als immaterieel cultureel erfgoed

Vlaanderen was eerst
In 2014 al werd de Belgische frietkotcultuur erkend in Vlaanderen door de opname in de Inventaris Vlaanderen van immaterieel cultureel erfgoed. Pas later volgde de erkenning in het ‘Patrimoine oral et immatériel de la Fédération Wallonie-Bruxelles’, in het ‘immateriellen Kuturerbes der Deutschsprachigen Gemeinsschaft’ en in het Inventaris van het immaterieel cultureel erfgoed van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
“Ik ben blij dat al mijn collega’s mee op de kar zijn gesprongen, en dat we fier kunnen zijn op onze frietkotcultuur”, aldus minister van Landbouw Joke Schauvliege. “Het is cultureel erfgoed en dus ook internationaal erkend. Dat betekent dat we het nog veel meer kunnen promoten in het buitenland. Het is voor ons een traditie en als we het kunnen promoten is het natuurlijk ook goed voor onze economie.” Met de nationale erkenning maakt de Belgische frietkotcultuur nu ook kans om door Unesco erkend te worden.
Veel steun gekregen
Sinds 1984 al worden de belangen van de frituristen behartigd door Navefri (Nationaal Verbond van Frituristen - Union Nationale des Frituristes of Unafri in Wallonië), die opgericht werd door Lucien Decraeye. De erkenning werd tijdens deze plechtigheid ook deels aan hem opgedragen.
Onder andere de ministers van Landbouw Joke Schauvliege (Vlaanderen) en René Collin (Wallonië) en ministers van Cultuur Sven Gatz (Vlaanderen), Alda Greoli (Wallonië) en Isabelle Weckmans (Duitssprekende gemeenschap), minister van Staat Herman De Croo en minister president Rudi Vervoort schaarden zich achter het project en ondertekenden het ‘charter voor de borging en het uitdragen van de Belgische frietkotcultuur’. Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Laurent van België was ook aanwezig en ondertekende het. In zijn speech stak hij zijn liefde voor friet (met mayonaise) niet onder stoelen of banken. Hij werd tevens tot Grootofficier in de Nationale orde van de Gulden Puntzak benoemd.
Ambassadeur James Bint
De ambassadeur van de Belgische friet, het figuurtje James Bint, werd ook voorgesteld tijdens het evenement. Zijn achternaam werd niet zomaar gekozen: het verwijst naar de populaire aardappelvariëteit Bintje. Via James Bint moet de Belgische friet gepromoot worden in het buitenland. Je kan hem online en offline volgen.
Directeur en algemeen secretaris van Belgapom Romain Cools legt uit: “Wij zijn de grootste exporteur van diepgevroren aardappelproducten zijn in de wereld, maar hebben geen imago. In het buitenland hoor je mensen dan ook spreken over ‘French fries’; die term is zelfs overgenomen in de Europese commissie. Wij willen praten over ‘belgian fries’ en daarom bestaat James Bint die enkel communiceert via korte tekstballonen zoals ‘French fries, nice try’. We willen de bedrijven helpen om het imago van ‘Belgian fries’ op de markt te zetten. Onze aardappel is in tegenstelling tot de Amerikaanse friet, korter, vlezig en geel. Dat verschil willen we duidelijk maken naar de rest van de wereld: voor ons is frieten eten een beleving en geen bijgerecht.”