Startpagina Akkerbouw

Slim wieden voor bioboeren

Tijdens de Werktuigdagen zal er telkens om 14.30u een demonstratie te volgen zijn omtrent mechanische onkruidbestrijding, dit in samenwerking met Inagro. Over machines voor mechanische onkruidbestrijding bestaan nog veel twijfels. Maar de voorbije vijf jaar zijn die fors verbeterd, stelt Lieven Delanote, expert mechanische onkruidbestrijding bij Inagro. En boeren hoeven die ook niet altijd zelf aan te kopen: soms blijkt een samenwerking met een loonwerker meer mogelijkheid te bieden.

Leestijd : 4 min

De omschakeling van gangbare naar biologische melkveehouderij vereist een ander rantsoen, waarbij een belangrijke rol is weggelegd voor gras-klaver, maïs en voederbieten. Nu is in de biologische landbouw de onkruidbestrijding daarbij een uitdaging. Machines voor mechanische onkruidbestrijding bestaan er genoeg, maar voor de meeste melkveehouders is het financieel niet haalbaar om individueel een moderne en eigentijdse machinerie aan te kopen.

In project ‘Smart Weeding, Organic Feeding’ is gezocht om een oplossing te vinden via samenwerking. In deze groep zaten drie omschakelende melkveehouders, naast twee melkveehouders die al biogecertificeerd waren, twee omschakelende akkerbouwers, Inagro, een zelfstandige consultant, een constructeur en drie verdelers van schoffelmachines. Het project duurde van augustus 2017 tot en met augustus 2019.

Samen aankopen

Lieven Delanote is adviseur biologische productie en expert in mechanische onkruidbestrijding bij Inagro. “Het begon met drie melkveehouders, maar in de loop van het project lieten nog een achttal boeren in een straal van 30 km weten dat ze behoefte hadden aan een moderne schoffelmachine. Het eerste idee was te kijken of ze de machines samen konden aankopen. Die piste hebben we snel verlaten, om verschillende redenen. Eén ervan was dat bij samenaankoop met melkveehouders tijdens het melken met conventionele melkinstallatie de machine ongebruikt in het veld kan staan terwijl een andere boer er misschien op zit te wachten. Ook bij veehouders met een melkrobot is dit risico reëel, bij een alarm van de robot. Nog een andere reden was dat het verplaatsen van die machine van de ene naar de andere boer veel tijd in beslag zou nemen. En als tien verschillende personen soms die machine gebruiken, bouwen ze er natuurlijk niet evenveel ervaring mee op als wanneer één persoon er vaak mee rijdt.”

Loonwerk

Zo groeide de interesse het te laten doen via loonwerk. Delanote: “Een loonwerker, Johan Staelens uit Ichtegem, was geïnteresseerd. Hij en de boeren kwamen samen om erover te overleggen, en er groeide wederzijds vertrouwen. Toen heb ik, samen met de boeren en de loonwerker een lastenboek vorm gegeven waarin beschreven stond waaraan de machine moest voldoen. We besloten dat die cameragestuurd moest zijn, achtrijig, dat die heel nauwkeurig tot tegen de rij moest kunnen schoffelen door uitgerust te zijn met verstelbare schoffelmessen, ze moest uitgerust zijn met vingerwieders, torsiewieders, en ze moest over een aanaarder beschikken om op einde van het seizoen de maïs voorzichtig aan te aarden bij de laatste bewerking. De machine mocht ook niet al te zwaar zijn, zodat die geschikt was voor de lichte tractor van de loonwerker.”

Delanote heeft toen samen met de loonwerker prospectie gedaan: “We zijn naar verschillende machines gaan kijken op onder andere Agribex en in Nederland. Op basis daarvan besliste Johan Staelens dat de schoffelmachine van HAK, gecombineerd met een camera en stuurunit van Garford, het meest aan de verwachtingen voldeed. Doordat één loonwerker die machine bij verschillende boeren zal gebruiken, zal hij er veel vakmanschap rond opbouwen, zodat de resultaten met de machine optimaal kunnen zijn.”

Grote vorderingen

De groep organiseerde ook een demodag, op een maïsveld van Karel Devreese (een van de deelnemende akkerbouwers) in Reninge. Delanote: “Daar toonden we de machines, die we onder andere met Johan Staelens hadden gezien, aan een breder publiek. Het was intussen 10 à 15 jaar geleden dat er in West-Vlaanderen nog zo’n demonstratie van schoffelmachines was gebeurd. Nu zijn die machines vooral de laatste vijf jaar sterk geëvolueerd. Die dag was voor sommigen dan ook een eye opener. Sommige personen die op die demodag aanwezig waren, werden klant bij Johan Staelens.

Ondertussen zijn ook twee loonwerkers in de groenteteelt met zo’n machine aan de slag. En het bleek dat sommige groenteboeren al langer zin hadden naar bio om te schakelen maar dat nog niet hadden gedaan, onder meer doordat ze mechanische onkruidbestrijding als een te groot probleem zagen; op de demodag raakten ze zo onder de indruk van de mogelijkheden van de nieuwe generatie machines dat ze het vertrouwen hebben gekregen effectief de stap naar bio te zetten.”

Vakmanschap

Er wordt wel eens gezegd dat dergelijke machines toch nog steeds heel wat verlies in het gewas geven. Delanote: “Dat hoeft niet zo te zijn. Mensen met voldoende vakkennis kunnen met die moderne machines toch een heel mooi resultaat neerzetten, zonder groot verlies aan gewas. Je moet natuurlijk op het juiste moment schoffelen en je bent afhankelijk van het weer. Iemand die naar zijn veld vertrekt als het onkruid boven de maïs uit komt, is hopeloos te laat. En met chemische onkruidbestrijding krijgt één passage soms al het onkruid weg, terwijl mechanische bestrijding meer bewerking vraagt.”

Uiteindelijk gelooft Delanote dat de nieuwe generatie machines veel mogelijkheden biedt: “Ik heb het gevoel dat mechanisch onkruidbestrijding terug op agenda staat.”

Koen Vandepopuliere

Lees ook in Akkerbouw

Moeilijke onkruiden in maïs bestrijden

Maïs In de maïsteelt worden we steeds vaker geconfronteerd met enkele onkruiden de alsmaar moeilijker te bestrijden zijn. De inzet van specifieke producten of middelencombinaties is dan nodig.
Meer artikelen bekijken