Startpagina Actueel

Beweiden biedt alleen maar voordelen als je voldoende grond hebt

Hogeschool Odisee en vzw Wervel, gesteund door ILVO en het departement Omgeving, organiseren ‘coronaproof’ voordrachten en excursies rond roterend begrazen. Onlangs trok een delegatie onder meer de taalgrens over en stopte in Voeren om de theorie aan de praktijk te toetsen. Pieter Van Rumst van Obs’Herbe was een van de experten die graag zijn visie gaf in de verschillende troeven en knelpunten van het principe ‘beweiden’.

Leestijd : 6 min

Onder roterend begrazen wordt de mogelijkheid verstaan om vee in te zetten als tool om de bodemkwaliteit te verbeteren en de ruwvoederproductie te optimaliseren mits het gra(a)smanagement goed wordt uitgevoerd.

Er bestaan verschillende vormen van weidesystemen:

- Standweiden

- Semi-standweiden (roterend standweiden en nieuw Nederlands Weiden)

- Omweiden (dynamisch omweiden met vaste percelen en stripgrazen)

- Specials: Kurzrasenweide, Klokweiden, Mob Grazing en ABC Weiden (melkrobot).

Dagelijks omweiden

Belangrijk in het verhaal van het roterend begrazen is de S(tocking) R(ate): dat is de verhouding tussen het aantal koeien en het aantal ha beschikbare weide. Er wordt uitgegaan van het basisstandpunt: dagelijks omweiden én ruwvoer bijvoederen. Een overzicht

- SR 2-3: dag/nacht weiden met gesloten kuilen ca. 6 maanden + 0 kg DS bijvoederen.

- SR 4-5, gemiddeld helft bijvoederen + 7 kg DS bijvoederen.

- SR >5, weidegang gedurende kleine dag, meer dan de helft bijvoederen + 10 kg DS bijvoederen

- SR 10, beperken tot uitloop + 15 kg DS bijvoederen.

Zelfstandige weidecoach

Het dagelijks omweiden is in meerdere opzichten belangrijk: de hoogste grasgroei, minder beweidingsverliezen, dagelijks vers gras, altijd hetzelfde aanbod (ca 1.500 kg netto DS per ha), minder productieschommelingen, maaien in functie van weiden (groeitrappen), vaste percelen of stripgrazen. Maar dat stripgrazen bezorgt de boer meer werk, duidt Pieter Van Rumst. De vooropgestelde doelstellingen zijn 250 weidedagen, > 3.000 kg DS vers gras per koe en > 10 ton DS opgenomen gras per ha.

Met weidegang - onder meer door de premie die door sommige zuivelverwerkers voor weidegang wordt uitbetaald - staat men in Nederland veel verder dan in Vlaanderen. Maar ook bij ons in Vlaanderen zijn zelfstandige weidecoaches actief. Pieter Van Rumst van Obs’Herbe is een van hen. Hij begeleidt landbouwers in het management van de weides. En daarin neemt weidebeheer een vooraanstaande plaats in. Obs’Herbe staat voor ‘Observeren’ van ‘Herbe’. Er wordt dus gekeken naar gras, en dus naar koeien. En ze luisteren naar de boer.

“Wat wil je als boer bereiken met weidegang? Met intensief weidemanagement wordt de opname van smakelijk vers gras verhoogd en de kwaliteit ervan verbeterd. Per slot van rekening is vers weidegras de gezondste en goedkoopste grondstof bij de productie van koemelk”, duidt Pieter Van Rumst.

Beweiden biedt alleen maar voordelen... als je over voldoende huiskavel beschikt. “Er zijn met dat gras verschillende mogelijkheden om aan je dieren te voederen: grazen, maaien en zomerstalvoederen, hooien of inkuilen. De kostprijs van deze verschillende technieken is heel uiteenlopend maar in melkproductie zijn die verschillen veel kleiner”, zegt Pieter Van Rumst.

In de Voerstreek

Beweiden levert 10 tot 20% minder DS opbrengst dan inkuilen van gras, maar de kostprijs per kg DS wordt wel gehalveerd bij weiden vergeleken met inkuilen. Volgens Pieter Van Rumst kan dagelijks omweiden een winst opleveren van 1 euro per koe per dag. “Maar deze visie op weidegang zal niet leiden tot producties van meer dan 10.000 kg melk, uitgegaan wordt van circa 7 à 7.500 kg melk.”

In de Voerstreek hebben Marc Roex en Josiane Crutzen de Gelato Farm, een melkveebedrijf gecombineerd met een ijssalon. Twee jaar geleden werd beslist om geleidelijk over te schakelen naar bio. Zo werd de veestapel afgebouwd van 80 naar 50 koeien. Er werd gekozen voor een systeem van dagelijks omweiden. De gemiddelde melkproductie bedraagt 7.000 à 7.500 l per koe per jaar met gehaltes van 4,1% vet en 3,4% eiwit.

De huiskavel telt 20 ha en werd ingedeeld in 40 percelen van een halve ha. “De runderen krijgen elke dag een ander perceel toegewezen. Op de weides en tussen de verschillende percelen werden via de opmaak van een weideplan koepaden aangelegd. Die zijn afgezoomd door een draad, die gemakkelijk kunnen worden opgerold. Zo kan melkveehouder Marc gemakkelijk met de tractor passeren voor de aanvoer van water.”

Intensief, maar routine

Bij dagelijks omweiden wordt gestreefd naar 250 weidedagen per seizoen, een opname van meer dan 3.000 kg DS vers gras per koe en meer dan 10 ton DS grasproductie per jaar. Voortbouwend op het idee om een compromis te vinden tussen de duurzaamheid van het gras en de optimale kwaliteiten om aan de behoefte van de melkkoe te beantwoorden, wordt ingeschaard in het 3de bladstadium van het gras.

In functie van de beweiding wordt in het voorjaar, wanneer de grasgroei het hoogst is, gemaaid voor de wintervoorraad. “Dit systeem zorgt voor de hoogste grasgroei en het minste beweidingsverlies”, zegt Pieter Van Rumst. “Er zijn ook minder productieschommelingen omdat de runderen dagelijks vers gras krijgen én altijd ook hetzelfde aanbod.”

“Het dagelijks omweiden is intensief maar zorgt ook voor dagelijkse routine, zowel voor landbouwer als voor het vee. Door het dagelijks omweiden worden dieren echt getraind om dagelijks hun bordje leeg te eten.” Naast de begrazing krijgt het vee van Marc Roex nog hooi in de stal, aangevuld met biologisch krachtvoer. In het winterrantsoen zit onder meer biomaïs en biovoederbieten.

Betere diergezondheid

In de omschakeling naar bio gaat ook veel aandacht naar de bemesting. Kunstmest is in bio niet toegelaten. Zo moet op deze weides nog het klaverpercentage omhoog. De eigen drijfmest wordt in het voorjaar op de percelen uitgereden. “Bij de tweede rondgang wordt die met water aangelengd: ongeveer 150 m³ water op 500 m³ mest. Dat komt de stikstofbenutting ten goede”, zegt Marc.

Er zijn volgens hem nog meer gevolgen bij de overstap naar biologische melkveehouderij. Positief en minder positief. “Je merkt in de weides meer kruiden. Distels en zuring geven de meeste problemen en die moet je zo vroeg mogelijk aanpakken. En ja, ook de liters zijn een beetje gedaald in vergelijking met de gangbare melkveehouderij maar de veel hogere melkprijs maakt dit ruimschoots goed. Daarnaast zorgt de omschakeling van het stalsysteem naar het intensief roterend beweiden voor een betere diergezondheid. Zo zijn de kosten voor de dierenarts gevoelig gedaald en ook de vruchtbaarheid van de dieren is beter geworden.”

Productie hooimelk

Door herkauwers te roteren in de weide en door de kuddedensiteit te optimaliseren, verbetert de grasopbrengst maar ook de bodemstructuur. Echter, in Wallonië wordt - mede door dat roterend begrazen en het inzetten van hooi als voer - meer en meer ingezet op de productie van hooimelk. Michäel Gilliquet is er op zijn melkveebedrijf in Aubel mee van start gegaan. Hij investeerde vorig jaar in een hooi-drooginstallatie.

Boeren en verwerkers spelen in sommige EU-landen meer in op het sentiment: geen anonieme bulkmelk, maar lokaal vervaardigde producten met een goed en traceerbaar eigen verhaal. En ze boeken er succes mee. Dat positief resultaat heeft vaak ook te maken met een ‘romantisch’ plaatje van koeien in de wei in combinatie met een mooi landschap. Een goed internationaal voorbeeld daarvan is Heumilch – hooimelk – in Oostenrijk en Zuid-Duitsland. Grazende koeien in alpenweides met bergen op de achtergrond. Enerzijds slimme marketing, anderzijds ook een concept met een sterk verhaal met rationele argumenten, zoals een hoger aandeel omega 3 vetzuren in hooimelk.

Hooimelk komt van koeien die in de zomer buiten lopen en gras eten. In de winter krijgen ze hooi, aangevuld met graan uit de regio. Het is een heel traditionele vorm van melkveehouderij. Vooral kleinere bergboeren in de deelstaten Vorarlberg, Tirol, Salzburg en Stiermarken produceren die hooimelk. Ondertussen bestaat 15 % van de melkplas in Oostenrijk uit hooimelk. Dat is een even groot marktaandeel als dat van biologische melk in Oostenrijk.

Lieven Vancoillie

Lees ook in Actueel

Impact hagelbuien en uitbreiding bladziektes bij wintertarwe

Granen Het Landbouwcentrum Granen gaf woensdag 24 april een overzicht van de toestand van wintergranen op hun waarnemingspercelen tijdens de eerste helft van deze week. Zo wordt er meer dan enkel bladziekten waargenomen: lokaal werd de impact van enkele hagelbuien duidelijk. Op vlak van ziekteaantasting breidden bladseptoria en bruine roest afgelopen week verder uit en ook gele roest breidde lokaal uit.
Meer artikelen bekijken