Startpagina Veeteelt

Praktijkervaring gekoppeld aan gericht onderzoek. Dat is onze troef

15 jaar geleden zette het proefcentrum Inagro – toen nog POVLT – de eerste stappen in de betaalde voorlichting melkveehouderij. Sindsdien kunnen West-Vlaamse melkveehouders rekenen op individuele begeleiding, zowel in hun strategie als in dagelijkse taken. Op vrijdag 2 juni kwamen sectorgenoten, onderzoekers en politici bijeen in Beitem om het jubileum te vieren en een blik op de toekomst te werpen.

Leestijd : 4 min

D e dag ging van start met een toespraak van Bart Naeyaert: “Een landbouwbedrijf runnen vraagt sterk ondernemerschap en daarom is het de taak van Inagro om de landbouwer kennis en ondersteuning te geven, met behulp van West-Vlaamse, Vlaamse en Europese middelen.”

Eddy Decaesteker, adviseur bij Inagro, blikt terug op 15 jaar BAM en de rol ervan voor de melkveehouder.

Van project naar volwaardige adviesdienst

Voor de landbouw kenmerken de jaren ’90 zich door snel veranderde wetgeving. Om melkveehouders te wapenen voor de toekomst en het voorbestaan van hun bedrijf te vrijwaren, schoot het 5B-project ‘Duurzame melkveehouderij’ in 1996 uit de startblokken. Daarin begeleidde het proefcentrum in Beitem samen met ILVO, Boerenbond en DGZ initieel tien melkveebedrijven in de Westhoek.

Twee jaar later werd het pilootproject verlengd. Op vraag van de deelnemende melkveehouders kwam er een centraal aanspreekpunt. Zo nam Eddy Decaesteker de coördinatie van de werking op zich en vormde de brug tussen onderzoek en praktijk of projectpartners en melkveehouders.

In 2001 sloot het 5B-project af. Via een enquête gaven deelnemende melkveehouders aan dat het onafhankelijke advies over rantsoenen en ruwvoeruitbating en inzicht in de diergeneeskundige kengetallen hun vruchten afwierpen. Met financiële steun van de Provincie West-Vlaanderen startte het proefcentrum daarom op 1 juli 2001 met betaalde voorlichting in de dienst ‘Bedrijfsadvisering Melkveehouderij’ (kortweg BAM).

5 % van alle West-Vlaamse melkveebedrijven

Bij de start van BAM gingen veertig melkveebedrijven in op het aanbod. Gaandeweg groeide dat aantal tot zo’n 90 melkveebedrijven. Vandaag begeleidt het proefcentrum zo 5% van de West-Vlaamse melkveebedrijven of zo’n 8% van de volledige West-Vlaamse melkveestapel. Een deelnemend bedrijf melkt gemiddeld ruim 9.000 liter per koe met een totale melkplas van ongeveer 800.000 liter per jaar.

Zowel gemengde als gespecialiseerde melkveebedrijven kunnen rekenen op de BAM-begeleiding. De bedrijfsgrootte van de begeleide bedrijven varieert van twintig tot tweehonderd koeien. Sinds vorig jaar kunnen ook omschakelende en biologische melkveehouders zich laten begeleiden door Inagro. Vier omschakelende bedrijven werken intussen samen met de BAM-adviseurs.

De Provincie West-Vlaanderen ondersteunt de BAM-begeleiding financieel. Daarnaast is de bijdrage van de melkveehouders afhankelijk van hun totale melkproductie. Zo blijft het bedrijfsadvies voor alle melkveebedrijven betaalbaar.

Praktijkervaring grote troef

In de bedrijfsadvisering ligt de focus op technisch advies en kengetallen, zoals vruchtbaarheidscijfers en krachtvoederverbruik. In de loop der jaren is het aanbod binnen de dienstverlening sterk gegroeid. “Telkens als de adviseur langskomt, snijden we een ander aspect van de bedrijfsvoering aan, bijvoorbeeld diergezondheid, jongveeopfok, afkalfleeftijd van de vaarzen of de gezondheidsstatus van mijn bedrijf”, getuigt melkveehouder en BAM-deelnemer Dieter Dehulster uit Handzame.

“De grootste troef van onze begeleiding is dat we de praktijkervaring van onze negentig deelnemende bedrijven kunnen combineren met gericht onderzoek”, legt adviseur Eddy Decaesteker uit. “Uit moeilijkheden die melkveehouders ervaren, putten we inspiratie voor nieuwe onderzoeksprojecten. Door de vele bezoeken aan bedrijven en de kennis uit ons onderzoek zijn de BAM-adviseurs perfect voorbereid om elke individuele melkveehouder te voorzien van onafhankelijk advies op maat.”

Concreet biedt Inagro ondersteuning door bedrijfs- en dierinformatie te verzamelen en te analyseren. Adviseurs staan bovendien klaar om melkveebedrijven te coachen in de volledige bedrijfsvoering, gaande van strategie tot praktische uitvoering van dagelijkse taken. Daarnaast begeleiden ze de veehouder in de berekening van evenwichtige rantsoenen, ruwvoederuitbating en bemesting, de opfok van jongvee. “Bij elke melkveehouder streven we ernaar zowel op financieel als technisch vlak de beste route te kiezen op maat van het bedrijf. De focus ligt dus zeker niet op de maximalisatie van de melkproductie per dier.”

Via diverse kanalen

Deelnemende bedrijven krijgen minimaal drie keer per jaar bezoek van een adviseur. Daarnaast kunnen ze advies inwinnen per mail of via de telefoon. “Als ik vermoed dat de adviseur me ergens bij kan helpen, dan aarzel ik niet om hem op te bellen”, vertelt begeleide melkveehouder Luc Crevits uit Kortemark.

Op een online platform kunnen BAM-leden aan de slag met diverse toepassingen. Zo kunnen ze zelf bemestingshoeveelheden berekenen of hun periodieke jongveemetingen verwerken waarmee de BAM-adviseur de groei van jongvee kan opvolgen in functie van gericht advies. De bedrijfsdata die ze verwerken, verzamelen de adviseurs ook op het online platform.

Medewerkers met eigen expertise

Samen met het toenemende aantal deelnemers en de uitbreiding van de dienstverlening, groeide het team van één medewerker bij de start tot vier medewerkers op vandaag. Elk heeft zijn eigen expertise, gaande van adviesverlening, gegevensverwerking en evaluatie van kengetallen tot administratie. Daarnaast werken ook twee medewerkers binnen de afdeling dierlijke productie van Inagro aan de coördinatie van de acties binnen de afdeling melkveehouderij en aan onderzoeksprojecten. De wisselwerking tussen onderzoekers en adviseurs werkt productief. Problemen uit de bedrijfspraktijk worden opgenomen in projecten, de resultaten leveren dan weer bijkomende kennis aan de BAM-adviseurs.

De jarenlange nationale en internationale samenwerking rond zowel klassieke als innovatieve melkveethema’s zorgt ervoor dat Inagro - samen met diverse partners - kan anticiperen op de snel evoluerende melkveehouderij. Die kennis komt ten goede aan de hele melkveesector.

Lees ook in Veeteelt

Meer artikelen bekijken