Startpagina kleinvee

Braadkippen naast varkens en akkerbouw om risico te spreiden

Sedert 1990 is het bedrijf van Jan en Martine Fevery-Huyghe in Mannekensvere een gesloten varkensbedrijf met akkerbouw. Nu zoon Pieter in het bedrijf is gekomen werd de stap gezet naar een bijkomende tak op het bedrijf, nl. braadkippenhouderij.

Leestijd : 8 min

Nadat hij eerst een paar jaar buitenshuis had gewerkt, namen Jan Fevery en zijn echtgenote Martine Huyghe in 1990 in Mannekensvere (deelgemeente van Middelkerke) een vreemd varkensbedrijf over waarop 80 zeugen op stro werden gehouden. Daarnaast was er ook een 30-tal hectaren akkerbouw, met de klassieke teelten wintertarwe, wintergerst, koolzaad, suikerbieten en vlas.

In de loop der jaren werd de varkenssector verder uitgebouwd om nu een gesloten bedrijf te hebben met 180 zeugen en afmesting. Daarnaast werd in de jaren negentig ook gestart met een KI-station. Met dit varkensbedrijf wonnen Jan en Martine trouwens in 1997 de publieksprijs en de managementprijs in de Golden Pig Award, een wedstrijd die mede door Landbouwleven werd georganiseerd.

Opvolging

Intussen staat de opvolging op het bedrijf klaar. Zoon Pieter (27 jaar) volgde landbouwschool in Oedelem en deed daarna nog een bijkomend jaar landbouwmechanisatie in het VTI in Poperinge. Sedert 2008 werkt hij mee in het bedrijf.

Omdat hij minder geïnteresseerd is in het KI-station, werd dat laatste in mei van dit jaar overgelaten aan KI Vansteenlandt uit Krombeke. Om het inkomen op het bedrijf op peil te houden, werd wel uitgekeken naar een andere inkomensbron. Uitbreiden in de varkenshouderij zou een mogelijkheid geweest zijn, maar deze werd niet aangehouden omdat er te zware investeringen zouden mee gemoeid zijn. Pieter had reeds langer interesse in pluimvee en besloot daarom te investeren in een stal voor braadkippen. Op die manier zijn er op het bedrijf drie takken, wat de risico’s helpt spreiden.

Pieter volgde een avondcursus pluimveehouderij bij het NAC en intussen werd uitgekeken naar de mogelijkheid om een nieuwe stal te zetten.

“In het voorjaar werden de nodige vergunningen bekomen en op 16 augustus van dit jaar werd door de firma Altez gestart met de grondwerken voor de bouw. Die werken zijn bijzonder vlot verlopen, want op 26 augustus kon reeds met de bovenbouw begonnen worden en op 30 oktober kon reeds een opendeurdag in de stal georganiseerd worden. Die kon trouwens op een groot succes rekenen, want er kwamen meer dan 1.000 bezoekers op af”, zo leggen Pieter en Jan uit.

Gehakseld stro

De stal heeft een lengte van 98,60 meter en een breedte van 25 meter, dit met inbegrip van de technische ruimte die zich op de kop van de stal bevindt. “In totaal gaat het om 2.250 vierkante meter, wat geschikt is voor 49.500 kuikens. Bij de opstart wordt uitgegaan van een bezetting van 21,5 kuikens per vierkante meter. Na vijf weken worden een deel van de kippen uitgeladen om aldus tot een bezetting van 16 tot 17 kippen per vierkante meter te komen”, aldus Pieter.

De kippen zijn gehuisvest op stro dat gehakseld is op 2 tot 3 cm lengte. En dit à rato van 1 kg stro per vierkante meter. Er wordt maar éénmaal per ronde ingestrooid.

Doordat het gehakseld is, kan het stro meer vocht opnemen. “Vooral in een nieuwe stal, met nog niet volledig uitgedroogde vloeren en muren, is dat belangrijk”, geeft Pieter aan.

Na de mestronde wordt de kippenmest naar een mestverwerkingseenheid in Leisele gebracht. Kippenmest wordt, omwille van zijn samenstelling, door mestverwerkingsbedrijven zeer gegeerd, zodat er geen probleem was om een afzet te vinden.

Uitgekiende luchtstroom

De stal wordt bij de aanvang op 35 °C gestookt en dat zakt, tijdens de zes weken van de mestronde, naar 20 tot 21 °C op het einde.

