gezegd. De Mest Actie Plannen worden steeds strenger. Men mag nu nog slechts 18 ton per hectare uitrijden, maar men wil een zelfde productie bekomen als voorheen. Via plantenveredeling kan men naar rassen streven die een betere stikstof en fosforefficiëntie hebben. Men wil rassen met een betere doorworteling.

Verder ziet Marc in een duurzame landbouw een verschuiving van gewasbeschermingsmiddelen naar biociden. “Nieuwe erkenningen verlopen zeer moeizaam en het aantal bestaande erkenningen smelt als sneeuw voor de zon, zowel voor volle veld als bij zaadontsmetting. Dat is soms terecht, maar gebeurt soms ook uit politicologische druk.”

Biofarmaceutische bedrijven hebben er al voor gezorgd dat het gebruik van fytofarmaceutische middelen verminderd is bij zaadontsmetting. “Maar nu zien we dat Europa ook scherp is naar zaadontsmetting toe. In 2015 werd het gebruik van neonicotinoïden in maïs en koolzaad verboden. Er ligt nu, in 2018, een voorstel op tafel om neonicotinoïden in alle gewassen te verbieden behalve in serres.” Dit heeft mogelijks een belangrijke impact op granen en suikerbieten. Bij granen kan dat probleem deels door genetica worden opgelost, maar dit is voorlopig niet het geval bij suikerbieten. Ook voor zaadontsmetting met mesurol in maïs is er een voorstel van verbod. Geen goed nieuws, want dit beslaat 70% van het Belgisch areaal maïs.

Er wordt vaak direct gedacht aan Genetisch Gemodificeerde Organismen (ggo’s). Genetische modificatie (of transgenese) is een veredelingstechniek waarbij men nieuwe eigenschappen in een organisme wil verkrijgen, door vreemd genetisch materiaal van een andere dier- of plantensoort of bacterie in te brengen. “Vandaag worden wereldwijd al 200.000 miljoen hectare ggo’s verbouwd. Dus één zevende is al genetisch gemodificeerd”, illustreert Ballekens. Zo werd er al genetisch gemodificeerd tegen insecten en onkruiden op landbouwkundig vlak, en probeert men planten te creëren met een uitzonderlijke droogte- en kouderesistentie, zodat ze geteeld kunnen worden waar het eerst niet kon.

In de Europese Unie is er verdeeldheid onder de lidstaten. 15 landen zijn voor de ggo’s, zoals Duitsland, Spanje en Italië. Nog 11 landen zijn anti-ggo. Dit zijn onder andere Frankrijk, Nederland en Hongarije. Verenigd Koninkrijk en België zijn zelfs landen waarin ze het intern niet eens raken. Heel het Verenigd Koninkrijk stemt ja, behalve Wales, Schotland en Noord-Ierland. In België is Vlaanderen pro ggo maar Wallonië dan weer niet. We importeren wel ggo’s Voor veevoeders is het zo dat de ggo’s vermeld moeten zijn op het etiket, wanneer het product meer dan 0,9 % ggo’s bevat.

Ondanks de aarzelende aanvaarding, vallen er wel enkele argumenten pro ggo’s te vermelden. “Het is in elk geval een oplossing voor de klimaatverandering. Het is ook een oplossing voor de stijgende voedselbehoefte, met minder gebruik van pesticiden. Verder is het nog nooit bewezen dat iemand gestorven is door ggo’s anders zou het al verboden zijn. Door het eten ervan zal je zelf niet veranderen, noch morfologisch, noch psychisch. Critici zeggen dat door gentechnologie de problematiek van de plantenveredeling in handen komt van slechts een handvol bedrijven. Echter dat was vroeger ook al zo.”

... of eerder NBT’s?

New Breeding Techniques (NBT’s) zijn net als ggo’s moderne veredelingstechnieken, maar gebruiken in plaats van vreemd genetisch materiaal soorteigen of planteigen DNA-technieken om een nieuwe eigenschap in te bouwen. Dit zou het probleem van ggo’s eventueel kunnen oplossen.

Een voorbeeld is cisgenese, waarbij een eigenschap van de ene naar de andere plant wordt overgebracht binnen een soort of binnen kruisbare soorten. Op die manier worden ziekteresistenties overgebracht. In aardappel en aardbei wordt voornamelijk gewerkt met cisgenese. Bij cisgenese is het zo dat de combinatie van eigenschappen waarvoor de veredelaar koos in de natuur ook spontaan kan voorkomen. Een variatie op cisgenese is intragenese. Ook hier blijft men binnen kruisbare soorten, maar de combinatie van eigenschappen die door de veredelaar gekozen werd komt niet in de natuur voor.

Een ander voorbeeld van NBT is CRISPR (Clustered, Regularly Interspaced Short Palindromic Repeats), ook wel de DNA-schaar genoemd. Bij deze techniek kunnen genen uit het DNA met uiterste precisie gemodificeerd worden. Zo kunnen bijvoorbeeld de genen voor de bittere smaak van witloof eruitgehaald worden.

Debat van 10 jaar

Het debat van de NBT’s is ondertussen een juridische discussie geworden. En die draait rond de vraag of de NBT’s dezelfde procedure moeten doorlopen als de ggo’s. De landbouw- en veredelingssector laat merken dat dit niet zo moet zijn en daarom heeft de Confédération paysanne in Frankrijk dat juridisch aangeklaagd. Het is dus nu aan het Europees Hof van Justitie om een beslissing te maken, en die wordt verwacht in het voorjaar van 2018.

“Als de NBT’s niet onder de GGO-wetgeving valt, en wordt beschouwd als klassieke genetica met een aantal voorzorgsmaatregelen, dan opent dit deuren. De kleine veredelaar krijgt dan toegang tot de publieke kennis en tot de markt”, voorspelt Marc Ballekens.

Ook voor biolandbouw kunnen NBT’s hun nut bewijzen. Het aandeel biolandbouw neemt namelijk overal in Europa toe, maar blijft nog beperkt. “Hoe groot de niche ook is, NBT’s zullen nodig zijn, aangezien gewasbeschermingsmiddelen en kunstmeststoffen bijna niet gebruikt mogen worden.”

Wat de beslissing ook mag zijn, genetische vooruitgang vereist sowieso enorme budgetten. Tussen de 13 en 15 % van de omzet van geneticabedrijven wordt jaarlijks ingezet in ontwikkeling en onderzoek. Dat is meer dan de farmaceutische industrie (ongeveer 10,3 %) en de automobielindustrie (5,4 %).

M.V.

Wat bood de plantenveredeling ons tot nu toe?

Suikerbietenopbrengst

Via genetica werd het mogelijk om de opbrengst met 350 kg/ha per jaar te verhogen. Dit is te danken aan het ontwikkelen van rhizomanietolerante rassen, nematodentolerante rassen, rhizoctoniatolerante rassen en cercosporatolerante rassen.

Suiker uit suikerbiet en suikerriet

Saccharose kan afkomstig zijn van suikerbiet, maar ook van suikerriet. Vandaag halen we 72 % van de saccharose uit suikerriet, en 28 % uit de suikerbiet. De kloof tussen suikerbiet en suikerriet is doorheen de tijd een stuk kleiner geworden. Dit is het gevolg van een strengere regelgeving in de suikerrietplantages en het feit dat de klimaatimpact groter is in de suikerrietzones: de afstanden voor suikerriet naar de havens wordt groter (en is dus minder rendabel) en er zijn steeds grotere problemen met wateraanvoer. Bovendien is de genetische evolutie sneller in suikerbiet in vergelijking met suikerriet.

Bladziekten bij tarwe

Voor verschillende bladziekten in tarwe bestaan weinig oplossingen via chemische bestrijding. Zo kent Gele roest wisselende fysio’s die zeer agressief zijn. Strobilurines en triazolen werken er niet goed meer tegen. Meerdere bespuitingen zijn dan mogelijk, maar met weinig kans op succes. Aarfusarium is in het algemeen niet zo’n groot probleem, tenzij er regelmatig regen valt tijdens de bloei. Dan zou er een aarbespuiting moeten gebeuren net voor de bloei, en dan nog als het weer het toelaat. Ten slotte komt Septoria bijna elk jaar voor. Ook hier is er een verminderde werking van strobilurines. Een combinatie van actieve stoffen kan dan nog soelaas bieden. Via genetica kon men echter werken aan ziekteresistentie, waardoor de problemen een stuk minder zijn.

Bladluizenproblematiek

Op dit moment bestaan er wintergerstrassen met een resistentie tegen dwergvergelingsziekte. Dit is een ziekte die veroorzaakt wordt door een virus dat overgebracht wordt van bladluizen. Ook bij wintertarwe zijn er rassen op komst met deze resistentie. Bij suikerbieten is er nog geen oplossing in zicht.

Teelt eiwithoudende gewassen

Als ons consumptiegedrag aanhoudt, hebben we 75 % meer dierlijk eiwit nodig tegen 2045. Een alternatief zijn plantaardige eiwitten zoals soja. Ilvo heeft daarom de veredeling van soja in gang gezet, op zoek naar rassen met goede opbrengst die voldoende vroegrijp zijn, én geschikt zijn voor ons klimaat. Ook winterveldbonen zijn een optie. Er werd hiermee al veredeld in het Verenigd Koninkrijk, waar al 40.000 ha staat, maar ook in België werd al 1.200 ha uitgezaaid. Het levert een opbrengst van zo’n 6.000 tot 8.000 kg/ha.

Methaanuitstoot bij koeien

8 % van de broeikasgassen in Vlaanderen komt uit de landbouw. En dan wordt onder andere naar de herkauwers gekeken. De methaanuitstoot bij koeien kan verlaagd door te werken aan veeverbetering, maar ook door plantenveredeling. Zo kan de voederefficiëntie van ruwvoeders, zoals maïs en gras, verbeterd worden op verschillende manieren. Men wil een hogere verteerbaarheid en een hogere celwandverteerbaarheid, het aandeel by pass zetmeel aanpassen en de amylose/amylopectineverhouding in het zetmeel aanpassen. Dit geeft ook een voordeel naar de melk toe.

Meest recent

Meest recent