Vooral de burger moet worden gesensibiliseerd
Verschillende aspecten rond plantengezondheid staan al jaren ter discussie. Gewasbeschermingsmiddelen, biostimulanten, veredeling, transport,… over al deze aspecten rond plantengezondheid vloeide de inkt geregeld. Dit jaar riep FAO 2020 uit tot het ‘Internationale Jaar van de Plantengezondheid’. Wat vaak onderbelicht is, aldus Peter Jaeken van Phytofar, is de rol van de burger bij internationale reizen en de mogelijke insleep van schadelijke organismen.
In 2014 zette Finland het idee van het ‘Internationaal Jaar van de Plantengezondheid’ voor het eerst op de agenda. Het topic is al langer veel besproken, maar het werd tijd dat de privésector, de openbare sector, ngo's, onderzoekers en nog anderen hun neuzen in dezelfde richting zouden wijzen. In 2020 was het dan eindelijk zover: de FAO (Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties) riep 2020 uit tot het ‘Internationale Jaar van de Plantengezondheid’. De organisatie neemt dan ook de leiding in de activiteiten. Dit jaar is het de bedoeling om te sensibiliseren over het feit dat internationale reizen een risico inhouden op insleep van schadelijke organismen. Planten zijn immers essentieel om honger en armoede uit de wereld te helpen en om de economie te stimuleren. Het milieu beschermen is daarbij een belangrijke activiteit.
Landbouwleven sprak met secretaris-generaal van de Belgische vereniging van de industrie van gewasbeschermingsmiddelen Phytofar Peter Jaeken over de materie.
Wanneer beschouwt men een plant of gewas als gezond?
In het kader van het ‘Internationale Jaar van de Plantengezondheid’ wordt gezondheid breed bekeken. Het gaat niet alleen over landbouw, maar ook over natuur. Planten, gewassen, maar ook dieren kunnen lijden onder ziekten en plagen die via internationaal verkeer worden binnengesleept. Dit staat dan nog los van opschuivende klimaatzones waarbij ook organismen migreren naar hun gepaste klimaat. De varroamijt kwam in 1984 België binnen, recent was er de melding van de Aziatische hoornaar,... of de Afrikaanse varkenspest! Dat heeft een enorme impact op de handelsmogelijkheden van België in de Europese en internationale context. Er gaan markten toe, en dat probleem is acuut voor landen waarbij de economische situatie niet zo gunstig is, waar een heel groot deel van de bevolking afhankelijk is van die landbouw en van de export van landbouwproducten. Ook voor de lokale bevolking is dan de impact enorm. In de jaren 80 dook de schimmelziekte Black Sigatoka op in Afrika, die hele kookbananenplantages verwoestte. Omdat die kookbananen basisvoeding zijn voor heel veel gezinnen, creëerde die schimmel armoede en honger. Plantengezondheid zou al gegarandeerd moeten zijn door die insleep te voorkomen, naast de goede zorg van bodem en het gebruik van de juiste rassen.
Ook probleemonkruiden worden ingesleept.
En daarop moet gesensibiliseerd worden.
Pleit je ervoor om het lokaal kopen
Controle en handhaving lijkt me dan erg belangrijk.
Het FAVV is enorm alert rond zaken rond internationale handel en certificaten. Natuurlijk is de EU een vrije handelszone: als het in andere landen minder goed geregeld is en minder streng gecontroleerd wordt in vergelijking met België, dan heeft de burger een gigantische rol. Een boot met granen wordt in de Antwerpse haven gecontroleerd door bedrijven als SGS, maar de burger die een appel van Barcelona naar België pakt en die hier wegsmijt niet. Als je al mensen kan sensibiliseren en kunt handhaven aan toegangspoorten zoals luchthavens, treinstations, en dergelijke, dan verlaag je het risico. In de fruitsector komen mensen van Oost-Europa met de wagen of de bus naar hier, naar rurale gebieden.... Terwijl je in Amerika de bananenplantages niet inkomt als toerist, uit vrees dat door gebrek aan kennis en nonchalance dingen misgaan. Percelen in België afsluiten is niet nodig en wenselijk. De fruitstreek met zijn bloesems zorgt voor toerisme. Die problematiek zien we ook in Wallonië met de Afrikaanse varkenspest: zowel toerisme, bosbouw als landbouw zijn direct of indirect getroffen.
Welke rol moet Europa spelen?