De verwarmingsinstallatie werd geïnstalleerd door de firma Jan Dever uit Woesten. In het technisch lokaal staan twee gasketels voor de verwarming. Die warmen het water in de buizen op. Er werd gekozen voor twee iets kleinere ketels in plaats van één grote om aldus het risico van uitval te beperken en ook uit oogpunt van energiebesparing. In de stal zelf hangen op regelmatige afstanden 5 heaters, dit zijn een soort radiatoren met ventilator die de warme lucht van de warmwaterbuizen door de heater trekken en boven de kippen uitblazen. Door dit systeem wordt ook de opstijgende warme lucht uit de nok van de stal terug naar de dieren getrokken.

In de stal is combiventilatie v oorzien, wat inhoudt dat de lucht via de ventielen in de zijwanden van de stal wordt aangezogen door nok- en lengteventilatoren. Er zijn 6 nokventilatoren en 9 lengteventilatoren voorzien. Ook hier werd bij de installatie aandacht geschonken aan het energieverbruik. Is er weinig ventilatie nodig, dan wordt slechts een gedeelte van de ventilatoren ingeschakeld. Moeten deze meer toeren gaan doen, dan worden automatisch ventilatoren van een volgende groep ingeschakeld.

Vermelden we dat op het bedrijf ook een energiegroep aanwezig is die alle belangrijke functies, zoals bv. ventilatie, kan in gang houden mocht er stroompanne zijn. “Vooral op warme dagen en op het einde van de mestronde is dat belangrijk om grote sterfte te voorkomen.”

Ook is er een vernevelingsinstallatie voorzien. Wanneer het op zeer warme dagen in de zomer te warm wordt in de stal, ondanks de ventilatie, dan treden de sprinklers in werking en vormen in de stal een soo rt mist, waardoor de temperatuur 3 tot 4 °C kan verlaagd worden. “Dat mag enkel gebeuren wanneer de luchtvochtigheid in de stal voldoende laag is. Is de lucht reeds te vochtig, dan zou men de situatie alleen maar verergeren”, zo legt Pieter uit.

Lichtschema

Er wordt in de stal gewerkt met LED-verlichting. “Die is weliswaar 20 % duurder dan gewone verlichting, maar berekeningen geven aan dat die hogere investering reeds na 1,5 tot 2 jaar terugverdiend is omdat die LED-lampen minder energie verbruiken.”

“Bij de aankomst van de eendagskuikens wordt gewerkt met lichtsterkte 60 % en wordt van 11 uur ’s avonds tot 5 uur ’s morgens de stal in het donker gehouden. Dat is zeer belangrijk om de dooierrest bij de kuikens beter te laten verteren”, zo legt Pieter uit. “Naarmate de mestperiode langer loopt wordt de lichtsterkte verminderd naar 20 %, zodat de dieren steeds in het halfduister zitten. De periode van 6 uur donker ’s nachts blijft gehandhaafd, tot een week voor het uitladen, waar ze verkort wordt naar 4 uur per nacht.”

Eigen tarwe

Kan voor het strooisel gebruik gemaakt worden van eigen tarwestro, dan wordt ook in het voeder eigen gewonnen tarwe gebruikt. Het voeder bestaat uit kernvoeder en tarwe. In het begin is het aandeel tarwe beperkt (bv. 6 %), maar dit wordt in de loop van de mestperiode verhoogd tot 35 à 40 % op het einde. “De tarwekorrels worden in hun geheel gelaten, wat zeer bevorderlijk is voor de vertering in de kroppen van de kippen. Wel wordt de tarwe, vooraleer ze met het kernvoeder wordt gemengd, gekuist in een speciaal daartoe ontworpen installatie”, zo geeft Pieter aan.

Het voederen gebeurt in Comeo-voederpannen van de firma Roxell. De installatie werd geplaatst door de firma De Jaeger uit Aalter. Aan iedere voederlijn is op de laatste voederpan een LED-lampje aangebracht. “Op die manier is men er zeker van dat de kuikens de laatste pan in de lijn het eerst zullen leeg eten en vermijdt men dat midden in de lijn lege voederpannen zouden voorkomen”, zo legt Pieter uit.

Van 40 gram naar 2,8 kg in zes weken

De eendagskuikens komen op het bedrijf aan op een gewicht van ongeveer 40 gram. Wanneer ze in de stal worden gebracht, wordt er naast de drinklijnen kuikenpapier gelegd met daarop voeder, zodat de jonge kuikentjes zeer snel het voeder en de drinklijn vinden.

Het gaat om kuikens van de stam Ross 308, een stam die op het merendeel van de braakippenbedrijven wordt gebruikt en vooral werd geselecteerd om zijn goede voederomzet. Er wordt daarbij gestreefd naar een voederomzet van 1,5 tot 1,6 kg voer per kg gewichtsaanwinst.

Na 6 weken zijn de braadkippen klaar en wegen dan tussen de 2,6 tot 2,8 kg. Na vijf weken wordt wel reeds een gedeelte van de kippen uitgeladen om aldus de bezettingsdichtheid op het einde van de mestronde niet te hoog te laten oplopen.

