Dat gegeven is iets wat we in ons land eigenlijk al langer wisten. Uit een actualisering van de studie over de zuivelkolom in 2014, uitgevoerd door het Belgische Prijzenobservatorium, bleek al dat er sprake is van een “eerder asymmetrische prijstransmissie” in de zuivelketen. “De verkoopprijzen van de melk- en kaasfabrieken reageren wel op prijsstijgingen en - dalingen van hun grondstoffen, terwijl het verloop van de consumptieprijzen eerder opwaarts gericht (of stabiel) blijft, ook in periodes van prijsdalingen in de voorgaande schakels van de keten.” En dat niet alleen voor ons land, maar ook voor buurlanden Nederland en Frankrijk.
Uiteraard heeft bijvoorbeeld de retail ook andere kosten dan alleen de kost voor het product op zich, maar voornoemde studie haalt aan dat in Duitsland de prijzen wèl symmetrisch(er) volgen.
Wat voor zuivel geldt, geldt bovendien voor de hele land- en tuinbouw. De FOD Economie publiceerde recent een rapport over kerncijfers in de landbouw. Ten opzichte van 2010 blijkt de prijs voor voedsel in het algemeen betaald aan de boer grillig en zeer duidelijk laagtes te kennen. De prijs voor voedsel die de consument betaalt, kent echter geen laagtes en gaat gestaag omhoog.
Voor de Europese boerenorganisatie- en boerencoöperatiebehartiger Copa-Cogeca is de maat vol. Ze pleit voor duidelijke EU-wetgeving om oneerlijke handelspraktijken bij wet een halt toe te roepen.
Tussen 1980 en 2016 verdween meer dan tweederde (68 %) van alle landbouwbedrijven in ons land, meldt het FOD nog. De cijfers en het probleem liggen op tafel; aan de wetgever om er dringend naar te handelen. IDC