5 jaar melkveestal op ILVO: Klimaat bepalend voor huidig onderzoek

Leen Vandaele coördineert de verschillende proeven in de melkveestal. Het merendeel zijn voederproeven.
Leen Vandaele coördineert de verschillende proeven in de melkveestal. Het merendeel zijn voederproeven. - Foto: AV

De ILVO-stal – met vandaag 140 Holsteinkoeien – is geen klassieke melkveestal. “We wilden sowieso verschillende aspecten in de stal integreren om te kunnen antwoorden op de vele vragen vanuit de sector”, benadrukt Leen Vandaele. “Deze onderzoekstal is dus veel complexer. Bij het ontwerp ervan werden we dus geconfronteerd met heel wat dilemma's, maar als ik terugblik dan denk ik wel dat onze onderzoeksresultaten aantonen dat we goede keuzes maakten.”

Twee melksystemen

Zo was de keuze omtrent het melksysteem niet evident. Leen Vandaele: “We wilden immers zowel nutritioneel onderzoek doen als vragen van robotmelkers beantwoorden. Daarom kozen we voor 2 systemen, een klassiek 2 x 7-visgraat melkstalsysteem en 2 melkrobots. We vreesden wel moeilijkheden bij de regelmatige omschakeling van visgraat naar robot en omgekeerd.

De koeien in een voederproef worden 12 tot 16 weken in de visgraat melkstal gemolken. De koeien buiten proef gaan naar de melkrobots. We hebben die visgraat nodig voor het nutritioneel onderzoek. We willen immers gelijke tussenmelktijden om zo weinig mogelijk variaties in de vet- en eiwitgehaltes te creëren. De dieren gaan meestal drie- tot viermaal per dag naar de robot, wat veel fluctuaties geeft in vet en eiwit. Zo wordt het moeilijk om de impact van de voeders op die gehaltes te kennen. Bij de robots zouden we ook veel meer stalen moeten nemen, namelijk tot 8 stalen per dag tegenover 2 per dag bij het visgraatsysteem.

De jaarproductie van 10.300 kg melk per koe per jaar toont aan dat we de omschakelingen in melksysteem goed managen.”

Voorloper in methaanonderzoek

ILVO investeerde in 2 GreenFeed-krachtvoederboxen van c-Lock. “Door het toenemende belang van de klimaatproblematiek zetten we de voorbije jaren sterk in op voederonderzoek en de relatie met methaanemissie. Vroeger beschikten we hiervoor enkel over een gasuitwisselingskamer (GUK) voor individueel voederonderzoek per koe. Met de GreenFeedboxen meten we nu bij alle dieren in het voederonderzoek de methaan- en CO2-gehaltes tijdens het vreten. Dankzij deze boxen hebben we, onder meer in het SmartMelken-project, heel wat rantsoen- en voederstrategieën kunnen testen op het potentieel om de methaanuitstoot te reduceren. De stap naar stalmetingen als aanvulling op de individuele GUK-metingen was erg belangrijk om meer betrouwbare informatie te verkrijgen, niet alleen over de methaanproductie maar ook over de melkproductie en de (kracht)voederopname.”

In de GreenFeedbox worden de methaan- en CO
2
-gehaltes van de koeien in de voederproeven gemeten.
In de GreenFeedbox worden de methaan- en CO 2 -gehaltes van de koeien in de voederproeven gemeten. - Foto: AV

In dat kader realiseerde de betrokken onderzoeksgroep veelbelovende onderzoekresultaten met de inmenging van 3-NOP (Bovaer) in zowel kracht- als ruwvoeder. “We behaalden niet minder dan 25% methaanreductie”, zegt Leen Vandaele trots. “ILVO is trouwens voorloper in dit onderzoeksdomein. We kunnen hiermee belangrijke input leveren voor het convenant Enterische Emissie Rundvee en de bijbehorende werkgroepen ook op internationaal vlak.”

In deze boxen wordt de individuele  voederopname opgevolgd.
In deze boxen wordt de individuele voederopname opgevolgd. - Foto: AV

Data delen

Het (afgeronde) project SmartMelken keek ook verder dan methaan, want ook de voetafdruk van de gebruikte voedermiddelen werd onder de loep genomen. “De data die ILVO in dit kader verzamelde, wordt nu gebruikt en gedeeld in internationale consortia waar men zoekt naar grotere verbanden. Vooral de data van de GreenFeedboxen leverden veel nuttige informatie op.