Tussen twee ronden van 6 weken is er telkens één week van leegstand voor het reinigen en ontsmetten van de stal. In totaal kunnen in de stal per jaar dus iets meer dan zeven ronden opgezet worden.

Goede start

“Een goede start is noodzakelijk om in de volgende weken het uitvalpercentage zo laag mogelijk te houden”, zo legt Pieter nog uit. “Starten met goede, gezonde kuikens, een stal die voldoende opgewarmd is, vers voer en drinken, zijn daarbij belangrijke elementen. Vooral de warmte van de vloer is belangrijk wanneer de jonge kuikentjes in de stal komen. Die moet minstens 25 tot 28 °C aanvoelen.”

Om ziekten te voorkomen worden via het drinkwater een aantal vaccinaties toegediend, o.m. tegen NCB (New Castle Disease of pseudovogelpest) en IB (Infectieuse Bronchitis). Daarnaast wordt ook gevaccineerd tegen de ziekte van Gumboro. Ook wordt gecontroleerd op Salmonella. Die vaccinaties worden, zoals aangegeven, via het drinkwater toegediend. Daarbij wordt de drinklijn leeggemaakt en aan het drinkwater met entstof wordt een kleurstof toegevoegd, zodat men kan controleren dat het drinkwater wel degelijk het einde van de lijn (en dus alle kuikens) bereikt.

Tot hiertoe hebben al deze preventieve maatregelen op het bedrijf al goede resultaten opgeleverd, want het uitvalpercentage kon beperkt blijven tot 1,5 %. En ook qua groei zit Pieter boven het gemiddelde.

Controle via computer

Driemaal per dag (’s morgens 1 uur, ’s middags ½ uur en ’s avonds opnieuw 1 uur) doet Pieter een rondgang door de stal, waarbij o.m. de gestorven kippen er uit gehaald worden. Ook wordt gekeken of de kuikens goed rond de drinkbakken zitten en of de kroppen goed gevuld zijn.

Ook worden dan in het technisch lokaal de computers nagekeken die alle aspecten van het bedrijf opvolgen.

Een eerste computer controleert het voederverbruik per dag, per kuiken en gedurende de ganse mestronde. Ook het waterverbruik van de dieren, het CO2-gehalte, de temperatuur en de luchtvochtigheid in de stal worden gecontroleerd. Ten slotte wordt door die computer ook het aantal dieren dat in de stal verblijft geregistreerd en het uitvalpercentage berekend.

Bij zijn controleronden in de stal kan Pieter al deze parameters onmiddellijk aflezen. Op een stalkaart kan hij de gegevens van voederverbruik en gewicht van de dieren noteren. Op die kaart staan ook de streefcijfers weergegeven in functie van het aantal dagen dat de kuikens in de stal zitten. “Op die manier kan steeds gezien worden of men binnen de normale waarden blijft. Is dat niet het geval, dan is dat meestal teken dat er iets aan de hand is met de dieren of dat er iets op til is en moet men indien nodig ingrijpen.”

Een andere computer volgt het gewicht van de kuikens van nabij op. Dat gebeurt aan de hand van twee vloerplaten in de stal die met een weegschaal zijn verbonden. De kuikens die er over lopen worden geteld en gewogen, zodat men steeds een goed beeld krijgt van de gewichtstoename.

Ten slotte is er nog een computer die inzicht geeft in alles wat met het voeder te maken heeft.

Al deze parameters wordt permanent geregistreerd en wanneer ze te veel van de normale waarden afwijken wordt een alarm gegeven, enerzijds met een sirene op de stal en anderzijds via een bericht op de GSM.

Begeleiding

Als jonge starter is Pieter zeer lovend over de begeleiding die hij krijgt van zijn veevoederleverancier Leievoeders, de broeier die de kuikens levert (Vervaeke) en de dierenartsen van de praktijk Degudap, die gespecialiseerd zijn in pluimvee. “Zij hebben onderling een beurtrol afgesproken, zodat minstens éénmaal in de week een deskundige van één van die bedrijven de stal komt bezoeken en advies geeft. Op die manier is het ook als jonge starter mogelijk om goede technische resultaten te behalen”, zo legt Pieter uit.

A.D.M.

Lees ook in kleinvee

Terug veel belangstelling voor voorlichtingsvergaderingen

kleinvee Naar jaarlijkse gewoonte ging onlangs op 3 plaatsen in Vlaanderen een voorlichtingsvergadering voor schapenhouders door georganiseerd door het Praktijkcentrum voor Kleine Herkauwers (PCKH). Deze vergaderingen werden telkens gekoppeld aan een bedrijfsbezoek.
Meer artikelen bekijken