Startpagina Actueel

Boek over onze sojaverslaving: ‘de kikker die zich niet laat koken’

‘De kikker, die zich niet laat koken’ is een metafoor voor de mens die zich niet passief naar de afgrond laat leiden. Het is de titel van het nieuwe boek van Luc Vankrunkelsven. Luc is Norbertijn, vaste medewerker van vzw Wervel en Brazilië-kenner. Met het boek kaart hij wantoestanden aan die voortkomen uit de grootschalige landbouw en het internationale handelssysteem.

Leestijd : 6 min

De wereld moet veranderen, vindt Luc Vankrunkelsven, de oprichter van Wervel, die een duurzame landbouw nastreeft. Met zijn boek wil hij ‘de kiezels in het water helpen verleggen’. Daarbij richt hij zich vooral op zijn tweede vaderland, Brazilië. Vankrunkelsven maakte meer dan 20 keer een tournee door Brazilië. Hij schreef er vele boeken over, met ronkende titels als ‘Kruisende schepen in de nacht’ en ‘Oases: grond-kracht voor een nieuwe lente’. Ook zijn laatste boek gaat vooral in op de problemen die het denken in grootschaligheid, doorgedreven specialisatie en vrijhandel veroorzaken in het immense Zuid-Amerikaanse land.

“Als je een kikker in een koude bak water doet en je voert langzaam de temperatuur op, dan blijft hij zitten tot hij dood is”, legt Vankrunkelsven uit. “Of dat zegt men toch. Als je hem in één keer in warm water gooit, springt hij eruit.” Dat mechanisme - vele kleine veranderingen maken dat je de grote verandering niet merkt - werkt bij mensen weinig anders, denkt Vankrunkelsven. Het landbouwsysteem is langzaam maar zeker geëvolueerd tot wat het nu is. “Kenden we de gevolgen al bij het begin van de verandering, dan hadden we nee gezegd.”

Worden mensen bewust van hoe de wereld werkt, dan komt men eerder tot actie. De sleutel tot bewustwording ligt volgens Vankrunkelsven in voortdurende dialoog tussen burger en landbouw, maar ook internationaal. De landbouw van 2018 is immers onderdeel geworden van een internationaal systeem. “Het boek is niet zonder reden ontsproten uit de internationale dialoog die Wervel nu al jaren aangaat”, vertelt Luc, “een dialoog met studenten, denkers, boeren en boerinnen, actievoerders, …”

Lang werd de cerrado als ‘fair game’ gezien door boeren en beleidsmakers. De natuurwaarden worden pas pakweg de laatste 10 jaar breder bekend.
Lang werd de cerrado als ‘fair game’ gezien door boeren en beleidsmakers. De natuurwaarden worden pas pakweg de laatste 10 jaar breder bekend. - Vinicius Vieira Mesquita

Norbertijn als middel

Vankrunkelsven was niet altijd met landbouw bezig. Hij trad enkele decennia geleden in bij de Norbertijnen, een kloosterorde die in 1134 is opgericht. De Norbertijnen waren in eerste aanleg voor Vankrunkelsven een middel om in Brazilië te geraken. “Ik had een geïdealiseerd beeld van ‘de indiaan’ en wilde met inheemse volkeren werken”, zegt hij. Vankrunkelsven ging houden van de Abdij van Averbode waar hij als kanunnik woonde, zijn geloof verdiepte en veranderde. Hoewel hij de plek als kind vaak had bezocht omdat zijn vader als veearts de boerderij van het klooster bediende, was het een ontdekkingsreis.

De Abdij werd niet direct de opstap naar Brazilië die Vankrunkelsven als jongeman voor ogen had. In burgerdienst spendeerde hij twee jaar op de straten van Antwerpen om generatie-armen te helpen. Gegrepen door de bittere armoede en de mildheid van de kerk, vloog hij anders dan veel generatiegenoten bij de Norbertijnen niet uit naar een ver buitenland. Het zou pas veel later zijn dat Vankrunkelsven door de ontwikkeling van zijn interesse in de landbouw eindelijk naar Brazilië reisde, om dat vervolgens te blijven doen.

De interesse in landbouw komt voort uit het bezinningscentrum van de Abdij, dat Luc van 1983 tot en met 1992 leidde. Samen met de Nederlandse christelijke zanger Herman van Beek reisde hij rond. Het zijn de gezangen van Van Beek die Vankrunkelsven hielpen Norbertijn te blijven. Vankrunkelsven ging leven volgens het motto “bidden in de kerk en werken in de wereld”. Van Van Beek pikte hij op: bidden alleen is onvoldoende; actie is nodig om de wereld te verbeteren.

Supermarkt van thema’s

Het bezinningscentrum ontwikkelde zich als supermarkt van uiteenlopende thema’s, legt Vankrunkelsven uit. Altijd stond goed tegenover slecht en rechtvaardigheid tegenover onrechtvaardigheid centraal. “We organiseerden bijvoorbeeld weekends voor mensen die zijn misbruikt door familie. Schrijnende verhalen.” Het bezinningscentrum bracht zo ook mensen bij elkaar om te spreken over het landbouwsysteem: boeren maar ook consumenten en mensen uit de vredesbeweging en de Noord-Zuid-beweging.

De landbouw - het lot van kleinschalig werkende boeren vooral - greep hem. In zijn boeken is soja een terugkerend thema. Zo ook in ‘De kikker die zich niet laat koken’. België heeft wat varkensvlees betreft een zelfvoorzieningsgraad van 170%, memoreert Vankrunkelsven, maar de basis van die enorme export vanuit vooral Vlaanderen ligt in de grootschalige import van veevoergrondstoffen. “In Brazilië zeg ik altijd: “wij hebben grondloze varkens, jullie landloze boeren.”