“Zelf integreerden we alle koedata (methaan, voeropname, gewicht...) in een grote unieke Dairy Database. Onze onderzoekers stopten daar veel energie en tijd in, maar nu kunnen we die gegevens gemakkelijk ontsluiten. Intussen bouwen we zelfs voor een Zwitserse onderzoeksinstelling een gelijkaardige database uit.”

Aangepaste stalinrichting

Een van de dilemma’s waar het ILVO ook mee geconfronteerd werd, was de keuze van de stalvloer. “Emissiearme vloeren lagen er al in de nieuwe jongveestal van de Hooibeekhoeve in Geel, daarom investeerden we hier in technieken om ammoniak te meten op stalniveau. We vinden het belangrijk om complementair te werken met andere onderzoeksstallen in Vlaanderen. Daarnaast investeerden we in een tweede mestrobot om de stal voldoende proper te houden.”

Omwille van het koecomfort werd gekozen voor diepstrooiselboxen. Ze zijn gevuld met een mengsel van stro, kalk en een beetje water. Die boxen kunnen omgebouwd worden voor het gebruik van koematrassen. “We kunnen dus vergelijkend onderzoek uitvoeren, maar er zijn nog geen onderzoeksprojecten geweest waar dit thema aan bod kwam.”

Leen Vandaele is trouwens heel tevreden over de kleine voedermengwagen om de individuele voederbakken te vullen. “Die machine werkt erg performant. We kunnen er heel betrouwbare mengelingen mee maken voor kleine groepen dieren. Dit is zo cruciaal bij de uitvoering van onze voederproeven dat we de aankoop van een tweede plannen.”

De handige voedermengwagen is een onmisbaar werktuig bij het samenstellen van de voeders.
De handige voedermengwagen is een onmisbaar werktuig bij het samenstellen van de voeders. - Foto: AV

Proeven op de weide

“Weidegang is sowieso niet haalbaar bij nutritioneel onderzoek. Maar voor de dieren in de afdelingen met robots maakten we 5 jaar geleden wel de keuze om ze in de weide te kunnen laten via selectiepoorten. Bij de bouw van de stal verbreedden we daarom onze huiskavel met gronden van onze buren van ILVO-Plant.”

ILVO deed de voorbije jaren al onderzoek met sensortechnologie om dieren te monitoren - hoe lang, wanneer en waar lopen ze buiten? - en om tocht en klauwproblemen op te volgen. Projecten daaromtrent waren MoniCow en Internet of Things (IoT). “Door de grotere vraag naar weidemelk zal dit onderzoek aan belang winnen. In het Europese project GrASTech zullen we bijvoorbeeld ook de methaanemissie bij weidegang opvolgen.”

Klimaatonderzoek op het voorplan

Het ILVO is een Vlaamse onderzoeksinstelling. De overheid, het beleid, bepaalt dus in de eerste plaats de onderzoeksthema’s. Leen Vandaele: “De afgelopen jaren werkten we vooral rond verlagen van de ammoniakemissie in de melkveestal door inzet van laageiwitrantsoenen en het monitoren van ammoniak in de stal.

Momenteel krijgen we natuurlijk veel vragen rond het klimaat. De thematiek blijft in de toekomst zeker een van onze belangrijkste onderzoeksitems. We wensen in te zetten op combinatiestrategieën. Kunnen bijvoorbeeld de gunstige effecten van 3-NOP, koolzaadschroot en bierdraf samengeteld worden?”

Ook de sector is vragende partij naar dit klimaatonderzoek, maar die wil ook de haalbaarheid en economische gevolgen ervan kennen. “Wij ervaren dat de individuele boer gerust iets wil doen voor het klimaat, maar hij wil ook weten welke kosten er aan verbonden zijn en welke keuze voor hem het meest interessant is.”

