Kwaliteit gras is naar verwachting, groei valt niet stil
In het najaar informeerde Inagro wekelijks over de toestand op de graspercelen. Eind oktober kwam de laatste update. Door het groeizaam weer wordt verwacht dat het gras nog even zal groeien. Het advies luidt echter om het gras niet te lang de winter in te laten gaan.
Inagro voert al geruime tijd metingen uit op gras omtrent de groei en de voederwaarde, en houdt hierover de landbouwers en andere geïnteresseerden op de hoogte via de graslandupdates. De stalen werden op verschillende locaties genomen, te Bulskamp, Handzame, Kortemark, Leffinge en Lo-Reninge. Men koos ook voor percelen op verschillende bodemtypes. Die graslandupdates werden uitgevoerd in het kader van het Demonstratieproject Lerend Netwerk Grasland, waarbij ook het LCV en Provincie Antwerpen partners waren en dat gesteund werd door Europa. Eind oktober meldde Inagro de laatste graslandupdate. De grasgroei was bijna stilgevallen, en er werd 20,5 kg DS per dag gemeten.
Inagro-onderzoeker akkerbouw Bram Vervisch geeft alvast aan dat de kwaliteit van het gras in het najaar over het algemeen goed was. “Het ligt in de lijn van de verwachtingen”, klinkt het. “We merken dit najaar nog groeizaam weer. Er worden wel terug warmere nachttemperaturen voorspeld, waardoor de groei dus nog niet volledig zal stilvallen. Het is belangrijk om het gras niet te lang de winter te laten ingaan. Bij vorst en sneeuw kunnen hierdoor namelijk open plekken ontstaan in de zode, doordat het gras gaat liggen en rot.”
Tijdens de zomer is de grasgroei op bepaalde momenten wel stilgevallen. September was dan weer wel een groeizame maand. Vervisch raadt landbouwers die met een grastekort zitten, aan om te maaien. “Belangrijk is om te maaien als er voldoende draagkracht is van de bodem om insporing te vermijden. Als men nu nog gaat maaien, dan wordt er ook nog heel wat stikstof afgevoerd. Op bepaalde percelen kan nu nog 1.000 kg DS gemaaid worden. Aan een inhoud van 22% eiwit is dit 220 kg ruw eiwit of 35 kg N per ha.”
Goede kwaliteit
De kwaliteit van het gras in het najaar is over het algemeen goed. Vervisch vertelt dat het nadeel van najaarsgras niet meteen de voederwaarde is, maar eerder de smakelijkheid. “We adviseren dan ook dit gras voor het jongvee. Daarnaast is het gras in het najaar wel moeilijker droog te krijgen. Bij het inkuilen is het daarom interessant om eventueel stro in te mengen met het nattere gras. Hier wordt er zo’n 200kg stro per ha geadviseerd. Het heeft weinig zin om veel te gaan schudden na het maaien, want dan verhoogt het risico op aarde in het zwad. Dit geeft een hoger ruwasgehalte bij het oprapen.”
Regionale verschillen
Naast de verschillen in het jaar, vallen ook de regionale verschillen op qua voederwaarde en drogestofopbrengst. Deze regionale verschillen zijn te verklaren door het bodemtype en door de hoeveelheid neerslag. “Elke type bodem heeft een specifiek stikstof leverend vermogen (NLV). Dit is van groot belang voor de groei van het gras, want het bepaalt de beschikbaarheid van stikstof voor opname. Daarnaast hebben we duidelijke regionale verschillen in de hoeveelheid neerslag gezien. Eind augustus merkten we bijvoorbeeld een verschil tot 30l in een straal van 20km.”
Verschil bio en gangbaar
Daarnaast werden ook verschillen bemerkt tussen bio en gangbare percelen. Vervisch geeft aan dat de uitbating een belangrijke rol speelt: “In gangbare landbouw kan er in het voorjaar kunstmest uitgereden worden. Hierdoor heeft het gras snel stikstof ter beschikking, en dus potentieel een hoger eiwitgehalte. In biologische landbouw rekent men onder andere op de klaver voor de stikstofaanvoer. Deze is in het najaar ten volle ontwikkeld. De najaarssnede is dus van cruciaal belang voor bioboeren, om eiwit in het winterrantsoen te krijgen. Er is dus naar verwachting ook minder suiker en meer eiwit in een najaarssnede gras van een biologisch uitgebaat perceel, aangezien suiker en eiwit omgekeerd gecorreleerd zijn.”
Tips bij het maaien
Wat voor een bedrijf aangeraden is, hangt van de voorraad graskuil af. Vervisch geeft aan dat bij te lage beschikbaarheid aan gras op het bedrijf, het mogelijk is om te maaien op de percelen waar het gras nog iets zal opbrengen en waar de draagkracht voldoende is. Zorg alvast dat het gras een goede lengte heeft als het de winter ingaat. Als het te kort is, zal het minder gemakkelijk opstarten in het voorjaar. “Let erop dat het voldoende droog is, of meng stro bij het inkuilen”, klinkt het. Een zo hoog mogelijke droge stof is wenselijk. In deze tijd van het jaar is 30 % droge stof een heel goed resultaat.
Is er genoeg gras ter beschikking, dan moet de landbouwer vooral de percelen in het oog houden die dreigen te vallen. “De schade van te lang gras gebeurt wanneer het gras zich door vorst en/of sneeuw plat gaat leggen en daarna niet meer recht kan komen. Dit laat een zode met dode/rotte plekken achter die zeker voor de 1e snede zowel op kwaliteit als kwantiteit verlies kan leveren.”
