Startpagina Archief

Familie Kees de Vries: 25 jaar pionieren, ondernemen en leven in Oost-Duitsland

In het kader van buitenlandse stages, kwam het VLTI Torhout in contact met het boeiende bedrijf van de familie Kees de Vries. Het bedrijf ‘Vrieswoud KG’, wordt uitgebaat door Kees de Vries en Gerard Van Ginkel. Via een vraaggesprek kwam het VLTI we meer te weten over boeren in Oost-Duitsland.

Leestijd : 7 min

Het Vrij Land- en Tuinbouwinstituut Torhout kwam in contact met een gedreven familie. Vries-woud komt van De Vries en Nibbixwoud, het geboortedorp van de familie. Kees de Vries, is er gestart als landbouwer, ondernemer en nu voltijds politicus als lid van de Bondsdag (het Duits parlement).

In de loop der jaren deden een aantal leerlingen hun stage op een bedrijf in Duitsland, waaronder dit bedrijf, maar ook het op melkschapenbedrijf van de familie Arnold de Vries, broer van Kees.

 

Waarom trokken jullie direct na die Wende naar de ex-DDR?

Omdat wij, Arnold, Jan en Kees, alle drie een toekomst in de melkveehouderij wilden en daarvoor in Nibbixwoud (Nederland) de ruimte en het kapitaal ontbrak, hebben we de kansen die het herenigde Duitsland ons bood met beide handen genomen. Toen we hier waren stelden we vast dat we hier ook een akkerbouwer en een technieker nodig hadden. Beiden hadden we toevallig ook nog in de familie en die zijn beide ook gekomen. 

Hoe verliep de verhuis?

De verhuizing van mens en dier verliep probleemloos dankzij de open grenzen van Europa en omdat de afstand per (vracht)auto goed te overbruggen is.

 

Hoe reageerde de overheid, de politiek op jullie komst?

De politiek zat te wachten op buitenlandse ondernemers om de landbouw op een moderne manier op gang te krijgen. Ze ondersteunde dat ook met veel financiële hulp. 

Hoe waren de eerste contacten met de lokale bevolking?

De plaatselijke bevolking nam eerst een afwachtende houding aan. Toen wij lieten merken dat wij niet voor het grote geld kwamen, maar omdat wij en een aantal medewerkers hier een toekomst wilden opbouwen en deel van hun (dorps)gemeenschap wilden worden, werden we snel geaccepteerd. 

Hoe was de situatie in de landbouw toen en hoe is het nu?

Toen we aankwamen lag de landbouw grotendeels plat, het Oost-Duitse systeem van ‘betalen wat het kost’ functioneerde niet meer en er was geen ervaring om zulke grote bedrijven op overwegend betaalde arbeid in de vrije markt draaiend te houden. 

Hoe ziet u de toekomst voor de landbouw?

Intussen is hier, door die bestaande grote structuren, het modernste landbouwgebied van Europa ontstaan en die voorsprong zal nog lang nawerken. 

Is landbouw een belangrijke sector in Oost-Duitsland?

Ondanks dat ook in Duitsland nog maar een paar procent van de bevolking direct in de landbouw actief is, is het economisch belang van deze sector, inclusief toeleverende en verwerkende industrie enorm. In het voormalig Oost-Duitsland is dit nog meer het geval omdat bij de Duitse hereniging heel veel industrie verloren gegaan is. 

Hoe zit het met het verwerven van grond, zowel als eigendom of als pacht?

De kostprijs is, net als de grondkwaliteit - die wordt uitgedrukt in bodempunten - zeer verschillend en varieert van €8.000 tot €70.000 per hectare. Natuurlijk varieert de pachtprijs net zo, bij mijn weten van €50 tot €1.500 per ha. De pachtwet verschilt van deelstaat tot deelstaat en is bij ons duidelijk flexibeler als wat wij kennen uit Holland.

 

Oost-Duitsland staat voor lage(re) kosten. Wordt er ook op technologie bespaard?

Voor zover ik het kan overzien worden hier de modernste technieken gebruikt. De ontwikkelingen gaan zo snel dat het nauwelijks te volgen is. Gps is hier bijna standaard. Op ons bedrijf hebben bijna alle trekkers, maaidorser en hakselaar gps-sturing. Op de maaidorser en hakselaar zit ook een opbrengstbepaling. Bij het melkvee gebruiken we al bijna 20 jaar stappentellers en melkmeting. Recent is in Duitsland de tweede volautomatische carrousel in gebruik genomen. In Berlijn is digitalisering in de landbouw een echt thema.

 

Maar wie oppervlakte heeft, moet ook over personeel beschikken.

Hier in het voormalig Oost-Duitsland zijn het over het algemeen grote bedrijven. Wij zijn met ongeveer 1.000 ha grond voor ruwvoederwinning, maïs, grasland, luzerne en akkerbouwteelten, granen en koolzaad, ongeveer 1.000 stuks melkvee en neventak loonwerk zeker niet de grootste. Wij hebben ongeveer 25 medewerkers plus leerlingen, stagiairs en nog een paar mensen op deeltijdse basis. 

Hoe zit het met de loonkost in Duitsland?

De lonen zijn hier nog bescheiden, een gewone medewerker kost tussen 1.800 en 2.400 bruto. Hoe verder je naar het Westen gaat hoe duurder de arbeid wordt, maar de bedrijven zijn er ook niet zo groot.

 

Wat vinden jullie daarbij belangrijk?

Wij vinden het heel belangrijk dat de medewerkers zich bij ons prettig voelen, trots kunnen zijn op hun bedrijf, om ze zo aan ons te binden. Ik denk dat dit beeld voor de meeste Oost-Duitse bedrijven geldt. 

