Rubberpaardenbloem binnen vijf jaar op Vlaamse velden
Natuurrubber wordt tot nu toe nog het meeste gewonnen uit rubberbomen uit Azië. De teelt van rubberpaardenbloem maakt de oogst van rubber ook mogelijk in Vlaanderen. Dankzij de onderzoeken van Ilvo en verschillende bedrijven staan verdeling, teelttechniek, bewaring en extractie uit de penwortel op punt. Nu moet er nog opgeschaald worden.




O
Vele toepassingen
Wereldwijde vraag stijgt
Die interesse in natuurlijk en Europees rubber is er niet voor niets.
Het zelf produceren zou niet alleen de afhankelijkheid van import verkleinen en het concurrentievermogen van de bedrijven ten goede komen, maar ook een boost kunnen geven aan de Europese bio-economie. Momenteel komt de meeste productie van Thailand (32 %), Indonesië (26 %), Vietnam (8 %) en India (8 %). “Er zijn verschillende planten die rubber kunnen produceren, zoals de Guayule, die wordt geteeld in Zuid-Europa. Voor onze contreien wordt er eerder gekeken naar de rubberpaardenbloem”, verklaart Muylle.
Voor het verkrijgen van rubber wordt gekeken naar Taraxacum koksaghyz, ook wel rubberpaardenbloem of Russische paardenbloem genoemd. De soort is afkomstig van Kazachstan, uit de Almaty-regio, en is helemaal niet te vergelijken met onze paardenbloem. De penwortel (een dikke wortel die recht naar beneden groeit) van de plant bestaat uit ongeveer 10 % natuurlijk rubber. Eén droge wortelstok weegt ongeveer 10 gram, waaruit dan 1 gram natuurrubber kan gehaald worden.
Daarnaast is 40 % van de wortel inuline. “Inuline is een laag calorisch suiker, wat interessant is voor diabetici”, aldus Muylle. Bovendien is het ook interessant voor de productie van bioplastics. “Maar op deze moment lijkt de markt voor inuline wel verzadigd”, voegt ze toe.
Onderzoeksproject Drive4EU
In juli liep het vierjarige onderzoeksproject Drive4EU af, wat kon profiteren van €7 miljoen subsidie. Heel de keten was erin betrokken. Onderzoekster Hilde Muylle: “Samen met KeyGene keken we naar de veredeling. Ilvo was ook vooral partner voor teelttechniek. Naast veredeling en teeltechniek, werd ook bioraffinage betrokken (waaronder de bedrijven Netzsch en GEA) en de rubberverwerkende industrie (waaronder de bedrijven Mitas en Apollo Tires). In totaal deden zes bedrijven mee in het project.”
Er konden heel wat vragen opgelost worden. Zo zocht men uit of de natuurlijke rubberproductie uit rubberpaardenbloem in Europa voldoende worden opgeschaald voor een rendabele Europese productieketen. Uit het project bleek dat opschaling vandaag de dag al haalbaar is. Ons klimaat is er zeker voor geschikt. Ilvo slaagde erin de experimentele veldjes van 6 m² in 2014 naar 4 ha nu. “1 ha lag in Zevergem, 1
Teelttechniek optimaliseren
Paardenbloem is geen veeleisende teelt en doet het goed op lichte en goed gedraineerde grond. “De teelt past eigenlijk perfect in het cichorei-verhaal”, vertelt Hilde Muylle ons. Uit de bemestingsproeven blijkt dat de teelt weinig stikstof nodig heeft, en ook van plagen en ziekten is er nog weinig sprake. Enige probleem is de onkruiddruk. Die is relatief groot door de trage jeugdgroei van het gewas. Qua gewasbescherming werden al wel enkele producten geprobeerd, en met succes. “We weten wat we kunnen en in welke dosissen”, klinkt het. Ook naar zaaidichtheid doet het Ilvo onderzoek.
De zaaimachine is dezelfde als de machine in de witloofteelt: “De rubberpaardenbloemteelt is dan ook gelijkaardig aan die van de witloofteelt qua mechanisatie. Het probleem zit hem vooral nog in de oogst: uit de grond halen is vrij makkelijk, maar de scheiding van de grond met de wortels is nog moeilijk omdat de wortels nog wat vertakt zijn.” Duidelijk is dat wat de mechanisatie van de oogst betreft, er verbeteringen nodig zijn. Ilvo laat echter weten dat de proeven met een prototype machine gebaseerd op een aardbeiplantenrooier toch veelbelovend zijn.
In de veredeling gingen we twee wegen uit. In de eerste weg wilden we zorgen voor een homogeen gewas, met een stabiel percentage rubber in de wortels. Wild varieerde het rubberpercentage tussen de 1 % en 8 %. Inmiddels hebben we in de veredelingstuin types met 10% en we hebben al individuele planten die richting 15 % of 20 % gaan. We willen het rubbergehalte op teeltniveau verhogen tot 15%, wat een verdriedubbeling is. Daarnaast willen we opbrengst verhogen. Dit deden we door de gewone paardenbloem, die snel groeit en grote wortels maakt, te kruisen met de andere soort. Zo krijgen we een combinatie van groeikracht, veel kilogrammen en rubbergehalte. Die kruising heeft de belofte om qua opbrengst vier keer zoveel te doen dan dat we vandaag zien.”
Binnen vijf jaar commercieel
De introductie van lokaal geproduceerd natuurlijk rubber uit paardenbloem in ons dagelijkse leven is niet veraf meer. Volgens de partners van het project Drive4EU is een doorbraak binnen 5 tot 10 jaar realistisch. ILVO en het Nederlandse onderzoeks- en veredelingsbedrijf KeyGene zetten hun samenwerking alvast verder. KeyGene wil binnen enkele jaren dan ook geschikte rassen op de markt brengen.
Anker Sørensen van KeyGene: “Wij geloven sterk in het potentieel van rubber uit de rubberpaardenbloem en blijven daarom investeren in het gewas. Samen met ILVO zetten we in op de verdere optimalisering van de teelt. Binnen enkele jaren willen wij geschikte rassen op de markt brengen.”