Startpagina Actueel

Mondiale landbouwprijzen de komende 10 jaar stabiel tot wat lager

De wereldwijde vraag naar landbouwproducten neemt het komende decennium met 15% toe, terwijl de landbouwproductiviteit nog iets sneller toeneemt. Het gevolg hiervan is dat – gecorrigeerd voor inflatie - prijzen voor agrarische grondstoffen op of onder huidige niveaus blijven. Dat schrijven de FAO en OESO in een gezamenlijk rapport.

Leestijd : 4 min

De FAO is de wereldvoedselorganisatie van de VN. De OESO is een economisch gericht samenwerkingsverband van vooral rijkere landen. De twee organisaties hebben voor alle belangrijke agrarische grondstoffen inclusief vis nationale en internationale ramingen verzameld. Het rapport komt met een omvangrijke disclaimer: handelsspanningen, ziektedruk, het klimaat en regulering laten zich moeilijk voorspellen. Het is dus een rapport ‘met de beste kennis die nu beschikbaar is.’

“De wereldwijde landbouw is geëvolueerd tot een zeer diverse sector”, stellen directeur-generaal José Graziano da Silva van de FAO en secretaris-generaal Angel Gurría van de OESO in een gezamenlijke conclusie. Niet alleen tekent zich er een grote verscheidenheid af qua omvang, boeren zijn ook toenemend bewakers van de natuurlijke omgeving en producenten van hernieuwbare energie. Dat laatste is vooral zo in rijkere landen, waar ook steeds grotere en meer hoogtechnologische bedrijven zijn. In veel ontwikkelingslanden blijft die ontwikkeling achter bij gebrek aan kapitaal, vrouwenrechten en vruchtbare grond.

Productiviteit neemt toe

In het rapport staat dat opbrengsten per hectare toenemen door technologische innovatie, zoals nieuwe veredelingstechnieken of doorbraken in de fokkerij, terwijl het landgebruik ongeveer constant blijft. De wereldwijde productie neemt daardoor toe. De directe uitstoot van broeikasgassen vanuit de landbouw nemen naar verwachting de komende 10 jaar met een half procent per jaar toe. De groei van de uitstoot neemt daarmee af, want in de afgelopen 10 jaar lag de groei nog op 0,7 procent per jaar.

Wereldwijd zal het verbruik van granen voor voedsel het komende decennium toenemen met 150 miljoen ton, oftewel 13%. Verreweg meeste groei wordt opgetekend voor rijst en tarwe. De belangrijkste reden dat de vraag naar dit hoofdbestanddeel van een maaltijd ligt in de snelle bevolkingsgroei in Afrika bezuiden de Sahara en Zuid-Azië. Nu al importeren landen in Afrika en het Midden-Oosten veel tarwe, waarbij met name Frankrijk en Rusland hofleverancier zijn.

De rapporteurs schrijven dat de wereld vooral meer suiker en plantaardige olie zal consumeren, een teken dat de trend richting verwerkt en houdbaar voedsel doorzet. De trend is vooral zichtbaar in de snel verstedelijkende lage- en middeninkomen-landen. Zorgen over gezondheid en welzijn zorgen er tegelijk voor dat consumenten in rijkere landen minder roodvlees consumeren, en plantaardige olie verruilen voor boter.

De vraag naar voedergewassen zal volgens de projecties de dierlijke productie voorblijven in landen waar de veehouderij opschuift van traditionele naar commerciële productiesystemen. Het gebruik van landbouwgrondstoffen als brandstof lijkt vooral in ontwikkelingslanden te blijven groeien.

Langzame inkomensgroei

De strijd tegen honger wordt langzaam gewonnen, maar het gehoopte tijdspad wordt verlaten. “Helaas, voor de meest behoeftige regio’s wordt langzame inkomensgroei verwacht en daardoor slechts beperkte vooruitgang in hun voedingssituatie”, zegt economisch en sociaal specialist Máximo Torero van de FAO. “De bevinden wijzen naar een algemene afname van ondervoeding; edoch, in het huidige tempo van vooruitgang, blijven we ver verwijderd van het ‘Nul Honger’-doel voor 2030.”

OESO-directeur voor handel en landbouw Ken Ash stelt ook dat de vooruitblik overduidelijk maakt hoe belangrijk handel is voor de wereldwijde voedselzekerheid. “Regio’s die snelle bevolkingsgroei realiseren zijn niet noodzakelijk de landen waar voedselproductie op een duurzame manier kan worden vergroot, dus is het essentieel dat alle regeringen open, transparante en voorspelbare agro-food markten ondersteunen.”

De handel in landbouw- en visserijproducten zal de komende 10 jaar jaarlijks toenemen met 1,3%. In het afgelopen decennium lag dit percentage met 3,3% nog veel hoger. De oorzaak ligt volgens FAO en OESO in een afnemende importvraag. Latijns Amerika en Europa zullen volgens de ramingen meer gaan exporteren naar de rest van de wereld. De Europese landbouw wordt dus eerder meer op de buitenwereld gericht, dan minder - ondanks een verschuiving naar lokale producten in het supermarktschap.

Latijns Amerika

In de publicatie van dit jaar is een speciaal hoofdstuk opgenomen over Latijns Amerika en de Caraïben. De rapporteurs stellen vast dat de regio goed is voor 14% van de wereldwijde productie en 23% van de wereldexport van landbouw- en visserijproducten. Dit percentage zal tot 2028 toenemen tot 25%. Ondanks de indrukwekkende groei, blijft de regio door armoede geplaagd door voedselonzekerheid. Daarnaast gaat de landbouw in de regio nog gepaard met relatief grote schade aan het milieu. In de regio liggen volgens de schrijvers van de rapport kansen om de productie van hoogrenderende groenten en fruit op te voeren.

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken