Startpagina Akkerbouw

Familie Mosselman zet in op duurzaamheid: Doorgaan op de oude manier was niet vol te houden

Cornelis Mosselman (36) heeft de ambitie om binnen 5 jaar van regulier akkerbouwbedrijf naar één van de duurzaamste vollegrondsgroentebedrijven van Europa te groeien. In het voorjaar van 2019 stapte hij over naar vaste of ook wel permanente rijpaden genoemd. Daardoor berijdt hij nog slechts 10% van zijn grond. Mosselman: “Met op iedere 3.20 meter een gras-klavermengsel inzaaien ben ik nog een van de weinigen in Europa, denk ik.”

Leestijd : 8 min

Akkerbouwer en vollegrondsgroenteteler Cornelis Mosselman uit het Nederlandse Ooltgensplaat op het eiland Goeree-Overflakkee (even ten zuiden van Rotterdam) wil een zeer vooruitstrevende en innovatieve boer zijn. Zijn akkerbouwbedrijf kreeg dankzij schaalvergroting, steeds grotere en zwaardere machines en verder gebruikte hij kunstmest en chemische gewasbeschermingsmiddelen. Hij kreeg te kampen met bodemverdichting en een verminderde weerbaarheid van planten en moeilijk bewerkbare grond, waarin planten minder ruimte hebben om te groeien. Verder liep de grondkwaliteit in zijn algemeenheid ook steeds verder terug, evenals de biodiversiteit.

Mosselman: “Doorgaan op de oude manier was op de lange termijn gewoonweg niet vol te houden. De bodem werd kapotgemaakt en raakte uitgeput waardoor het steeds meer zijn natuurlijke werking verloor.” In de steeds moeilijker bewerkbare grond hadden de gewassen steeds minder ruimte om te groeien en om weerstand op te bouwen. “Vanwege onze verantwoordelijkheid om een goed rentmeester van de schepping te zijn kon ik mijn ‘oude’ manier van boeren steeds minder verantwoorden," aldus Mosselman.

90% is kortetermijndenken

Volgens Mosselman moet de agrarische sector in Europa terug naar de basis, de bodem. “Waar veel gangbare akkerbouwers en vollegrondsgroentetelers nu eigenlijk mee bezig zijn is substraatteelt in de volle grond. Ik sta daarom ook helemaal achter de plannen van Timmermans, alleen vraag ik mij af of hij goed weet waar hij het precies over heeft.” Volgens de Goeree-Overflakkeese vollegrondsgroenteteler is de transitie waar het om gaat, niet zo maar iets. Er moet iets veranderen in het denken van de akkerbouwers en vollegrondsgroentetelers.

Mosselman: "Ze moeten leren om op lange termijn te denken en niet meer op korte termijn. De huidige voedselproductie is mijns inziens voor 90% kortetermijndenken. Eigenlijk zijn wij met z'n allen, nu 70 jaar later, nog stééds bezig om het plan van Mansholt uit te werken." En de boer is daar absoluut niet de schuld van volgens hem, die is gewoon meegegaan in het systeem. Wat Timmermans wil, kunnen de Europese boeren realiseren, maar dan moet ook de agrarische periferie daar voor 100% aan meewerken aldus Mosselman.

De eilander is de zevende generatie agrariër. In 2006 nam Mosselman het gecombineerde melkvee- en akkerbouwbedrijf over van zijn vader. Omdat zijn hart niet bij de koeien lag én omdat uitbreiden in de koeien financieel op dat moment heel moeilijk was, deed de 24-jarige opvolger het melkvee direct weg en ging zich concentreren op de akkerbouw. In totaal bewerkte de jonge akkerbouwer samen met een collega akkerbouwer 150 hectare grond, waarvan deels via grondruilen met naburige veehouders. Als hoofdteelten had hij 45 hectare pootgoed en consumptieaardappelen en 25 hectare uien en sjalotten. Verder nog suikerbieten, witloof, tarwe en mais. “Dat is qua bedrijfsvoering mijn oude leven, zo zie ik dat echt," zegt de eveneens gelovige Mosselman serieus. "Ik was in die tijd heel precies en echt een kuddedier, dus zat puur op de lijn van de schaalvergroting."

In de herfst van 2018 ging Cornelis Mosselman nadenken over de mogelijkheden met strokenteelt. “Om een nóg diverser ecologisch systeem te krijgen. Dus dat zou betekenen, om de 3.20 meter een ander gewas. Dit jaar ben ik daar voor het eerst mee begonnen op in totaal 15 hectare.”
In de herfst van 2018 ging Cornelis Mosselman nadenken over de mogelijkheden met strokenteelt. “Om een nóg diverser ecologisch systeem te krijgen. Dus dat zou betekenen, om de 3.20 meter een ander gewas. Dit jaar ben ik daar voor het eerst mee begonnen op in totaal 15 hectare.” - Foto: DvD

Het keerpunt

De begeleider van Mosselman tijdens zijn studie aan de Christelijke Agrarische Hogeschool (tegenwoordig Aeres Hogeschool Dronten) zag het al. Die zei tegen de jonge boerenzoon: “Jij kan beter niet gewoon boer worden, jij hebt meer in je mars.” Maar Mosselman luisterde niet en ging na het sluiten van de schooldeuren achter zich om te beginnen bij een loonwerker op Goeree-Overflakkee aan de slag. De eerste jaren na de overname van zijn vader boerde hij dus stug gangbaar door. "Het keerpunt was op het moment dat ik kinderen kreeg en na ging denken over de opvolging," aldus Mosselman. "Ik zag dat mijn inkomen maar zo zo bleef en ook ieder jaar sterk wisselde en de bodemkwaliteit ondertussen hard achteruit holde. Tevens waren er ook nog eens heel veel Nederlandse en Europese overheidsmaatregelen waardoor de kostprijs alsmaar bleef stijgen."

Eind 2017 besloot familie Mosselman het roer resoluut om te gooien. Zijn vrouw stond ook helemaal achter deze keuze. Als eerste besloot hij zich aan te sluiten bij het kennisnetwerk van de provincie Zuid-Holland Voedselfamilies Zuid-Holland (www.voedselfamilies.nl). Daarna ging het snel onder meer door het netwerken buiten zijn toenmalige wereldje. In 2018 begon hij met het omschakelen van zijn percelen naar biologisch. Dit jaar zijn al 2 van de 7 percelen biologisch en volgend jaar al 5 van de 7 percelen. In 2022 is hij volledig biologisch, in totaal heeft familie Mosselman 50 hectare momenteel.

Financiële aderlating

De percelen van Mosselman liggen net achter de dijk van het Volkerak en bestaan voornamelijk uit zware zavelgronden die 20 – 60% afslibbaar zijn. De grondprijzen zijn vrij hoog met 8 tot 12 euro/m2. Mosselman: "De percelen die wat zwaarder zijn heb ik geen moeite mee, dat betekent een minder hoge aaltjes- en onkruiddruk. De volledige vijftig hectare is de afgelopen 3 jaar opnieuw gedraineerd." De omschakeling naar biologisch is volgens hem wel een financiële aderlating.

Volgens Mosselman gaat het over de 5 jaar van omschakeling per hectare om tot 4.000 euro aan saldoverlies ten opzichte van een gangbaar bouwplan. Daarbij dan nog niet meegerekend: de mechanisatie. Het vervangen van het bestaande machinepark van gangbare machines naar machines voor de biologische sector en het permanente rijpaden systeem kost grofweg zo’n half miljoen euro. De aanschaf van speciale eigen machines (bijvoorbeeld voor de strokenteelt) kostte ook nog eens rond de 300.000 euro. Daarbij gaat het om het vervangen van loonwerk door eigen mechanisatie, omdat zijn teeltsysteem niet bij het machinepark van een loonwerker past.

De aanschaf van speciale eigen machines (bijvoorbeeld voor de strokenteelt) kostte ook nog eens rond de 300.000 euro. Daarbij gaat het om het vervangen van loonwerk door eigen mechanisatie, omdat zijn teeltsysteem niet bij het machinepark van een loonwerker past.
De aanschaf van speciale eigen machines (bijvoorbeeld voor de strokenteelt) kostte ook nog eens rond de 300.000 euro. Daarbij gaat het om het vervangen van loonwerk door eigen mechanisatie, omdat zijn teeltsysteem niet bij het machinepark van een loonwerker past. - Foto: DvD

Mosselman: "Daarbij moet je bedenken dat ik tot nog toe zo’n 70.000 euro subsidie heb gehad. Voor machines krijg ik maar 20.000 euro subsidie en de andere subsidies zijn voor advieskosten, monitoring en training e.d.. Mosselman: “En ik kan je best zeggen: ook al ben ik ervan overtuigd dat het nodig was, het was wel even slikken om terug te gaan van een 6 naar een 4 cilinder tractor, een Claas 550 met een spoorbreedte van 3,20 meter.”

Om dit alles te kunnen bekostigen besloot de familie om 21 hectare van de beste akkerbouwgrond van Europa in Den Bommel (noordkant Goeree-Overflakkee), dat deels in eigendom en deels erfpacht was, in 2010 af te stoten. Soms kwam van deze grond van 1 hectare maar liefst 90 ton uien. Mosselman: “We hebben het toch gedaan om voldoende financiële middelen vrij te kunnen maken. Verder hadden we daar enorm last van ganzenvraat en ik zeg altijd: ik ben geen ganzenhoeder van beroep.” Door het afstoten heeft Mosselman niet alleen een buffer gecreëerd, maar is ook het overgrote deel van de huidige 53 hectare grond volledig in eigendom.

Tiny houses

Sinds dit seizoen is de vollegrondsgroenteteler ook aangesloten bij Nationale Proeftuin Precisielandbouw (NPPL). In het voorjaar van 2019 stapte hij over naar vaste of ook wel permanente rijpaden genoemd. Daardoor berijdt hij nog slechts 10% van zijn grond. Voor de omschakeling naar biologisch zaaide hij op iedere 3,20 meter een gras-klavermengsel in. Mosselman: “Ik denk dat ik nog een van de weinigen ben in Europa die op deze manier gras-klaver teelt en oogst. Als ik de bodem rust wil geven in de jaren van omschakeling dan moet dat wel zo goed mogelijk.” Het systeem van de vaste rijpaden heeft hij inmiddels 3 jaar ervaring mee. En het bevalt de vollegrondsgroenteteler super.

