Startpagina Melkvee

Bioveiligheidtip: Test aangekochte en eigen dieren op neospora

Neosporose kan gedurende langere tijd op een bedrijf aanwezig zijn zonder duidelijke symptomen. Naarmate het aantal besmette dieren toeneemt, kunnen de problemen verergeren.

Leestijd : 3 min

Dat ondervond ook deze melkveehouder die te kampen had met een stijgend aantal abortussen. Om meer inzicht te krijgen in de problematiek en het probleem vervolgens aan te pakken, liet hij in samenspraak met zijn bedrijfsdierenarts een aantal laboratoriumonderzoeken uitvoeren.

Getuigenis van een melkveehouder

Het afgelopen jaar hadden we meer abortussen dan normaal. We stuurden de foetussen telkens in voor onderzoek binnen het abortusprotocol. Af en toe werden er bij het moederdier antistoffen tegen neospora teruggevonden. Op aangeven van onze dierenarts lieten we tankmelkonderzoek voor neospora-antistoffen uitvoeren. Ook dat bleek positief te zijn. Op basis daarvan kon verwacht worden dat minstens 15% van de gemolken dieren besmet was.

Omdat we graag wilden weten welke dieren besmet waren en welke niet, voerden we in samenspraak met onze bedrijfsdierenarts een screening uit voor neospora. We onderzochten alle dieren ouder dan zes maanden. 17 dieren, bijna een vijfde van het totale aantal, testten positief.

Vaarzen of koeien met een positief resultaat insemineren we nu met sperma van een kruisingsstier. Zo krijgen we bevleesde kalveren die we als vleeskalf kunnen verkopen. Bij vaarzen of koeien met een hoge genetische waarde, laat ik het embryo overplaatsen naar een negatieve draagster. Ook als we overwegen om een dier te ruimen, nemen we zeker het neospora-resultaat mee. Aankoop van dieren proberen we zoveel mogelijk te beperken. Maar als het gebeurt, laten we de dieren steevast ook onderzoeken voor neospora.

Reactie van de bedrijfsdierenarts

Dankzij het abortusprotocol is de problematiek van neospora op dit bedrijf naar boven gekomen. Dit werd ook bevestigd via het tankmelkonderzoek en de daaropvolgende screening, die best wel wat besmette dieren aan het licht bracht. Neospora op het bedrijf hoeft niet noodzakelijk een probleem te zijn. Maar als 15 % of meer van de dieren besmet is, kan een verhoogd percentage abortussen voorkomen.

Op basis van de resultaten in de screening konden we ook duidelijk een aantal positieve familielijnen ontdekken. De belangrijkste besmettingsroute is de verticale overdracht. Dit betekent dat een besmette drachtige koe de infectie doorgeeft aan haar nakomelingen. Zo komt 80 % van de kalveren geboren uit een besmette koe eveneens besmet ter wereld.

Omdat honden besmet kunnen worden via de opname van nageboortes van besmette herkauwers, kunnen zij ook zorgen voor de horizontale overdracht van de kiem. Op dit bedrijf komt de hond echter al jaren niet meer in de stal, waardoor deze piste minder aannemelijk was. Toch blijft het ook hier belangrijk om nageboortes en verworpen vruchten zo snel mogelijk te verwijderen zodat de hond er zeker niet bij kan.

Aankoop van dieren is altijd een risico voor insleep van ziektes. Bij vrouwelijke dieren is neospora aankoopvernietigend. Bijkomend worden de aangekochte dieren met een negatief resultaat sinds vorig jaar nog eens extra onderzocht aan het einde van de dracht omdat de kans dan hoger is om een besmet dier te detecteren.

 

Met alle vragen over bioveiligheid kunt u terecht bij uw bedrijfsdierenarts of bij de helpdesk van DGZ of 078 05 05 23.

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken