H et Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) steunt namelijk de Vlaamse land- en tuinbouw door duurzame investeringen te stimuleren. De ‘overnamesteun voor de jonge landbouwer’ en de ‘investeringssteun op land- en tuinbouwbedrijf’ zijn de twee belangrijkste mogelijkheden uit het steungamma van het VLIF.
Overnamesteun
Is men jonger dan 40 jaar en woont men in het Vlaams Gewest, dan is het mogelijk om een overnamesteun of vestigingssteun aan te vragen bij de eerste overname en aankoop van een landbouwbedrijf. De landbouwer mag dus nog geen landbouwnummer hebben. Hij moet professioneel landbouwer zijn, en dus minimum €12.000 uit landbouwactiviteiten en maximum €12.000 uit niet-landbouwactiviteiten halen en hij moet zijn vakbekwaamheid aantonen. Ook moeten de wettelijke normen op vlak van leefmilieu, hygiëne, dierenwelzijn en ruimtelijke ordening nageleefd worden.
Een andere voorwaarde bestaat erin een volledige (bedrijfseconomische) boekhouding te hebben en een bedrijfsresultaat tussen €40.000 en €600.000 euro. De steunvorm wordt dan op basis hiervan bepaald en wordt in vijf schijven uitbetaald over een periode van vijf jaar.
Investeringssteun
Wanneer een landbouwer een investering wil doen voor de weerbaarheid van het bedrijf, efficiënt energiegebruik of een lagere uitstoot van broeikasgassen en ammoniak, kan hij gebruik maken van investeringssteun. Hier gelden dezelfde voorwaarden als bij de vestigingssteun, en deze moeten vervuld blijven gedurende zeven jaar voor investeringen in onroerende goederen en vijf jaar voor de overige investering.
Er kan steun aangevraagd worden voor een maximum van €1.000.000 per bedrijf en er is een limiet van twee aanvragen per jaar. De steunomvang hangt af van de duurzaamheid van de investering. 30 % van de steun wordt uitgekeerd bij investeringen om milieu, arbeid en dergelijke te verbeteren, 15 % om aan nieuwe wettelijke normen te voldoen, bijvoorbeeld voor dierenwelzijn.
De aanvraag
Verschillende selectiecriteria, zoals duurzaamheid en leeftijd, bepalen de selectie voor VLIF-steun, maar ook de score. Bij overnamesteun wordt die bepaald door de bevoegdheid van de starter in het bedrijf en de generatieoverdracht. Die score is hoog als van vader op zoon wordt overgedragen, en laag bij aankoop van derden. De aanvraag gebeurt via het e-loket.
Bij de aanvraag voor investeringssteun kan dat door middel van het landbouwnummer, en gebeurt de selectie per kwartaal. Bij een aanvraag voor overnamesteun moet het via het ID, en gebeurt de selectie maandelijks. Eenmalig herkansen is mogelijk wanneer de aanvraag niet geselecteerd is, maar enkel in de daaropvolgende periode. Pas wanneer de aanvraag geselecteerd is en hier kennis is van genomen, kan er gestart worden met de investering of vestiging. Daarna kunnen via het e-loket de facturen en documenten opgeladen worden, gebeurt een bezoek ter plaatse en wordt het dossier afgehandeld. De uitbetaling van de steun gebeurt pas als aan alle voorwaarden voldaan is.
MV