Het onderzoek wordt weliswaar ook bepaald door wat in de melkveehouderij leeft. Naast weidemelk zien we ook meer en meer VLOG-melk (zonder ggo's). “We hebben hier al op ingezet door het uittesten van rantsoenen met bierdraf en koolzaadschroot.

Daarnaast lopen ook enkele VLAIO-projecten (Agentschap Innoveren & Ondernemen). Binnen JongLeven volgen we vaarzen op, van inseminatie tot ze naar de melkveestal komen. Het Ekopti-project (Eiwit in de koe optimaliseren) over eiwitefficiëntie start dit najaar.”

Een derde onderzoekspijler is (betalend) onderzoek voor derden. “Zo doen we onder meer onafhankelijk onderzoek voor veevoederbedrijven, bijvoorbeeld met nieuwe kuiladditieven, pensbestendige aminozuren, methaanreducerende middelen... Belgische bedrijven maken graag gebruik van onze expertise en de goede reputatie van onze onderzoeksinstelling.”

Verder is ILVO betrokken bij heel wat Europese onderzoeksprojecten. “We kiezen projecten die passen in onze onderzoekslijnen. We diepen het thema dan verder uit onder Vlaamse omstandigheden. We leven hier immers niet op een eiland. Onderzoek dat in onze buurlanden gebeurde, moeten we hier niet noodzakelijk herhalen. Zo vulden we Nederlands onderzoek over ammoniak bij melkvee aan met onderzoek bij vleesvee.”

10.000 bezoekers

Het was van bij aanvang de bedoeling dat zowel professionelen als andere geïnteresseerden de stal zouden kunnen bezoeken. De loopbrug boven de afdelingen geeft hierbij een mooi overzicht over de stal. “We kunnen er uitleg geven zonder daarbij de dieren te storen of de bioveiligheid in gedrang te brengen”, toont Leen Vandaele. “Gemiddeld ontvangen we wekelijks een groep bezoekers.”

De stal ontving op 5 jaar tijd zo’n 10.000 bezoekers. Van op de passerelle krijgen ze telkens een mooi beeld op de melkveestapel.
De stal ontving op 5 jaar tijd zo’n 10.000 bezoekers. Van op de passerelle krijgen ze telkens een mooi beeld op de melkveestapel. - Foto: AV

De voorbije jaren organiseerde ILVO er ook enkele grote evenementen: de Open Dag in 2014, het Melkcafé in 2015 en de Openbedrijvendag in 2016. “In totaal ontvingen we op 5 jaar tijd al zo'n 10.000 bezoekers, waarvan meer dan 2.000 landbouwers. Dankzij de nieuwe stal staan we trouwens veel dichter bij de sector; dat is zowel belangrijk voor de landbouwers als voor het ILVO. Groepen van zo’n 20 à 25 deelnemers laten een goede interactie toe. Die interacties zijn het leukst, de vragen variëren sterk naargelang het professionele bezoekers zijn of niet.”

Heel wat proeven op de plank

Bij het overlopen van de verschillende onderzoeksdomeinen is het snel duidelijk dat het de komende jaren razend druk blijft in deze stal. Zonder aarzelen somt Leen Vandaele enkele thema’s op: “Vandaag zijn nog maar weinig cijfers beschikbaar over de methaanemissie in de weide. Dat onderzoek wordt dus zeker interessant. De zoektocht naar alternatieve eiwitbronnen blijft belangrijk in het klimaat- en VLOG-verhaal. In Ekopti streven we, samen met Inagro, naar eiwitautonomie in de melkveehouderij. In dat kader mogen we de implementatie van klimaatoplossingen in de praktijk niet uit het oog verliezen. Onze link met de praktijk moet groot blijven! We staan ook sterk in de ontwikkeling van sensoren en het vergaren van nuttige data. Dat datagebruik willen we zeker verder optimaliseren, onder meer in het project DjustConnect. En omdat de langleefbaarheid van koeien erg belangrijk is, krijgt het JongLeven-project hier een verlengstuk. Verder werken we met UGent in VLAIO Veerkracht rond een vlottere transitie van de koeien van droogstand naar de eerste fase van de lactatie.”

Aan thema’s duidelijk geen gebrek! Er liggen nog heel wat interessante proeven op de plank.

Anne Vandenbosch

Meest recent

Meest recent