“De grond die niet bereden is, is echt stukken beter dan voorheen. Ik ben er zeer enthousiast over. Ik pas dus ook geen chemische middelen mee toe en ploeg het dus ook niet meer.” De zware kleipercelen zaaide hij vorig jaar in met een groenbemester. Een ander aandachtspunt wat de grond betreft is dat Mosselman alles zo groen mogelijk houdt het hele jaar door. Vanwege de omschakeling zaait hij ook witte facelia als groenbemester. Facelia groeit supersnel en zorgt voor een goede bodembedekking waardoor onkruid geen kans krijgt. Ook zaait hij een gras/klaver mengsel. "Daarnaast proberen wij nu reeds door middel van fermenteren (Bokashi maken) reststromen uit een natuurgebied hier vlakbij om te zetten in hoogwaardige meststof. Deze Bokashi is zelfs mijn belangrijkste meststof momenteel.”

Via Voedselfamilies Zuid-Holland kreeg hij van alles te horen over voedselbossen en permacultuur. Permacultuur wil zeggen een zichzelf instandhoudend systeem dat steeds meer opbrengst levert. Mosselman: “Rond mei/juni dit jaar gaan studenten van Wageningen UR aan de slag met het ontwerpen van een voedselbos. In totaal komt hier aan de zijkant van mijn boerderij, op de minst goede 4 hectares van mijn ruim 50 hectare grond, een voedselbos met mogelijk daarin tiny houses.” Kleine huisjes dus waarin mensen wonen.

Overstap naar strokenteelt

In de herfst van 2018 ging Mosselman nadenken over de mogelijkheden met strokenteelt. “Om een nóg diverser ecologisch systeem te krijgen. Dus dat zou betekenen, om de 3,20 meter een ander gewas. Dit jaar ben ik daar voor het eerst mee begonnen op in totaal 15 hectare. Ik zie het in alle opzichten als één grote proef.” Tussen deze rijpaden zullen veel verschillende soorten gewassen geteeld gaan worden. Op 7 smalle stroken van 3 meter breed komen dan zeven verschillende gewassen.

Daarbij gaat het om een kleine 2 hectare van verschillende gewasgroepen, met de gewassen witte kool, rode kool, pompoen, zaaiuien, peen, pastinaak, gehele plantsilage (voor melkveehouders), witlof, gras-klavermengsel, fritesaardappelen (het ras Agria’s) en consumptieaardappelen (Vitabella). Hij wil in een roulatie van 1 op 8 telen. Mosselman: “Ik ben uiteraard heel benieuwd hoe de Agria’s zich gaan houden in deze manier van strokenteelt zonder anti-Phytophthora bespuitingen.”

Hij wijst er daarbij nog even fijntjes op dat hij via gemeente Goeree-Overflakkee nog de grootste subsidie gehad heeft. En banken hoeft hij al helemaal niet aan te kloppen. Mosselman: “Die zien mij, met deze radicale omschakeling en de vele proeven, als één groot risicogeval. Gelukkig heb ik inmiddels een investeerder gevonden die mij de financiële ruimte wil geven om mijn plannen uit te voeren. Dat neemt niet weg dat het krijgen van een financieel goed plaatje de komende jaren een grote uitdaging gaat worden. Ik ga ook maatschappelijke diensten leveren die ik waarschijnlijk niet via de markt betaald krijg.”

Korte afzetketens

Mosselman heeft een deel van zijn afzet al geregeld, maar een groot deel ook nog niet. Vanwege de volumes richt hij zich in de eerste instantie op de retail. “En de aardappelen verhandel ik zelf. Ik wil zo veel mogelijk mensen op mijn kavelpad zien te krijgen om de afzet op gang te krijgen.” Momenteel gaan de meeste producten nog naar een bewaarloods van een collega in de buurt, maar er liggen plannen om te investeren in een bewaarloods met verwerkingsruimte.

Een deel van de afzet moet hij echter nog regelen. “Wij willen betaalbare producten kunnen leveren en niet, zoals ik altijd zeg: alleen voor de koning betaalbare productprijzen.” Volgens de vollegrondsgroenteteler is er momenteel een mismatch in volume. Voor de korte keten is hij te groot en voor de supermarkten te klein.Zelf ziet hij wel wat in een thuisbezorgservice mogelijkheid via webshops. “Probleem is tegenwoordig dat de verbinding tussen primaire producent en afnemer er niet meer is. Bij het telen van de diverse gewassen wil ik puur gaan voor kwaliteit, smaak en goede bewaarbaarheid.”

Dick van Doorn

Lees ook in Akkerbouw

Moeilijke onkruiden in maïs bestrijden

Maïs In de maïsteelt worden we steeds vaker geconfronteerd met enkele onkruiden de alsmaar moeilijker te bestrijden zijn. De inzet van specifieke producten of middelencombinaties is dan nodig.
Meer artikelen bekijken