Luc spreekt van een ongekend drama. “De EU importeert jaarlijks 34 miljoen ton soja. Om de soja te telen, sneuvelt regenwoud en savanne of cerrado - zoals de Brazilianen het noemen. Het grootste deel wordt omgezet in mest en een ander deel wordt vlees. En dat om een Vlaamse exportmotor te voeden, die boeren geen goed inkomen oplevert. Bij het huidige systeem wint niemand - alleen misschien de consument die door kunstmatig laag gehouden prijzen ongezond veel vlees is gaan eten.”

De sojateelt is voor de Brazilianen zeer lucratief.
De sojateelt is voor de Brazilianen zeer lucratief. - Roosevelt Pinheiro

Pessimisme versus hoop

Hoop is een belangrijk thema in het boek. Vankrunkelsven is pessimistisch. In het boek beschrijft hij onder meer de zogeheten ‘sojakoning’ die landbouwminister werd in Brazilië. De familie van Maggi werd schatrijk door een soja-imperium uit te bouwen, Grupo André Maggi, mede door te ontbossen. “Hij zegt: het was legaal, en hij heeft geen ongelijk. Veel arme boeren zijn vanuit het zuiden decennia geleden de binnenlanden in gestuurd door de overheid met de boodschap bomen te kappen en land te ontginnen.”

Maar, aldus Vankrunkelsven, dat mag niet betekenen dat we vandaag de koers moeten bijsturen. Het hart van de sojateelt ligt in de deelstaat Mato Grosso. Je vindt er niet alleen nog altijd ontbossing – al dan niet door omkoping van inheemse volkeren die wel nog landbouw mogen ontwikkelen in het regenwoud. Je vindt er vooral eindeloze monoculturen en richting de savanne die zo’n groot deel van de deelstaat uitmaakt een argeloosheid.

“De Brazilianen zijn trots dat ze de cerrado productief gemaakt hebben, maar inmiddels weten we wat de waarde is van de cerrado. We hebben dat onderschat. Dat kan gebeuren, maar nu we meer weten, moeten we ons handelen aanpassen.” Maggi typeert echter de houding van de agro-industrie. “Hij geeft af op sociale bewegingen, milieu-bewegingen,… Het zijn mensen als hij die de macht hebben in Brazilië.”

Een complex land

Hij noemt de term Belindia. “Zo wordt Brazilië wel genoemd. De rijkdom van België maar tegelijk de armoede van India. De ongelijkheid in het land is immens. Politieke verandering moet dus komen van een klasse mensen die baat hebben bij de status quo; wiens rijkdom afhangt van de wijze waarop de economie en maatschappij nu worden bestuurd.”

“De cerrado is 54 miljoen jaar oud”, gaat Vankrunkelsven verder. “Het regenwoud is daarmee vergeleken nog een relatief recent verschijnsel. De cerrado is waar de meeste grote rivieren van Brazilië ontsprongen. Zelfs 50% van de Amazone-rivier ontspringt onder de cerrado. Men kan spreken van een ondergrondse zee.”

De Braziliaanse politiek is laks, vindt Vankrunkelsven. Het regenwoud wordt nu wel met behulp van satellieten beschermd – voor zover mogelijk. Maar de overheid en het land hebben geld nodig en als Brazilië ergens in uitblinkt, is het in de massale export van landbouwgrondstoffen. “Ik ben uiteindelijk niet optimistisch gestemd”, geeft Vankrunkelsven toe. “We putten de wereld uit. Toch vind ik dat we moeten blijven werken aan een omslag. Niet omdat de slagingskans groot is, maar omdat er nog altijd hoop is.”

Koning hesp

De export vanuit Vlaanderen ‘voorkomt’ dat op andere plaatsen wordt geproduceerd, erkent Vankrunkelsven. En dat elders kan ook een plaats zijn waar geproduceerd wordt tegen meer milieuschade. “Maar we kunnen niet om de schade die de Braziliaanse sojateelt veroorzaakt heen. Schade, niet alleen aan het Amazone-regenwoud, maar ook de cerrado. We mogen niet weglopen voor onze verantwoordelijkheid. Als het niet mogelijk is zoveel vlees te eten zonder steeds meer hectares waardevolle milieu te schaden, dan moeten we koning hesp afzetten.”

Complicerende factor is China. “De vraag naar vlees vanuit Azië zal alleen maar verder toenemen. Wij hebben niet het recht hen te ontzeggen evenveel vlees te eten als wij. De helft van de consumptie van varkensvlees zit in China. Dat land heeft 20% van de wereldbevolking in huis, maar slechts 6% van het landbouwareaal. De EU kan niet voorkomen dat China en vergelijkbare arme landen die een welvaartssprong maken, meer vlees willen eten. We kunnen wel een voorbeeld zijn dat zij hopelijk gaan volgen.”

Vankrunkelsven besluit het boek met een citaat over het verschil tussen hoop en dom optimisme. De geciteerde is de voormalige president van Tsjechië Václav Havel: “Hoop is ergens voor werken omdat het goed is, niet alleen omdat het kans op slagen heeft. Hoop is niet hetzelfde als optimisme, evenmin de overtuiging dat iets goed zal aflopen, wel de zekerheid dat iets zinvol is ongeacht het resultaat.”

Het boek ‘De kikker die zich niet laat koken. Klimaat in beweging’ telt 172 pagina’s, kost €19 en wordt in Vlaanderen verspreid via EPO uitgeverij.

JCB

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken