Tim De Cuypere ontvangt eerste thesisprijs voor agro-ecologie en biolandbouw

Tim De Cuypere ontvangt eerste thesisprijs voor agro-ecologie en biolandbouw en is 
€500 rijker.
Tim De Cuypere ontvangt eerste thesisprijs voor agro-ecologie en biolandbouw en is €500 rijker. - MV

K an je vertellen hoe je met het onderwerp kon starten?

Voor mijn thesisonderwerp zocht ik iets dat zeer dicht bij de praktijk staat, ook iets waarmee ik de praktijk iets kan bijbrengen. Zo ben ik in de lijst van thesisonderwerpen die beschikbaar waren terechtgekomen bij professor Benny De Cauwer, die een onderwerp had in de biologische landbouw en ook met veldproeven, wat één van mijn vereisten was.

Heb je een landbouwkundige voorgeschiedenis?

Nee, ik heb dat niet, maar ik was altijd al geïnteresseerd in de land- en tuinbouw: wat er op het veld gebeurt, maar ook in de machines en de techniek. Daarom heb ik ook voor de studies van bio-ingenieur landbouwkunde gekozen aan de UGent.

Waarover gaat je thesis?

Over de impact van een vals zaaibed op de zaadbank en veldopkomst van knopkruid. Knopkruid is op veel biologische percelen onkruid nummer één. Deze reputatie is te wijten aan een aantal specifieke biologische factoren die het zeer moeilijk maken om dit probleemonkruid efficiënt te beheersen met mechanische technieken eens ze in het veld staan. Het is zeer belangrijk om knopkruid preventief aan te pakken en dat is meteen ook de voornaamste focus van een vals zaaibed: de opkomst van onkruiden tijdens de teelt minimaliseren.

En wat waren de resultaten?

Het resultaat was meervoudig want we onderzochten verschillende aspecten. Allereerst zochten we welke techniek het meest efficiënt is: branden of mechanisch bewerken met de wiedeg of de rolschoffel. Anderzijds keken we ook naar wat de impact was van de bewerkingsdiepte bij mechanische bewerkingen, of de bewerkingsfrequentie een effect had (dus de impact van het aantal uitgevoerde bewerkingen tijdens de vals zaaibed-periode) en wat het effect was van de bewerkingsintensiteit. Uit veldproeven werd vooreerst duidelijk dat een vals zaaibed wel degelijk nuttig kan zijn. In sommige proeven was de nakieming na een vals zaaibed zelfs met meer dan 50% gereduceerd ten opzichte van de controle zonder voorafgaand vals zaaibed.

Een andere trend uit de resultaten was dat niet-bodemverstorende bewerkingen (zoals met de brander) en minimaal bodemverstorende bewerking (wiedeggen of rolschoffelen tot op maximaal 1 cm) er steeds het beste uitkwamen om de nakieming te minimaliseren een maand na het vals zaaibed. Dat valt te verklaren aan de hand van de kiemingsbiologie van knopkruid. Knopkruid kiemt zeer ondiep, maximaal tot op een centimeter, en door ondiep te bewerken of zelfs niet-bodemverstorend te werken, worden enkel de zaden uit de bovenste centimeter uitgeput. Door het feit dat er zo nooit dieper gelegen zaden aan het oppervlak worden gebracht, kiemen er zo ook geen nieuwe zaden tijdens de teelt. Dat is wel het geval is bij dieper bewerken, waarbij er een maand na het vals zaaibed systematisch meer knopkruid in het veld zichtbaar was met toenemende bewerkingsdiepte.

In welke teelten heb je gewerkt?

In het voorjaar (april-mei) was er een eerste veldexperiment voorafgaand aan de teelt van wortelen op ruggen. De andere experimenten gebeurden in de zomerperiode, waarbij er telkens een vals zaaibed werd aangelegd voorafgaand aan een braakperiode in september. In totaal werd er tijdens het vals zaaibed in de zomermaanden vijfmaal bewerkt. Net voor iedere bewerking werd de veldopkomst geregistreerd door middel van veldtellingen, wat ook op regelmatige tijdstippen gebeurde tot ongeveer een maand na de laatste bewerking. We hebben ook een zaadbankanalyse uitgevoerd in de bovenste 0 tot 5 cm toplaag om de impact van de verschillende vals zaaibed-strategieën op de oppervlakkige zaadbank na te gaan.

Ondiepe bewerking bleek al het meest efficiënt te zijn om de nakieming te beperken, maar dieper bewerken bleek uiteindelijk wel beter om de totale zaadbank in de 0 tot 5 cm laag intensiever uit te putten. Als je ondiep bewerkt, bereik je maar een minimaal aantal zaden, terwijl diepere bewerkingen telkens nieuwe kiemingsgolven induceren, waardoor er tijdens het vals zaaibed meer zaden geëlimineerd worden. Op korte termijn waren deze voordelen echter niet zichtbaar.

Heb je naast de veldproeven ook andere experimenten gedaan?

Ja, een pottenproef met 40 verschillende knopkruidpopulaties. We testten de kieming op 0 mm, 2 mm, 4 mm, 8 mm en 16 mm. Zo wilden we de optimale en maximale kiemingsdiepte van knopkruid achterhalen. Vooreerst bleek uit de resultaten dat er verschillen zijn in kiemingsbiologie tussen populaties. Ook werd duidelijk dat beide soorten knopkruid, harig knopkruid en kaal knopkruid, nogal wat verschillen in kiemingsbiologie. In het algemeen werd wel duidelijk dat de meeste populaties niet dieper kiemen dan 1 cm: ze hebben namelijk veel licht nodig om tot kieming over te gaan.

Welke drie tips zou je kunnen geven aan landbouwers?

Vooreerst, als je een minimale veldopkomst van knopkruid wil na een vals zaaibed, moet je zo ondiep mogelijk bewerken of zelfs niet-bodemverstorend werken. Ten tweede moet men erop letten dat tijdens de laatste bewerking en ook in de periode na het vals zaaibed de bodem niet, of toch zo weinig mogelijk, verstoord wordt. Anders worden alle voordelen van het vals zaaibed ondermijnd.

Ten derde is het belangrijk te beseffen dat de efficiëntie van een vals zaaibed altijd afhankelijk is van de weersomstandigheden. Het heeft geen zin om een vals zaaibed aan te leggen als het veld er zeer nat bij ligt, want dat kan resulteren in een inefficiënte afdoding van de zaailingen en tevens leiden tot problemen met bodemcompactie. Ook in een zeer droge periode kan het resultaat van een vals zaaibed tegenvallen omdat de bodem niet vochtig genoeg is om de kieming van onkruidzaden te stimuleren. Zonder kieming worden de onkruidzaden immers niet geëlimineerd tijdens een vals zaaibed.

Je hebt  €500 gewonnen, wat ga je daarmee doen?

Daar heb ik nog niet over nagedacht. Ik wist dat ik een kans maakte, maar had het niet verwacht.

Hoe werkt de wedstrijd? Kan iedereen gewoon meedoen?

Iedereen die in 2018 afstudeerde als master of als professionele bachelor aan een Vlaamse onderwijsinstelling en een thesis gerelateerd met de biologische landbouw, biologische voeding of agro-ecologie deed, kon zich kandidaat stellen door een artikel te schrijven gericht naar de biologische sector. Dat artikel werd vervolgens door een jury beoordeeld naar inhoud, relevantie en innovatie voor de biosector en de kwaliteit van het onderzoek.

Kreeg je veel hulp bij je thesis?

Uiteraard kreeg ik veel hulp van mijn promotor professor Benny De Cauwer. Hij heeft me zeer goed begeleid bij de proefopzet, bij de verwerking van de resultaten en bij het schrijven van de thesis. Ook ben ik Inagro vzw, afdeling biologische productie, zeer dankbaar voor het mogelijk maken van de verschillende veldexperimenten en de hulp bij de praktische uitvoering ervan.

Je werkt momenteel bij Inagro?

Ik ben vorig jaar gestart in augustus als onderzoeker tuinbouw open lucht en precisielandbouw bij Inagro. Hierbij zal ik onder meer verschillende proeven en projecten opvolgen in volleveldsgroenten.

MV

Meest recent

Meest recent