AVR zet in op opleiding via vier pijlers

Fabrikant AVR pakt de opleiding aan via de inzet op vier pistes, namelijk: eigen medewerkers, dealers, eindklant en scholen. Zo legt ons Tine Coopman, marketing en communication manager bij AVR, uit. “Bij ons draait het vooral om de praktijk en niet puur om het theoretische”, voegt ze eraan toe. “Mensen moeten weten wat ze toepassen in de praktijk en waarom”.

Scholen

AVR ontvangt veel, hoofdzakelijk middelbare, scholen. De bezoeken starten met een korte bedrijfsvoorstelling en er wordt gepraat over de verschillende functies. Wat is R&D? Wat houdt het aftesten van een machine in? “De bedoeling is dat we een beeld geven aan de scholieren, wat ze kunnen doen bij AVR na hun studierichting. Ze kennen de landbouwsector vaak wel, maar minder de wereld van een landbouwmachinefabrikant. Door hun bezoek verruimt hun gezichtsveld”, aldus Tine.

Hiernaast worden sporadisch ook lagere scholen ontvangen, omdat de fabrikant het belangrijk vindt dat de jeugd kiest voor een ‘Stem’-opleiding. Stem is een letterwoord dat staat voor Science – Technology – Engineering – Mathematics en omvat een waaier aan technologische, technische, exact-wetenschappelijke en wiskundige opleidingen en beroepen.

Inzetten op (lagere) scholen behoort gewoon tot de bedrijfspolitiek van de fabrikant. Hij vindt het nu al belangrijk om de jeugd te stimuleren, zodat er later meer aanbod is van goed geschoolde profielen.

Jaarlijks wordt een lagere school uit Meulebeke verwelkomd die een interactieve rondgang krijgt. De eigen medewerkers zetten een beveiligd parcours uit, waarbij de jongeren zelf eens een hefbrug mogen aansturen, een lasmasker ter hand nemen, een elektrobord met schakelingen kunnen bedienen. De fabrikant prijst zich gelukkig dat hij hiervoor eigen gemotiveerde medewerkers heeft, die schoolgaande jeugd wil informeren en inspireren.

De bedoeling van de schoolbezoeken is dat het verhaal met zijn twee kanten meegegeven wordt. Te verstaan: dit leer je op school en dit kan je ermee in het bedrijfsleven. “Enerzijds: hier maak je uw handen vuil, maar daar zit de uitdaging die u motivatie en voldoening geeft, en anderzijds zoeken we niet alleen pure techneuten, maar vragen sommige jobs ook andere facetten”.

De machines die in Roeselare ontworpen en geproduceerd worden, vinden wereldwijd hun plaats bij de aardappeltelers. Zelfs in landen als Canada, Zuid-Afrika en Japan rijden aardappelmachines van AVR. Juist die wereldwijde blik vraagt dat ook technische medewerkers bijkomende vaardigheden kunnen inzetten zoals talenkennis, zelfstandigheid, creativiteit en hands on zijn. Naast lagere en middelbare scholen vinden ook hogescholen hun weg naar AVR. Ook enkele stagiairs vinden hun weg naar de constructeur, maar in beperkte mate. Want de moeilijkheid zit hem in het matchen van de schoolprofielen met de stageplaatsen, omdat je met een technisch product in de landbouw bezig bent.

Tine Coopman bemerkt dat ze ook veel aanvragen van dealers en klanten krijgen voor een bezoek en dat er eigenlijk heel wat (landbouwgerelateerde) bezoekersgroepen over de vloer komen. De fabrikant wil deze bezoeken degelijk aanpakken. “We werken met een checklist om er zeker van te zijn dat alles in orde is en dat we een mooie bedrijfsuitstraling maken. Tevens willen we een inhoudsvol bezoek bieden!”

Dealertrainingen

Een tweede piste waarlangs AVR de opleidingen aanpakt, zijn de ‘dealertrainingen’. Deze richten zich enerzijds tot de techniekers en anderzijds tot de verkoopmensen die bij de dealers werken. AVR geeft deze opleiding zelf en heeft hiervoor meerdere personen in dienst. Deze schrijven ook de ‘trainingsboeken’ en kennen de techniek van de machines van binnen en buiten omdat ze veelal in het werkveld gestaan hebben.

In ons land en de buurlanden beheerst AVR de service grotendeels zelf. “Maar het is belangrijk, zeker als we verder van huis gaan kijken, dat de dealers goed gevormd zijn, omdat ze onze ambassadeur zijn en de producten goed moeten kennen.

De trainingen hebben hoofdzakelijk plaats in het voorjaar en in overleg met de dealers. Ze worden zoveel mogelijk in de taal van de deelnemer gegeven (Nederlands, Frans, Engels en Duits), zodat deze niet de vertaalslag moet maken tijdens zijn opleiding. Het initiatief heeft succes, want de opleidingen zijn altijd volzet. We proberen dit ook altijd in kleine groepen te doen van 10 à 15 man om het werkbaar te houden.

De duur van een servicetraining bedraagt zo’n dag à anderhalve dag. Voor buitenlandse partners wordt getracht om meerdere opleidingen achter elkaar te koppelen.

Tijdens de opleiding wordt afwisselend theorie met praktijk gegeven, zodat de cursisten geen acht uur na elkaar moeten doorbrengen in het leslokaal. Tijdens de theorie worden de machines toegelicht met foto’s. Even verderop het leslokaal is de toonzaal waar de machines staan, net als een elektrische stroombron om de machines te doen werken, alsook een gereedschapskoffer om aan de machine te sleutelen en de theorie in praktijk te brengen.

Eindklant

Naast de dealertrainingen zijn er de zogeheten drivertrainingen. Deze richten zich tot de eindklant en zijn voorbehouden voor de chauffeurs van de Puma zelfrijdende aardappelrooier. “We weten dat onze Puma een heel kwalitatieve oogst kan verzorgen, maar hiervoor moet de bestuurder wel de machine juist instellen”, geeft Tine Coopman aan. “Als fabrikant vinden we het belangrijk dat we die eindklant begeleiden in het gebruik van zijn machine, en het werkt enorm motiverend om onze klanten zo enthousiast en trots te zien over hun machine”.

Ons leslokaal heeft hiervoor een didactische opstelling met een chauffeursstoel, joystick, beeldscherm, sensoren en actuatoren, om het machinegebruik te simuleren. Het is geen vliegtuigsimulator, maar je weet welke handelingen je moet voorzien tijdens het rooien.

Medewerkers

De vierde piste waarmee AVR het opleiden van mensen aanpakt, is die van de eigen medewerkers. Zowel nieuwe als bestaande medewerkers kunnen een opleiding krijgen. Welke opleiding dat is, hangt heel sterk af van de functie van de medewerker. Opleidingen kunnen zich toespitsen richting softwaregebruik of richting producttraining.

Eigen medewerkers kunnen enige tijd meelopen in de fabriek, in de testzone of nog op het veld. Belangrijk voor AVR is dat zijn medewerkers naast een theoretische kennis een technisch inzicht en hands-on mentaliteit hebben.

Kennis over zijn eigen producten kan AVR via zijn eigen medewerkers overbrengen. Hulp van externe partijen wordt beperkt ingeroepen. Dit wordt bijvoorbeeld wel gedaan voor een nieuw initiatief dat vorig jaar werd opgestart, namelijk de ‘veiligheidsweek’. Zo kwam de leverancier van de rolbruggen uitleg geven over het gebruik hiervan, hoe iets veilig verplaatst kan worden. Hetzelfde gebeurde voor het veilig gebruik van de heftruck.

Voornoemde spitste zich toe op de productiemedewerkers, maar ook voor de bedienden zijn er initiatieven. Deze kennen een ander karakter en draaien meer rond ergonomie en het correct gebruik van hun werkplek. Omgaan met stress en hoe veerkrachtig je bent, kan ook een opleidingsonderdeel zijn waarvoor externe lesgevers worden gevraagd.

Werknemers kunnen via hun diensthoofd een aanvraag doen voor een opleiding. Een mooi aanbod hier vormt het vormingsprogramma van o.a. de metaalsector.

Investering

Tine Coopman concludeert dat AVR als bedrijf zelf veel investeert in opleiding: er is wel altijd ergens iets van vorming bezig binnen de firma. De bedrijfsfilosofie is ook, hoe beter mensen getraind zijn, hoe efficiënter de medewerker. Deze denkt mee en geeft vorm aan het bedrijf.

Coopman verwijst nog naar de nieuwbouw die in 2016 in gebruik werd genomen. Hierdoor is de productiecapaciteit uitgebreid én was er op termijn nood aan extra mensen. Dit is door het bedrijf mooi ondervangen door nieuwe aanwervingen (groei van 130 vaste medewerkers in 2015 naar zo’n 150 in 2018)Maar ook door de vorming van eigen medewerkers, waardoor deze zijn kunnen doorgroeien in hun functie of naar andere functies.

“AVR gelooft in zijn medewerkers en dit geeft een aangename werksfeer. Het bezorgt een goed gevoel, je weet: ik sta niet stil, ik kan meegroeien”, aldus Tine. “Voor de werkgever is het waardevol dat hij werknemers heeft die passie voor hun vak hebben.

Uitdagingen

Het knelpuntberoep voor AVR blijft dit van servicetechnieker. Je hebt hiervoor een technisch geschoolde bachelor nodig die te velde wil gaan, onregelmatige uren heeft en zich heel flexibel kan opstellen.

Een andere uitdaging is de investering in R&D en dan vooral de softwaretoepassingen. “Want we evolueren naar landbouw 4.0”, geeft Tine Coopman aan. Ze vindt het belangrijk dat de eigen mensen mee kunnen evolueren met de softwareontwikkeling.

Coopman concludeert dat AVR zijn vorming uiting geeft via vier pijlers. Ieder krijgt een aangepast programma volgens de doelgroep. Oorspronkelijk is het opleiden kleinschalig gestart, nu heeft AVR er structuur in gestoken en gaf het ook de naam AVR Training Center mee. Deze nieuwe naam werd net op het moment van ons bezoek bekend.

TD