Europa moet in zijn onderzoeksprogramma's voldoende middelen voorzien en niet wachten tot er een crisis is. Ze doen dat wel, maar misschien kunnen ze wel meer investeren. Zeker in landen die moeite hebben om die diensten gefinancierd te krijgen is dat nodig. Er moet niet alleen geïnvesteerd worden in onderzoek naar problemen, maar ook in efficiënte detectiemethodes voor die problemen. Als je snel ziet dat er een probleem is, kan men sneller ingrijpen. Europa moet ook toezien dat het systeem goed draait.
Hoewel de focus niet op gewasbeschermingsmiddelen ligt, is het wel een belangrijk topic bij plantengezondheid. Elk jaar verdwijnen er middelen en er komen er amper bij.
Tijdens het ‘Internationale Jaar van Plantengezondheid’ ligt de focus op preventie en op impact na insleep. Qua gewasbeschermingsmiddelen richt Phytofar zich op het standpunt van Geïntegreerde Gewasbescherming (IPM). Enkel boven een schadedrempel moet je behandelen. We hopen wel dat na dit jaar er toch meer mensen - ook politici - zullen begrijpen dat het niet gemakkelijk is om gewassen te kweken. Je voorziet niet altijd dat er problemen komen en rendabiliteit blijft voor de landbouwer ook belangrijk. Soms zijn gewasbeschermingsmiddelen dus gewoon nodig.
Is het zo dat je gezonder fruit en groente hebt als er geen residu op zit? Sommige retail gaan wel erg laag qua concentratie residu.
In het kader van plantengezondheid kom je zo in een moeilijke balans. Residu beschermt uw gewas tegen transfer van schimmels. Een goed voorbeeld is de EHEC-crisis in 2011. Toen werden Egyptische fenegriekzaadjes geïmporteerd zonder vooraf ontsmet te zijn. Een pathogene E.coli stam werd zo verspreid in Duitsland met talrijke besmettingen en zelfs doden tot gevolg. Als je lastenboeken hebt dat er geen of veel minder residu op mag zitten, dan komt soms de voedselveiligheid in gevaar. Dan krijg je insleep van problemen die je had kunnen voorkomen. Bovendien dreigen erg lage MRL's zelfs handelsverstorend te worden. Sommige middelen mogen in Europa niet meer worden gebruikt. Daarvan worden de residunormen gereduceerd tot de importtolerantie. Dan moet in een ander gebied, waar de MRL hoger ligt, een aparte productie worden opgezet en een apart logistiek kanaal worden gecreëerd omdat onder Europese normen moet worden gekweekt. Dan moet je je niet alleen afvragen welk risico er is qua insleep, maar ook wat de meerwaarde is ten opzichte van de logistieke kost.
Naast gewasbescherming is veredeling belangrijk, maar een nieuw ras creëren duurt lang. Waarom wordt crispr-cas zo moeilijk aanvaard om planten bestendiger en dus gezonder te maken tegen ziekte of klimaatopwarming?
In heel de wereld is daar discussie rond. Dat is goed, want ten slotte grijp je in op genetisch materiaal, en moeten er regels zijn. Gmo-gewassen zijn onderworpen aan een zeer strikte Europese toelating. Daarbovenop mogen de lidstaten en soms de regio’s nog allerlei beperkingen opleggen. Dit komt zowat neer op een feitelijk teeltverbod. Maar werken op gen-niveau zou een oplossing vinden wel vergemakkelijken. Zo kunnen onderzoekers bij klassieke veredeling planten screenen op genetica via big data in combinatie met DNA analyse. Planten met toxicologische negatieve eigenschappen zouden zo al vermeden kunnen worden in een zeer vroeg stadium van de veredeling. Men kan ook zoeken op parameters zoals watergebruik, pesticidegebruik, droogteresistentie,...
Wat is de rol van biostimulanten bij plantengezondheid?
Biostimulanten maken een plant meer bestendig bij stress zoals droogte, maar het is geen geneesmiddel. Het valt in de regelgeving ook niet onder gewasbescherming, maar onder meststoffen. Het zorgt ervoor dat planten onder stress nutriënten nog efficiënt opnemen en minder verliezen naar lucht en water. Men zag ook dat sommige producten het wortelgestel stimuleren zodat planten droogteresistenter zijn. Die producten zijn populair in Zuid-Europa omdat ze daar al verschillende jaren te maken hebben met droge zomers. Met andere woorden, in suboptimale condities hebben biostimulanten een heel positieve werking. In een normaal jaar met goede omstandigheden en een goede bodem is het effect veel minder. Als landbouwer kan je echter op voorhand niet weten of het nodig zal zijn of niet. Het is een soort verzekering.
Veel landbouwers geloven er echter niet in.
Wat gaat Phytofar doen rond plantengezondheid?