Startpagina Tuin

Tuin: hoe zelf de maretak te kweken

In de oudheid was de maretak, zeker een zeldzaam exemplaar dat op een eikenboom groeide, een heilige plant waaraan allerlei goede eigenschappen werden toegedicht. In de nieuwjaarsnacht werd de maretak met veel vertoon door de druïde, gekleed in maagdelijk witte gewaden, met een gouden sikkel losge sneden. Het werd dan gebruikt in allerlei rituelen en voor het brouwen van geneeskrachtige dranken.

Leestijd : 5 min

Tot op de dag van vandaag is deze groenblijvende plant omgeven met symboliek. Zo wordt de maretak in de kerstperiode vaak opgehangen in de woonkamer en bezorgt diegene die eronder door loopt een jaar vol voorspoed en geluk. Ook los van de symboliek is de maretak een intrigerende plant: hij ziet er anders uit dan de meeste andere planten en hij lijkt zeer kieskeurig wat betreft zijn groeiomgeving. Bovendien is het een halfparasiet die in de kruin van andere bomen groeit, waar hij 's winters als bladhoudende plant, een opvallende verschijning vormt.

Veel volkse benamingen

Mede vanwege die opvallende verschijning heeft deze plant heel wat volkse benamingen meegekregen. Zo staat hij onder meer bekend als boomkruid, mistel (ook de Duitse benaming), vogellijm, lijmkruid, duivelsnest, heksennest, hulster, kersterhout, mistletoe (ook de Engelse benaming), mattekruid, slangentong, hamspoen en natuurlijk als maretak. Sommige van deze namen (vogellijm, lijmkruid) verwijzen naar de kleverige bessen waar een lijmstof uitgehaald werd om vogels mee te vangen. Ook de wetenschappelijke naam Viscum album verwijst naar de kleverige (viscidus) inhoud van de witte (album) bessen.

Veel van de andere volksnamen verwijzen naar de mythische krachten die onze voorouders aan deze plant toedichtten. Andere, minder positieve namen, ontstonden dan weer als gevolg van de kerstening, die de oude, traditionele verering van bomen en de traditionele jaarfeesten wou vervangen door christelijke symbolen en feestdagen.

Botanisch

Plantkundig werd deze plant vroeger ondergebracht in de vogellijmfamilie. Momenteel is hij ingedeeld bij de sandelhoutfamilie, Santalaceae, die ongeveer 400 soorten telt. Deze soorten zijn net als de maretak bijna allemaal halfparasieten. Het bekendste familielid van de maretak is de sandelhoutboom, leverancier van wierook en de fel gewaardeerde maar zeldzame sandelhoutolie. Maretak is de enige vertegenwoordiger van deze familie in onze contreien, die zich bij gunstige micro-klimatologische omstandigheden op andere bomen kan ontwikkelen als halfparasiet. Als halfparasiet onttrekt hij met zijn wortels water en mineralen aan zijn gastheer, die hij zelf in zijn bladeren omzet tot suikers en organische bouwstoffen, zonder al te veel schade toe te brengen aan zijn gastheer.

De gaffelvormig groeiende plant heeft groenbruine takken die op een korte stam staan en heeft bleekgroene, leerachtige bladeren die als kleine propellers aan het einde van de stengels staan. In de lente verschijnen kleine, eerder onopvallende mannelijke of vrouwelijke bloemen aan de plant. Op de vrouwelijke planten verschijnen nadien de kogelronde, witte bessen, die nadat ze zijn opgegeten door vogels (voornamelijk lijsters) zorgen voor verspreiding van het zaad.

Het geheim...

Het groeigebied van de maretak is eerder beperkt en sterk afhankelijk van een zeer specifiek microklimaat dat nodig is om de maretak zijn eerste groei-jaar te laten overleven. Enkel op die plekken waar een gunstig microklimaat voorkomt, kan de maretak zich op natuurlijke wijze voortplanten. In het eerste jaar leeft de maretak als een epifyt: dit zijn planten die de boom enkel gebruiken als groeiplaats en dus moeten ze hun voedsel en vocht uit de omgeving (regen, lucht) halen.

In de tropen komen epifyten vaak voor, zoals orchideeën en bromelia's. Bij ons zijn enkel korstmossen en sommige mossen epifyten en dus ook de maretak in zijn eerste levensjaar. Het kleine kiemplantje is gedurende dat eerste jaar extreem gevoelig voor uitdroging en zal op natuurlijke wijze alleen overleven in gebieden met regelmatige neerslag, met een hoge luchtvochtigheid (vaak in de nabijheid van zee of rivieren) en met mist en nachtelijke condensvorming gedurende warme en droge perioden in de zomer. In dergelijke gebieden kan de maretak zich, en dan nog enkel in gunstige jaren, op natuurlijke wijze verspreiden.

Zelf zaaien

Ga op zoek naar zo vers mogelijke rijpe bessen. De kerstperiode is daarvoor zeer geschikt omdat in deze periode her en der maretakken in de handel verkrijgbaar zijn. Bewaar de bessen tot het voorjaar op een klare, koude plaats in een potje, samen met wat vochtig keukenpapier en afgeschermd met wat plastic folie. Eind maart, begin april is de beste periode om de zaadjes uit te zaaien. Doe de bessen enkele dagen ervoor barsten en laat ze nog enkele dagen rusten tot de zaden op een natuurlijke manier tevoorschijn komen. Zoek een gepaste waardplant (appel, meidoorn, populier, esdoorn, olm, linde...) en kleef het zaadje (met de resten van de plakkerige besinhoud) aan de onderkant van een tak die op het noorden georiënteerd is. De bast kan eventueel met een scherp mesje wat dunner gemaakt worden, waardoor de zuiger of wortel in het najaar makkelijker door de bast heen kan groeien, tot in de sapstroom van de waardplant.

In het eerste jaar groeit een kleine, groene kiem uit het zaadje, dat zich wegkeert van het licht en dus naar de tak groeit. Waar het kiempje de tak raakt, vormt zich een zuignapje waarmee de kiem zich vastzet op de tak. Als de lijm oplost, richt het kiempje zich op en vallen de resten van de zaadhuid af. Het kiempje (een groen stompje van 4 à 5 mm) is nu zeer gevoelig voor uitdroging, daarom moet men de tak waarop hij groeit, op warme, regenloze zomerdagen iedere avond voorzichtig besproeien met regenwater (zorg dat het kiempje niet wegspoelt). Omgekeerd zal bij te veel nat het tere kiempje wegrotten.

Tegen de herfst zal er normaal gezien een worteltje, de duiker, uit de zuignap tot in het spinthout van de gastheer groeien. Dankzij de verzekerde aanvoer van mineralen en water is de kans nu zeer groot dat de prille maretak kan uitgroeien tot een volwassen exemplaar. In de beginjaren is de groei traag. Oudere maretakken kunnen vrij snel in omvang toenemen. Wanneer oudere exemplaren geoogst worden, zullen zich uit de voet nieuwe scheuten vormen.

Wie graag een exclusiviteit in de tuin heeft, kan gerust eens proberen een maretak te zaaien. Wanneer men dit doet op een gezonde, volwassen boom, zal deze hier geen hinder van ondervinden.

GB

Lees ook in Tuin

Het nieuwe moestuinseizoen staat voor de deur

Tuin Door de zachte temperaturen belooft het in 2024 een vroeg seizoen te worden. De enthousiaste moestuinier voelt zich in deze periode zoals een kind in de weken voor Sinterklaas: voorzichtig bladerend door de catalogi van zaadhuizen en tuincentra op zoek naar nieuwigheden en curiosa, hier en daar aankruisend welk ras of soort men in het komende seizoen wel eens wil uit proberen.
Meer artikelen bekijken