Gele roest en bruine roest rukt verder op
Deze week werden door het Landbouwcentrum Granen (LCG) en partners op 23 waarnemingspercelen (rassenproeven, ziektebestrijdingsproeven en praktijkvelden) waarnemingen uitgevoerd in de wintertarweop het onbehandeld gewas. Algemeen kan gesteld worden dat gele roest verder toenam en dat ook bruine roest meer voorkomt.
Deze week is bij het meerderdeel van de waarnemingspercelen de aar van de wintertarwe zichtbaar. Bij 5% van de waarnemingspercelen is het eerste pakje van de aar net zichtbaar (stadium 51).
Bij 24% van de waarnemingen is de aar van de wintertarwe voor 1/4de zichtbaar (stadium 53), bij 19% van de waarnemingen is de aar voor de helft zichtbaar (stadium 55) en bij 24% van de waarnemingen is de aar voor 3/4de zichtbaar (stadium 57).
Bij ongeveer 1 op 4 percelen is de aar al volledig verschenen (stadium 59) en bij 8% van de waarnemingen bevindt de wintertarwe zich al in stadium begin bloei (stadium 61).
Bij 7% van de waarnemingen bevindt de wintertarwe zich nog in stadium aarzwelling duidelijk zichtbaar (stadium 45) of vlagbladschede opent zich (stadium 47).
Meeldauw en septoria
Er werd een lichte toename van meeldauw waargenomen maar meestal is de aantasting beperkt. Lokaal kan witziekte wel sterk aanwezig zijn. Bladseptoria blijft aanwezig.
Gele en bruine roest
Deze week werd opnieuw veel gele roest waargenomen en breidde deze nog steeds verder uit. In de kustpolder is er trouwens een zeer zware druk! Vooral gevoelige rassen én vooral in de kustpolder maar ook in het binnenland moet de gele roest zeer regelmatig opgevolgd worden in het veld om al of niet een fungicidebehandeling in te zetten!
Bruine roest nam deze week sterk toe.
Tussenperiode
Let erop dat de periode tussen de blad- en aarbehandeling maar 3 tot maximaal 4 weken mag bedragen naargelang de werkingsduur van de toegepaste bladbehandeling. Bij zeer gevoelige rassen voor gele roest én hoge gele roestdruk mag deze tussenperiode maar maximaal ± 3 weken bedragen!