Gebeurt de afzet van jullie producten vooral via privéfirma’s of is er ook een rol voor coöperaties weggelegd?

In het voormalig Oost-Duitsland is de afzet grotendeels in private handen, hoewel er steeds meer coöperaties uit het Westen doordringen, zoals Westfleisch dat 7.7 miljoen varkens en 379.000 runderen slachtte in 2015. Bedrijven als Baywa en Raifeisen doen eigenlijk alles op het gebied van veevoeder, kunstmest, zaaizaden en bestrijdingsmiddelen. Wij zijn geen lid van een coöperatie, alleen van een Milcherzeugergemeinschaft. Dat is een verbond van melkveehouders die gezamenlijk hun melk aan een fabriek verkopen. Wij doen veel zaken met Agravis, een zusterbedrijf van Raifeisen en verder met meerdere particuliere bedrijven. Dit komt omdat er geen coöperaties waren na de hereniging en de overwegend grote bedrijven wat minder behoefte hadden aan de geest van solidariteit binnen de coöperaties.

 

In welke mate helpt het beleid?

Het landbouwbeleid, dat steeds meer bepaald wordt door de maatschappelijke wensen, staat net als overal in Europa sterk onder Europese invloed en kan grotendeels op financiële steun van Europa rekenen. Nationaal en regionaal hebben we in het voormalig Oost-Duitsland het nadeel dat de overheid daar toch wat minder geld ter beschikking heeft. 

Kan je in Oost-Duitsland nog boeren in alle vrijheid of gelden er eveneens strenge regels rond milieu, mest, geneesmiddelen en dierenwelzijn?

Ook wat dit betreft staat de landbouw, net als overal in Europa, sterk onder druk van maatschappelijke wensen waarbij je wel het gevoel hebt dat onze overheid graag het beste jongentje in de klas wil zijn." De gemiddelde consument zegt te willen betalen voor meer dierwelzijn en beter milieu maar kiest als het er op aankomt vaak voor het goedkoopste. Wij willen, kunnen met veel leven, zolang wij met gelijke regels, volgens dezelfde normen kunnen werken. 

Hoe belangrijk vinden jullie het om met hernieuwbare energie aan de slag te gaan?

In Duitsland is de ‘energie-wende’ geboren. Ik ondersteun dat persoonlijk voor 100%, en zolang we geen betere manier hebben om energie op te slaan zal de productie van bio-energie belangrijk blijven. Veel landbouwbedrijven hebben hierin fors geïnvesteerd. Daarnaast werden op veel stallen heel veel zonnepanelen gelegd. 

Wat waren, zijn de voor- en nadelen van wonen, leven, werken, ondernemen in Oost-Duitsland?

Het grote voordeel was dat je met weinig eigen kapitaal kon beginnen. De lonen waren laag, er is veel ruimte en er was weinig overheidsbemoeienis. Daar tegenover stond dat er veel verwaarloosd was, er weinig duidelijkheid was en je veel risico liep. Veel zaken waren heel moeilijk of niet te krijgen, er was nauwelijks voorlichting die functioneerde, zodat je alles zelf moest uitzoeken.Ook wat de levenskwaliteit betreft gingen we in vergelijking met Nederland een paar stappen terug. Het uitgaansleven was nihil, cultuur ontbrak bijna volledig en veel levensmiddelen kon je gewoon niet krijgen. Daar is in 25 jaar veel veranderd en we zijn naar schatting met bijna alles op 85% van het West Europees niveau gekomen. 

Hoe kwam je in de politiek terecht en hoe liep het verder?

Doordat we hier met vijf man waren en ik de leider, manager was, was het ook mijn taak de familie te integreren. Daardoor kwam ik in verschillende organisaties terecht en werd ik gevraagd verantwoordelijkheid op te nemen. Dat kon omdat mijn vrouw en de familie mij daarin steunden. Ik denk dat ik niet alles verkeerd gedaan heb en toen kreeg ik plotseling de kans in de politiek mee te gaan. In overleg met mijn gezin - onze zoon moest dan mijn taak over gaan nemen - en mijn zwager Gerard van Ginkel heb ik die kans gegrepen en heb ik daar tot nu toe geen spijt van gehad.De anderen moest ik niet meer vragen omdat mijn andere zwager Piet van Kampen al sinds 1995 zijn eigen technisch bedrijf heeft. Broer Jan heeft in 1999 ons bedrijf verlaten. Hij melkt nu een paar duizend geiten en broer Arnold heeft sinds 2005 zijn eigen toekomst in de melkschapenhouderij opgebouwd. Hij verwerkt en commercialiseert zelf de melk van een paar honderd melkschapen. 

Wat als je terugkijkt op het verleden tot nu?

Dan stel ik vast dat we totaal niet geweten hebben wat op ons af kwam, de kansen die we kregen gegrepen hebben, alles met hard werken verdiend hebben en dat wij tussendoor graag ‘op knieën teruggegaan waren’ en dat uiteindelijk alles goed gekomen is en we met zijn allen een goede toekomst, ook voor de volgende generatie opgebouwd hebben. 

Slotbeschouwing…..

Ik voel me een gelukskind omdat ik steeds weer op het juiste moment de voor mij passende kansen kreeg en op beslissende momenten net dat beetje geluk had wat je nodig hebt en daarvoor ben ik Onze Lieve Heer zeer dankbaar.

VLTI Torhout

Actueel

Alle Europese GLB-plannen zijn goedgekeurd

Actueel De Europese Commissie gaf op 13 december groen licht aan laatste, Nederlandse GLB-plan. Nu de goedkeuring rond is voor alle lidstaten kan de inwerkingtreding van de Gemeenschappelijk Landbouwbeleidsplannen starten op 1 januari 2023.
Voir plus d'articles
Meest gelezen